Bloed en eten

Bloed
* bloedplasma
* rode bloedcellen
* witte bloedcellen

Bloedplasma:
voedingsstoffen en afvalstoffen zitten hierin opgelost
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloed
* bloedplasma
* rode bloedcellen
* witte bloedcellen

Bloedplasma:
voedingsstoffen en afvalstoffen zitten hierin opgelost

Slide 1 - Tekstslide

Bloedonderdelen
  1. Rode bloedcellen
  2. Witte bloedcellen
  3. bloedplaatjes
  4. Bloedplasma met opgeloste stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Bloedcellen
Rode bloedcel:
Bevat hemoglobine = een rode kleurstof.
Hemoglobine bevat ijzer, hier bindt zuurstof aan, dit gebeurt in de longen. 

Witte bloedcel ?

Slide 3 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe word je weer beter?
Ziekteverwekkers uitschakelen heet afweer.

Afweer gebeurt door witte bloedcellen:
  1. Vreetcellen’ sluiten ziekteverwekkers in en verteren ze. 
  2. Afweerstofcellen’ maken afweerstoffen.

Pus bestaat uit dode witte bloedcellen, verteerde bacteriën en resten van kapotte huidcellen.

Slide 5 - Tekstslide

Wondjes dicht maken
Je huid beschermt tegen vuil en ziekteverwekkers.

Een wond wordt zo snel mogelijk dichtgemaakt door de bloedplaatjes: bloedstolling.

Je krijgt een korstje op de wond. Daaronder geneest de huid.

Slide 6 - Tekstslide

Welk onderdeel van het bloed vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 7 - Quizvraag

Welk onderdeel van het bloed zorgt er voor dat het bloeden stopt, als je een wondje hebt?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplasma

Slide 8 - Quizvraag

Je bloed vervoert
ZUURSTOF
VOEDINGSSTOFFEN (GLUCOSE)
AFVALSTOFFEN
HORMONEN

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn de producten die je eet

Voedingsstoffen zijn stoffen die in de voedingsmiddelen zitten.

Slide 10 - Tekstslide

Verbranding in cellen
Je eet omdat je energie nodig hebt.

Energie krijg je door verbranding in de cellen

Elke levende cel doet aan verbranding.
Zuurstof heb je nodig om te verbranden.

Slide 11 - Tekstslide

verbranding
zuurstof + glucose  ------> energie + koolstofdioxide + water

Slide 12 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen ken je?

Slide 13 - Woordweb

Schrijf de verbrandingsreactie juist op

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Door welk soort bloedvat kunnen witte bloedcellen alleen maar naar buiten?
A
Haarvaten
B
Lymfevaten
C
Aders
D
Slagaders

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Noem een verschil tussen aders en slagaders

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet de buitenste laag van je tanden?
A
Tandbeen
B
Kroon
C
Cement
D
Glazuur

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat je goed kauwt?
A
Zo verklein je het oppervlak en kun je beter verteren
B
Zo verklein je het oppervlak en kan speeksel beter zijn werk doen.
C
Zo vergroot je het oppervlak en kun je beter verteren
D
Dat is niet zo belangrijk, speeksel doet toch wel z'n werk.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet het vloeistof in de lymfevaten?

Slide 31 - Open vraag

Welke stoffen ontstaan bij verbranding in de cellen?
A
Glucose en zuurstof
B
Koolstofdioxide en water
C
Koolstofdioxide en energie
D
Glucose en energie

Slide 32 - Quizvraag

Afmaken t/m 8.3
Vrijdag starten we met 8.4
Toets thema 8 in de 9e week (week van 20 januari)

Slide 33 - Tekstslide