2VM Test jezelf H3.7

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Mevrouw Wispels-Muilenburg

Inhoud

• Presentatie Mirthe (herk.)
  
• Woord van de week
• Huiswerk nakijken:  H3.5 Woorden Test jezelf
• Vragen?: afleidingen
  
• Quizje (H3.7)
• Nieuw huiswerk:  Test jezelf H3.7 Grammatica
  
• Klaar?: stil lezen + presentatie
• Afsluiting: Grammatica
  

profijt hebben

Wat is het meewerkend voorwerp?: De caissière gaf mij het wisselgeld terug.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
De puppy gaf een pootje aan mij.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
Ik heb voor anderen altijd een extra potlood bij me.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
Hij zou bijvoorbeeld zijn ouders een etui kunnen vragen.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
Mijn broer is geslaagd voor zijn examen.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
Het vak moet jongeren de nodige vaardigheden voor de toekomst bijbrengen.

Wat is het meewerkend voorwerp?:
Het Groningse Maartenscollege biedt meerdere klassen een nieuwe lessenserie aan.

Marieke vroeg zich af wie die onbekende vrouw was voor dat hek.

PV = vraagzin maken (ww vooraan)

WG = alle ww + aan het + te + zich + splitsbare ww

O = wie/wat + gez.?

LV = wie/wat + gez. + o. (+ gez.)?

MV = aan/voor wie/ wat is het bestemd?

AV = dit, dat, deze, die, zulke, zo'n, dergelijke

VRV = wie, wat, welke, wat voor (een)

Dat nieuwsgierige meisje was aan het luisteren voor de quiz welk liedje ze hoorde.

PV = vraagzin maken (ww vooraan)

WG = alle ww + aan het + te + zich + splitsbare ww

O = wie/wat + gez.?

LV = wie/wat + gez. + o. (+ gez.)?

MV = aan/voor wie/ wat is het bestemd?

AV = dit, dat, deze, die, zulke, zo'n, dergelijke

VRV = wie, wat, welke, wat voor (een)