Nederlands Via vervolg thema 2 woordenschat

timer
1:00
eten en drinken
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00
eten en drinken

Slide 1 - Woordweb

bederven
Vlees kan snel bederven als je het niet in de koelkast legt
bereiden
Eten klaarmaken
biologisch
Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gebruik van bijvoorbeeld kunstmest

Slide 2 - Tekstslide

consumeren
opeten of drinken
conserveermiddelenstoffen aan eten toevoegen waardoor het langer goed blijft 
gebruiksaanwijzing
uitleg over hoe je iets moet gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Schrijf op waar je aan denkt bij het woord 'horeca'.

Slide 5 - Woordweb

Tekst
ingrediënten
De producten die worden gebruikt om een gerecht te maken

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De kwaliteit

De levensmiddelen

De portie

De voedselallergie


  • De mate waarin iets goed of slecht is.
  • Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven 
  • een afgemeten hoeveelheid eten.
  • overgevoelige reactie van het lichaam op een voedingsstof

Slide 8 - Tekstslide

Het assortiment

Het etiket

Hygiënisch

Reserveren 

Serveren
  • De verschillende soorten producten waaruit je kunt kiezen.
  • papiertje met info over een product  op de verpakking
  • schoon en gezond

  • van te voren bespreken

  • eten of drinken naar een gast brengen

Slide 9 - Tekstslide

wat betekent
"hygiënisch"
A
van te voren bespreken
B
de mate waarin iets goed of slecht is
C
schoon en gezond
D
stoffen die aan eten worden toegevoegd

Slide 10 - Quizvraag

welke term past bij eten of opdrinken?
A
een portie
B
consumeren
C
het etiket
D
vegetarisch

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'bederven'?
A
Rotten.
B
Goed zijn.
C
Lekker smaken.
D
Verpesten.

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'consumeren'?
A
Verkopen.
B
Opeten of opdrinken.
C
Weggooien.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn 'conserveermiddelen'?
A
Stoffen die aan het eten/drinken worden toegevoegd.
B
Stoffen die uit eten/drinken komen.
C
Stoffen die goed zijn voor dieren om te eten/drinken.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een 'gebruiksaanwijzing'?
A
Recept.
B
Uitleg over hoe je iets moet gebruiken.
C
Uitleg over hoe je iets moet koken.

Slide 15 - Quizvraag

Kwaliteit 
Levensmiddelen
Portie
Hygiënisch
De mate waarin iets goed of slecht is.
Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven. 
Een afgemeten hoeveelheid eten. 
Schoon en gezond. 

Slide 16 - Sleepvraag