Communicatie 1 les 3 1.3 en 1.4 Metacommunicatie & Ruis

Metacommunicatie en ruis
Lesweek 2 les 4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Metacommunicatie en ruis
Lesweek 2 les 4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Groepsopdracht stellingen
  1.  Als je niet praat, communiceer je ook
  2. In ons toekomstige beroep is verbale communicatie belangrijker dan non-verbale communicatie
  3. Non-verbale boodschappen worden eerder geloofd dan verbale
  4. Communiceren is makkelijk, iedereen kan het

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud
- Lesdoelen
- Metacommunicatie
- Inhoud en betrekkingsniveau
- herhaling en verdieping Ruis

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat metacommunicatie is.
- Je begrijpt Inhouds- en betrekkingsniveau
- Je weet wat ruis is en hoe je hier mee omgaat.

Slide 5 - Tekstslide

Metacommunicatie 
Metacommunicatie is ‘communiceren over de communicatie’. Je bespreekt hoe een gesprek verloopt. Bijvoorbeeld: ‘Ik merk dat je steeds wegkijkt, vind je het lastig hierover te praten?’. Of: ‘Wat een goed gesprek is dit, dank je wel’.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

2 typen metacommunicatie:
Interne metacommunicatie: je beoordeelt jezelf in je eigen communicatie.
Externe metacommunicatie: je bespreekt met de ander de manier waarop je met elkaar communiceert.

Slide 8 - Tekstslide

Aandachtspunten bij Metacommunicatie:

Stel jezelf altijd 3 vragen voordat je iets zegt;
1. Is de reactie (die ik wil geven) waar?
2. Is het aardig?
3. Is het nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Het doel van metacommunicatie is om een gesprek beter te laten verlopen.

Er gebeuren namelijk meerdere dingen tegelijk bij metacommunicatie.
Kijk eens goed naar de volgende afbeelding, en probeer deze te begrijpen:

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Samenhang tussen onderdelen
In een gesprek wissel je informatie zowel verbaal als non-verbaal uit.
- Inhoudsniveau: Inhoudelijke feiten, meestal verbaal.  
- Betrekkingsniveau: dit is de communicatie die laat zien hoe je je voelt bij de communicatie. Hoe je het contact met de ander beleeft. Is vaak non-verbaal.  

Slide 14 - Tekstslide

Inhoud en betrekking niveau
Elke boodschap die je communiceert bevat twee niveaus. Dit zijn een inhouds- en een betrekkingsniveau.
  
Het inhoudsniveau van communicatie is de communicatie die zich richt op de feiten die de zender verbaal communiceert.
 Het betrekkingsniveau van communicatie is de communicatie die laat zien hoe je je voelt bij de communicatie.

Slide 15 - Tekstslide

Betrekkingsniveau 

Slide 16 - Tekstslide

Ruim die rotzooi op!
Hoe kan je deze zin verbeteren op betrekkingsniveau?

Slide 17 - Open vraag

Deur dicht!
Hoe kan je deze zin verbeteren op inhoud en betrekkingsniveau

Slide 18 - Open vraag

Ik lust wel koffie!
Hoe kan je deze zin verbeteren op inhoudsniveau? wat wordt er mee bedoeld?

Slide 19 - Open vraag

Deur dicht!
Hoe kan je deze zin verbeteren op inhoud en betrekkingsniveau

Slide 20 - Open vraag

Schema opdracht in duo's 
Maak van de volgende zinnen een duidelijke schema zoals op de afbeelding hiernaast
1.Ruim die rotzooi op!
2.  Ik lust wel koffie!
Extra 3. Deur Dicht!

Slide 21 - Tekstslide

Ondertussen gebeurt er wel van alles dat de communicatie kan verstoren. Dit is ruis.

Slide 22 - Tekstslide

Ruis

Slide 23 - Tekstslide

Ruis
Er zijn 3 soorten ruis.
Externe ruis
Interne ruis
    - Semantische ruis
    - Pyschologische ruis

Wat is het en wat kun je er tegen doen?

Slide 24 - Tekstslide

Externe ruis
Externe ruis komt van omgevingsgeluid. Denk aan een trein die voorbij raast als je aan het praten bent.
Maar ook als er anderen in de buurt zijn en je kijkt daar bijvoorbeeld steeds naar. Hierdoor kun je je niet focussen.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ga ik om met externe ruis?
Externe ruis kun je voorkomen door op een rustige plek te gaan zitten voor een gesprek, telefoon uit te zetten en maak tijd vrij om het gesprek te voeren.

Toch onrustig? pas metacommunicatie toe!
''Het is best druk hier, zullen we op het kantoor gaan zitten?''

Slide 26 - Tekstslide

Semantische ruis
Dit is een ruis omdat je de taal van de ander niet begrijpt.
Dit kan verbaal en non-verbaal zijn.
Bijvoorbeeld: een patiënt die niet begrijpt wat de arts met al die medische termen bedoelt. Of het ''peace'' teken, wat in Australië een belediging is.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hoe ga ik om met semantische ruis?


Gebruik taal die de ander kan begrijpen.
Vraag hoe de ander jouw boodschap begrijpt.
Vraag wat de ander bedoelt, als dat niet duidelijk is.

Slide 29 - Tekstslide

Psychologische ruis
Een verstoring in de communicatie door verwachtingen en ideeën over de ander, noem je psychologische ruis. 
Hoe je een boodschap opvat, hangt niet alleen van de boodschap zelf af. Bijvoorbeeld: je stemming en de indruk die je van de ander hebt, spelen ook een rol. Het grapje van je collega kun je misschien waarderen als je goed bent uitgerust, maar vervelend vinden als je slecht hebt geslapen.

Slide 30 - Tekstslide

Hoe ga je om met psychologische ruis?

Dit is lastig om helemaal te voorkomen. De beste oplossing hiervoor is om erover te praten. Dit doe je met behulp van metacommunicatie

Slide 31 - Tekstslide

Verder nog vragen over inhoud/betrekking,  metacommunicatie en ruis?

Slide 32 - Tekstslide