Fictiedidactiek: de opdracht

• Fictiedidactiek
• HBO
• Studiejaar 1

Kies een van de drie opdrachten

1. Een klein literatuuronderzoek op het gebied van fictie.
2. Jouw persoonlijke visie op leesbevordering.
3. Een lesontwerp met handleiding voor fictieonderwijs.

Opdracht 1: Een onderzoek

Vraag: Wat is onderzoek?

Antwoord: Informatie verzamelen om zo tot een antwoord op een specifieke vraag te komen.

De onderzoeksopdracht staat uitvoerig beschreven in de studiewijzer Jeugdliteratuur en Fictiedidactiek.

Onderzoek: aanleiding, doel, context

• Met wie werk je samen?
• Wat willen jullie weten?
• Waarom willen jullie dit weten?
• Met wie zouden jullie de uitkomst willen delen?
• Wat zouden anderen aan deze informatie kunnen hebben?

Onderzoeksvraag: 

• Is de vraag duidelijk?
• Is de vraag open?
• Leidt de vraag ook echt tot het doel van het onderzoek?
• Zijn er deelvragen nodig?
• Welke zoektermen kunnen jullie bedenken?
• Welke begrippen moeten jullie definiëren?

Voorbeeld:

Hoe kun je jongens in 3-vmbo stimuleren om te lezen?

Vragen: 

1. Welke informatie heb je nodig?
2. In welke bronnen kun je die vinden?
3. Wat zijn belangrijke begrippen die een rol spelen?
4. Hoe combineer je de gevonden informatie tot een zinvol antwoord op de vraag?

Bronnen:

• Welke bronnen gaan jullie gebruiken (minimaal vier bij twee studenten en zes bij drie studenten)?
• Zijn deze bronnen kritisch en verantwoord?
• Zijn deze bronnen actueel?
• Zijn deze bronnen relevant?
• Vanuit welk perspectief wordt in deze bron over het onderwerp/probleem of de ambitie geschreven (bijv. docenten, wetenschappers, overheid, ander perspectief)?

Voorbeeldleren?

Er staan voorbeelden van een theoretisch kader (goed-voldoende-nog niet voldoende)  op BlackBoard (map Fictiedidactiek in Jeugdliteratuur Basis Vakgebied).

Opdracht 2: Een visiestuk

Schrijf je visie op fictieonderwijs: op leesbevordering en/of literaire ontwikkeling. Lees de opdracht (BlackBoard) voor een visie op leesbevordering/literaire ontwikkeling goed door om te zien welke elementen terug moeten komen in je visiestuk.

Het visiestuk is minimaal twee en maximaal vier A4.

Hoe ziet een goede visie eruit?

• Een goede onderwijsvisie is inspirerend, aantrekkelijk geschreven en onderbouwd vanuit (minimaal drie) verantwoorde bronnen.
• Je visie geeft een ambitieus beeld van wat je bij de specifieke doelgroep wilt bereiken. Je laat dus zien dat je de doelgroep kent en kunt dit verantwoorden (vanuit literatuur of praktijk).
• In je visie laat je duidelijk zien wat je idealiter van leerlingen verwacht, wat daarbij de rol is van de docent en wat je nodig hebt aan middelen en faciliteiten in de omgeving. 

Opdracht 3: Lesontwerp

Ontwerp een inspirerende lessenserie voor fictieonderwijs. Hierin ga je met een specifieke doelgroep aan de slag met leesbevordering en/of literaire ontwikkeling. Je laat goed zien welk onderwijskundig en/of pedagogisch doel je met je lessen voor ogen hebt.

Lees vooraf de opdracht (BlackBoard) goed door.

Hoe bouw je de lessen op?

Je werkt drie lessen uit, waarbij in elk geval duidelijk wordt: 

• welk doel je precies voor ogen hebt; 
  
• hoe de lessen zijn opgebouwd en met elkaar samenhangen; 
  
• wat per les precies de leerlingactiviteiten zijn en hoe je omgaat met verschillen in niveau, tempo, belangstelling; 
  
• wat precies de rol is van de docent (instructie, begeleiding, evaluatie); 
  
• welke verhalen, fragmenten, gedichten, beelden etc. en welke opdrachten je inzet; 
  
• op welke wijze je de opbrengst per les en van de drie lessen vaststelt.
  

Op 21 april: online spreekuur

1. Van 16.00-16.45 uur: voor alle studenten die het literatuuronderzoek uitvoeren (opdracht 1)
2. Van 16.45-17.30 uur: voor alle studenten die het visiestuk schrijven of het lesontwerp maken (opdracht 2 of 3)

Inleverweek opdracht:

In de week van 25 mei tot en met 29 mei digitaal inleveren bij [e-mail].

Lever een verzorgd product in. Geef eventueel aan waar je zelf trots op bent en waar je over twijfelt; ik neem dit mee in het feedbackrapport dat je ontvangt.

https: