10.2 Verteringsstelsel 5V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Verteringsstelsel
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Koolhydraat
Vet
Nucleotiden
Glycerol
Eiwit
Monosacchariden
Nucleïnezuren
Aminozuren
Vetzuren

Slide 2 - Sleepvraag

Doel 10.2
Je leert wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je leert wat de rol van je darmflora is

We zoomen deze les in op de weg die je voedsel aflegt. 
Wat gebeurt waar?
Kijk tijdens uitleg of je dit in binas kunt vinden...
Stel vragen als je iets raars ziet. 


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Mondholte - gebit
Nodig voor het fijnmalen van je voedsel.
Gebit is aangepast aan dieet
Fijnmalen is nodig zodat enzymen beter je voedsel kunnen afbreken.

Mechanische vertering




 

Slide 8 - Tekstslide

Mondholte
Speekselklieren maken speeksel (BINAS 82F):
Slijm: vergemakkelijkt het slikken
Amylase: breekt zetmeel (amylose) af
Eiwitten die veel mondbacteriën en schimmels doden


Slide 9 - Tekstslide

Peristaltiek

Slide 10 - Tekstslide

Maag
Maagsapklieren maken maagsap (BINAS82F):
Zoutzuur: lage pH. Doodt bacteriën
Pesinogeen (inactief enzym), bij lage pH wordt hieruit peptase/ pepsine gevormd: enzym breekt eiwitten af tot polypeptiden
Slijm: beschermt de maagwand tegen het zuur én tegen de werking van peptase

Slide 11 - Tekstslide

Exocriene klier (opening naar buiten)

Slide 12 - Tekstslide

Maag
Maagportier: kringspier naar de darmen.

Sluit als de zuurgraad in de 12 vingerige darm te hoog wordt (te zuur), opent weer als de zuurgraad gedaald is: regelt op die manier dat er steeds een klein stukje voedsel de maag verlaat.

Slide 13 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van galblaas (galbuis)
In de lever wordt gal gemaakt en dit wordt in de galblaas opgeslagen (via de galgang).

Gal emulgeert vetten


Slide 14 - Tekstslide

Emulgeren
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!

Slide 15 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van alvleesklier

In de alvleesklier wordt 
alvleessap gemaakt:
Enzymen amylase (amylose), tryptase (eiwitten) en lipase (vetten), HCO3-



Slide 16 - Tekstslide

Dunne darm
Darmsapklieren maken darmsap:
Enzymen die koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA en RNA afbreken.


Hierna is de vertering klaar!
Nu nog opnemen in het bloed…..



Slide 17 - Tekstslide

Dunne darm

Slide 18 - Tekstslide

Resorptie
Opname van voedingsstoffen en water in het bloed

Voedingsstoffen: met name in de dunne darm
Water: met name in de dikke darm



Slide 19 - Tekstslide

Dikke darm
  • Opname van water
  • Woonplaats van darmflora
Bacteriën die cellulose kunnen verteren maken glucose: dit wordt ook nog in de dikke darm geresorbeerd.

Tussen dunne en dikke darm: blinde darm (bacterie-opslag) met appendix (afweer)



Slide 20 - Tekstslide

Blinde darm

Slide 21 - Tekstslide

Darmflora
Goede bacteriën in de dikke darm.
  • verteren onverteerbare plantaardige stoffen
  • Voorkomen vestiging van slechte bacteriën

Blinde darm: ' opslag ' van je darmflora

Darmflora van moeder -> kind tijdens geboorte

Slide 22 - Tekstslide

Darmflora
Probiotica: voedingsmiddelen met goede bacteriën die (deels) het verteringsstelsel overleven
Prebiotica: voedingsmiddelen die dienen als voedsel voor de darmflora.

Door je voeding kun je de samenstelling van je darmflora veranderen/ verbeteren.

Slide 23 - Tekstslide

Endeldarm en anus
  • Endeldarm is de opslag van uitwerpselen, als deze vol is volgt ontlasting
  • Anus is de kringspier aan het einde van het darmkanaal, deze sluit de endeldarm af

Slide 24 - Tekstslide

Doel 10.2
Je hebt geleerd wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je hebt geleerd wat de rol van je darmflora is


Slide 25 - Tekstslide

Begrippen 10.2
darmflora, probiotica, prebiotica, vertering, mechanische verkleining, speekselklieren, amylase, eiwitten, peristaltische bewegingen, pepsinogeen, peptase, maagportier, gal, darmplooien, villi, microvilli

Slide 26 - Tekstslide

Substraat
Product
Enzym
Enzym-substraat complex

Slide 27 - Sleepvraag

Sleep de enzymen naar het substraat
DNA

maltose 
lipiden

RNA

peptiden
zetmeel 
(amylum)

lipase

amylase

DN-ase

RN-ase

pepsine

maltase

Slide 28 - Sleepvraag

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak de opdrachten van 10.2
3 t/m 7.


Slide 29 - Tekstslide