A5 WB H12.2AB

A4 WA H10 voorkennis
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

A4 WA H10 voorkennis

Slide 1 - Tekstslide

Planning van deze les
  • Terugkijken naar de leerdoelen van de vorige les
  • Uitleg leerdoelen van deze les
  • Werken aan hw.




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel van de vorige les
Hoofdstuk 12, paragraaf 1
  • Ik kan goniometrische vergelijkingen herleiden en oplossen met de verschil-, som- en verdubbelingsformules.

Slide 3 - Tekstslide

Om bij -sin(2x) het minteken voor de sinus weg te werken, kun je de formule
-sin(A) = sin(A + π) gebruiken.
Je krijgt sin(2x + π).

Welke formule kun je gebruiken om bij -cos(2x) het minteken weg te werken?

Slide 4 - Open vraag

Om bij -sin(2x) het minteken voor de sinus weg te werken, kun je de formule -sin(A) = sin(A + π) gebruiken.
Je krijgt sin(2x + π).

Welke formule kun je gebruiken om sin(2x) om te zetten naar een vorm waar geen sin meer in voor komt?

Slide 5 - Open vraag

Om bij -sin(2x) het minteken voor de sinus weg te werken, kun je de formule -sin(A) = sin(A + π) gebruiken.
Je krijgt sin(2x + π).

Welke formule kun je gebruiken om bij sin²(2x) het kwadraat weg te werken?

Slide 6 - Open vraag

Om bij -sin(2x) het minteken voor de sinus weg te werken, kun je de formule -sin(A) = sin(A + π) gebruiken.
Je krijgt sin(2x + π).

Welke formule kun je gebruiken om bij cos²(3x) het kwadraat weg te werken?

Slide 7 - Open vraag

Om bij -sin(2x) het minteken voor de sinus weg te werken, kun je de formule -sin(A) = sin(A + π) gebruiken.
Je krijgt sin(2x + π).

Welke formule kun je gebruiken om cos(4x) om te zetten ineen vorm met sin?

Slide 8 - Open vraag

Leerdoel van deze les
Hoofdstuk 12, paragraaf 2
  • Ik kan bewijzen of functies punt- of lijnsymmetrisch zijn.
  • Ik kan primitiveren met de verdubbelingsformules.

Slide 9 - Tekstslide

Ik kan bewijzen of functies punt- of lijnsymmetrisch zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Gegeven is het punt A( Xa, Ya).

Door A te spiegelen in de y-as krijg je het punt B
en door A te spiegelen in de oorsprong krijg je het punt C.
Druk de coördinaten van B uit in Xa en Ya.

Slide 11 - Open vraag

Gegeven is het punt A( Xa, Ya).

Door A te spiegelen in de y-as krijg je het punt B
en door A te spiegelen in de oorsprong krijg je het punt C.
Druk de coördinaten van C uit in Xa en Ya.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Gegeven is de functie f(x) = cos²(x)sin(x)

Bewijs dat de grafiek van f
symmetrisch is in de lijn x = ½π.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gegeven is de functie f(x) = cos²(x)sin(x)

Bewijs dat de grafiek van f
symmetrisch is in O.

Slide 17 - Open vraag

Ik kan primitiveren met de verdubbelingsformules.

Slide 18 - Tekstslide

Gegeven is de functie f(x) = sin²(x).
Laat zien waarom y = ⅓sin³(x) geen primitieve is van f(x).

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de formule cos(2A) = 1 - 2sin²(A) om sin²(x) in cos(2x) uit te drukken.

Slide 20 - Open vraag

Gegeven is de functie f(x) = sin²(x). Deze functie is dus te herleiden tot f(x) = ½ - ½cos(2x).
Bereken de primitieve van f.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Bereken exact:

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je het volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan bewijzen of functies punt- of lijnsymmetrisch zijn.
  • Ik kan primitiveren met de verdubbelingsformules.

Maak daarvoor de opgaven  24, 27, 30, 32, 33 en 34 van paragraaf 2 van hoofdstuk 12. 




Slide 25 - Tekstslide