Herhaling lijnen en hoeken

Herhaling lijnen en hoeken
Pak je telefoon, dan kunnen we beginnen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling lijnen en hoeken
Pak je telefoon, dan kunnen we beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Een scherpe hoek is .......
dan/aan 90 graden
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 2 - Quizvraag

Een stompe hoek is .......
dan/aan 90 graden
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 3 - Quizvraag

Een gestrekte hoek is .......
dan/aan 90 graden
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 4 - Quizvraag

Een inspringende hoek is .......
dan/aan 180 graden
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 5 - Quizvraag

Een volle hoek is .......
dan/aan 180 graden
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel graden is een rechte hoek

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel graden is een volle hoek

Slide 8 - Open vraag

Een lijn heeft geen eindpunten
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een lijnstuk heeft één eindpunt
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een halve lijn heeft één eindpunt
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Als je een loodlijn op een andere lijn tekent, heb je .... rechte hoeken
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 12 - Quizvraag


Als je een evenwijdige lijn tekent, gebruik je deze lijn op je geodriehoek
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag


Als je een loodlijn tekent, 
gebruik je deze lijn op je geodriehoek
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag


Als je een evenwijdige lijn tekent, gebruik je een van  deze lijnen op je geodriehoek
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als ik een stap naar achteren doe, wordt mijn kijkhoek 
kleiner
groter

Slide 16 - Sleepvraag

Een hoek heeft                       been/benen
Een hoek heeft                       hoekpunt(en)
1
2

Slide 17 - Sleepvraag


_____________
A
Je wilt hoek A van 110 graden tekenen, dan gebruik je het lijntje bij de pijl
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag


_____________
A
Je wilt hoek A van 70 graden tekenen, dan gebruik je het lijntje bij de pijl
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Voor driehoek PQR geldt:
P=90°
Q=50°
hoeveel graden is hoek R?

Slide 20 - Open vraag

Voor driehoek KLM geldt:
K=55°
L=25°
hoeveel graden is hoek M?

Slide 21 - Open vraag

Hoe noemen we het dat de
hoeken van een driehoek bij
elkaar opgeteld 180 graden zijn?

Slide 22 - Woordweb

Als ik een middelloodlijn teken, deel ik de                      in twee gelijke delen
hoek
lijn

Slide 23 - Sleepvraag

Als ik een bissectrice teken, deel ik 
de                      in twee gelijke delen
hoek
lijn

Slide 24 - Sleepvraag

Wat vind je nog lastig
van dit hoofdstuk?

Slide 25 - Woordweb

Wat vind je makkelijk
van dit hoofdstuk?

Slide 26 - Woordweb