G6BE - Les 29 2023-11-16

Bedrijfseconomie G6
Het Resultaat H2

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie G6
Het Resultaat H2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (er staat wat op het (digi)bord geprojecteerd/geschreven).  
Te laat? Haal een groene kaart,  niet mopperen, hoort bij onze maatschappij.

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. Vaker dit niet voor elkaar 
(volgens mijn grillen ;-)) -> uit de les, verwijderd/boeken vergeten melding.
Device is keiharde noodzaak! Verder hou ik van technologie en ben ik een beetje hypocriet. Want hoewel ik mijn mobiel soms zal gebruiken wil ik die van jullie niet zien. Behalve als ik er expliciet naar vraag. Kan je er niet vanaf blijven? Dan mag het in de telefoontas. Ik wil ook niet waarschuwen, mobiel zien = inleveren en oranje kaart halen, zonder mopperen. Dat kan best oncomfortabel voor je zijn, dus hou dit zelf in de gaten. Gebruik de telefoontas.

Geen eten/drinken (flesje water is ok, geen kauwgum, blikjes cola, zakken chips, broodjes gezond...etc eten/drinken
doe je in de pauze.).
Elke regel, in het kader van Wim's wil is wet in het klaslokaal, die je met goede reden wil breken, bespreek je VOORAF.
Verder ben ik best redelijk.... vind ik zelf ;-)  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je (weer):
- waar zijn we
- Het Resultaat 3e druk, H3 


Spoorboekje

  • Introductie
  • Voorspelbaargedrag
  • H3 De weergave van het resultaat
  • Opgaven maken in LB
  • Leerdoelen check



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je tot een bedrijfseconomisch resultaat?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil benoemen tussen de regels voor de interne en de externe winst-en-verliesrekening 
  • Je kunt de V&W-rekening analyseren op gebied van resultaat
  • Je kunt het verschil tussen EBIT en EBITDA benoemen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Weergave van het resultaat

3.1 Bedrijfsresultaat
3.2 Financieringsresultaat
3.3 Incidenteel resultaat
3.4 EBIT(DA)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intern 
  • Bestemd voor binnen de eigen organisatie 
  • Gedetailleerder: beslissingsinformatie
  • Geen voorgeschreven model
Extern
  • Bestemd voor externe verantwoording 
  • Minder gedetailleerd
  • Voorgeschreven toegestane modellen 
  • Toelichting op V&W-rekening is verplicht.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaarverslag NS 2019
https://www.nsjaarverslag.nl/FbContent.ashx/pub_1000/downloads/NS-Jaarrekening-2019.pdf
Concessie (zie immateriele vaste activa) 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaarverslag NS 2019

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de toelichting op V&W-rekening staat:
  • Waarderingsgrondslagen vaste activa en toegepast systeem afschrijvingen, welke bedragen (aansluiting bij balans) 
  • Omvang salarissen (incl. beloning in aandelen en opties) 
  • Omvang sociale lasten 
  • Pensioenlasten
  • Beloning directie en commissarissen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultaat presentatie
Opbrengst/omzet
Inkoopwaarde omzet -
Brutowinst
Overige kosten - 
Nettowinst

beperkte informatie!
onderscheid incidenteel resultaat?
onderscheid vermogen?
onderscheid afschrijvingen?
onderscheid belastingen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 EBIT
Earnings                                     EBIT: winst voor rente en belasting 
Before                           
Interest                                
Taxes                                                                                
=  bedrijfsresultaat (nettowinst) zonder invloed van gemaakte keuzes m.b.t.
financieringsstructuur en (lokale) belastingheffing 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 EBITDA 
Earnings                                      
Before                                                                
Interest                                            
Taxes                                               
Depreciation                                   
Amortization                                    
EBITDA: winst vóór aftrek van: rente, belasting, afschrijving en afwaardering/afschrijving van immateriële vaste activa.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EBIT en EBITDA

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.353.575
1.181.355
27.127
12.063
15.064
358
0
15.422
3.362  
12.060  
145.093

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunt je de verschillende soorten kosten die een onderneming maakt uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt je het concept van afschrijving en de berekening ervan uitleggen
  • Aan het einde van de les begrijpt je het concept van transfer pricing en hoe dit de belastingdruk van multinationals kan beïnvloeden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgaven uit H2
Het Resultaat 3e druk -> H2 -> D & E









timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over kosten?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie en soorten kosten
  • Kosten: de in geld uitgedrukte waarde van de opgeofferde productiemiddelen die noodzakelijk en onvermijdbaar zijn ten behoeve van de productie van goederen en diensten. Kosten worden altijd exclusief btw berekend, omdat de onderneming de betaalde btw kan terugvorderen van de belastingdienst.
  • Categorisatie van kosten op basis van waar ze ontstaan
  • Zeven soorten kosten: grond- en hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, vermogen, grond, diensten van derden en kostprijsverhogende belastingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening en concept van afschrijving
  • Afschrijving: rekening houden met de waardevermindering van vaste activa in de loop van de tijd
  • Formule voor berekening van afschrijving

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voorraadwaardering
3 methodes:
  • fifo (first in, first out)          
  • lifo (last in, first out)           
  • vast verrekenprijs (geschatte gemiddelde inkoopprijs)

    --> heeft niet altijd betrekking op de volgorde van de fysieke producten zelf!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld lifo-methode

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





90.000 x 30 / 100 (inkoop 7 okt)
110.000 x 24 / 100 (inkoop 4 okt)
1. Wat is de inkoopwaarde van de omzet op 9 oktober?
A
€ 45.400
B
€ 53.400
C
€ 53.600
D
€ 70.000

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies







omzet                      200.000 x 35/10
inkoopwaarde                53.400       -
brutowinst                       16.600
2. Wat is de brutowinst op 9 oktober?
A
€ 16.600
B
€ 16.200
C
€ 16.800
D
€ 16.300

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies







inkoopwaarde van de omzet: 120.000 x 28 / 100 + 80.000 x 29 / 100
omzet: 200.000 x 41 / 100

brutowinst = 25.200
3. Wat is de brutowinst op 15 oktober?
A
€ 25.800
B
€ 25.200
C
€ 26.400
D
€ 24.400

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


40.000 x 24 / 100 + 130.000 x 22 / 100 = 38200
Wat is de waarde van de voorraad na de verkoop op 15 oktober? 

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de vaste verrekenprijs
  • vvp: schatting van gemiddelde inkoopprijs
  • alle goederen op balans tegen vvp
  • prijsverschil bij inkoop kan ontstaan

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





1. Voor welk bedrag zet Pierre de partij papier op de balans?
A
€ 1.200
B
€ 1.452
C
€ 1.100
D
€ 1.331

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





2. Wat is het prijsverschil van de inkoop?
A
€ 146,41 voordelig
B
€ 100 nadelig
C
€ 100 voordelig
D
€ 146,41 nadelig

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Pierre verkoopt de 100.00 vel papier voor € 3.630 incl. 21% btw
3. Wat is de brutowinst van deze verkoop?
A
€ 1.900
B
€ 2430
C
€ 1.800
D
€ 2530

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken in LearnBeat
H2 Kosten

B & C
(bespreken B6, B8, B10 en C2)


timer
20:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multinationals kunnen invloed uitoefenen op de hoeveelheid belasting die ze betalen, hoe doen ze dat denk je?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Micro$oft kiest eigen belastingtarief?
timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concept van transfer pricing en de impact op belastingdruk
  • Transfer pricing: de prijs die een bedrijf of afdeling bij een zusterbedrijf of andere afdeling in rekening brengt voor een bepaald goed en/of dienst die is geleverd
  • Strategie gebruikt door multinationals om belastingdruk te beïnvloeden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw mening over transfer pricing i.c.m. belastingdruk ?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting Het Resultaat - Kosten
Categoriale kostenindeling: de indeling van de kosten naar het gebruik of verbruik van een bepaald soort productiemiddel
Afschrijving: rekening houden met de waardevermindering van vaste activa in de loop van de tijd
Transfer pricing: de prijs die een bedrijf of afdeling bij een zusterbedrijf of andere afdeling in rekening brengt voor een bepaald goed dat, of dienst die is geleverd

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 41 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 42 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 43 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.