Thema 6.3 Samenleven

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Thema 6.3 Samenleven

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen

Wat weet je nog?

Uitleg basisstof 6.3  Samenleven

Aan de slag! (Huiswerk)

De volgende keer SO Thema 6 basisstof 1 t/m 3

Aan het einde van de les kun je:

- Tenminste 1 voorbeeld benoemen waardoor een biologisch evenwicht verstoord kan raken.

- In 2 situaties kan je uitleggen hoe soorten afhankelijk van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting zijn.

Wat weet je nog?

• Waar begint een voedselweb/keten altijd mee?
  
• Hoe noem je een groep dieren dat met meerdere van dezelfde soort leeft?

Wat weet je nog?

• Een voorbeeld van een producent?
•  Een voorbeeld van een consument van de 2e orde?

Welke orde?

Samenleven

Binnen een populatie heeft elk individu 

relaties met soortgenoten.

Een relatie kan gericht zijn op 

concurrentie ( competitie) om voedsel, partner, slaapplek

 of op samenwerking. (vangen van prooi)

Relaties binnen een populatie

• Rangorde = één dier is de baas, de rest van de dieren weten hun plek.
• Territorium = gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten.
• Paarvorming = een mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.

Symbiose: langdurig samenleven

Symbiose

 Twee organismen van verschillende soorten leven zo langdurig samen = symbiose.

 Parasitisme

• 1 individu heeft voordeel, de andere nadeel
• Gastheer
• Parasiet

biologisch evenwicht: er is evenwicht tussen organismen

Grootte van populatie

gunstige omstandigheden

-veel voedsel

-weinig vijanden

-geen aanwezige ziekteverwekkers

-gunstig klimaat

hangt af van

ongunstige omstandigheden

-weinig voedsel

-veel vijanden

-aanwezigheid van ziekteverwekkers

-klimaatsveranderingen

Als het een jaar heel droog is zal het aantal muizen toenemen of afnemen?

Leg je antwoord uit.

phet.colorado.edu

Aan de slag! 

Wat?  Phet colorado, hoe werkt het biologisch evenwicht.

Hoe?  Je opent de link in Magister, staat bij het huiswerk van vandaag

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  5 minuten

Uitkomst, wat doen we ermee? We bespreken over 5 minuten je bevindingen. Je kan random de beurt krijgen.

Klaar? Lezen va blz. 206

              Maken 1 t/m 9 (4 niet)

              Test-je-zelf/ leren voor het SO de volgende les bs 1 t/m 3

               

Welke handelingen heb je uitgevoerd en wat gebeurde er met de aanwezige konijntjes?

Aan de slag! Thema 6.3

Wat?  Lezen va blz. 206 Maken 1 t/m 9 (5 niet) 

Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we de belangrijkste vragen.

Klaar?  Test-je-zelf/ leren voor het SO de volgende les.