les 6 B4 en B8

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de online les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
Zit je in het lokaal dan hoef je niet naar teams maar moet je wel naar lessonup.
timer
1:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de online les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
Zit je in het lokaal dan hoef je niet naar teams maar moet je wel naar lessonup.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik doelen vorige week.  
-Uitleg nieuwe doelen.   
-Toets bekijken en/of
-Opdrachten maken.   
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat was lastig in b3 en b7?
Vraag 8 doe ik toch nog even klassikaal.

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig?  Vraag me dan straks om uitleg tijdens het zelfstandig werken.

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe leerdoelen deze week: 
-Je kunt de evolutietheorie beschrijven.


Voor vwo ook:
-Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.






Slide 4 - Tekstslide

-Je kunt de evolutietheorie beschrijven.
https://www.npostart.nl/dwdd-university-presenteert-evolutie-door-freek-vonk/09-12-2016/VARA_101381430.  Maar die duurt 52 minuten.

Daarom een wat kortere film (6,5 minuut)over Darwin en de evolutietheorie. 

Let op de termen: Natuurlijke selectie, variatie, isolatie, soort, survival of the fittest.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

-Je kunt de evolutietheorie beschrijven.
Mutaties: veranderingen in eigenschappen. 
Wanneer zorgen mutaties voor nieuwe soorten: 
-eigenschap moet gunstig zijn (natuurlijke selectie)    
-dieren moeten niet meer onderling voortplanten doordat ze eigen gebied hebben. (eiland / scheiding door rivier..) 

Wanneer is iets een nieuwe soort?

Slide 7 - Tekstslide

Havo mag aan het werk
Maar je mag ook meedoen met de vwo uitleg (altijd handig).

Als je aan het werk gaat: maak alles van b1 t/m b4 af en zorg dat je om 11.10 weer in de les zit.

Slide 8 - Tekstslide

-Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.
Combinatie allelenpaar: of twee gelijke of twee ongelijke allelen mogelijk.
Allel kun je aangeven met een symbool in de vorm 
van een hoofd of een kleine letter.  De eigenschap 
die wint (het sterkst is) noem je dominant en die krijgt
de hoofdletter, de ander noem je recessief (kleine letter).
Je kunt dan 3 combinaties hebben: AA, Aa en aa.   Die noemen we homozygoot dominant (AA), heterozygoot (Aa)  en homzygoot recessief (aa).
Waarom hoef je bij heterozygoot geen dominant en recessief te zetten???


Slide 9 - Tekstslide

-Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.
Herhaling
Dominant allel: A
Recessief allel: a
Homozygoot dominant: AA
Homozygoot recessief: aa
Heterozygoot: Aa


Slide 10 - Tekstslide

-Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Een heterozygote man wordt gekruist met heterozygote vrouw.
Wat is het percentages van de heterozygote nakomelingen?
A
25%
B
0%
C
50%
D
100%

Slide 12 - Quizvraag

Een man met genotype Aa wordt gekruist met vrouw met genotype aa.
Welke nakomelingen met welk %
A
AA en aa beide 50%
B
aa 100%
C
Aa en aa beide 50%
D
Aa 100%

Slide 13 - Quizvraag

Een meisje heeft de genen voor de oogkleur: Aa.
Zij is dan:
A
Homozygoot recessief
B
Heterozygoot
C
Homozygoot dominant

Slide 14 - Quizvraag

A zorgt voor bruine ogen
a zorgt voor blauwe ogen
Welke kleur ogen is dominant?
A
A (bruin)
B
a (blauw)

Slide 15 - Quizvraag

Frank heeft voor het haarkleur de genen BB (bruin), Frank is
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief

Slide 16 - Quizvraag

Rode bloemen zijn dominant (A), witte bloemen recessief (a). Maar bloemen met het genotype Aa hebben roze bloemen, dit genotype noem je dan:
A
Dominant
B
Intermediair
C
Recessief

Slide 17 - Quizvraag

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt de evolutietheorie beschrijven.
Voor vwo ook:
-Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.




Kun je bereiken door:
-De tekst van Basisstof 4 en vwo ook Basisstof 8 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 4 opdracht 1 t/m 9 en vwo ook B8 opdr 1 t/m 3
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Zorg dat je om
 11.15 uur 
klaar zit met de lessonup open.
  Na afloop nog een paar (4) vragen via lessonup.  
Toets bekijken

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (maandag)

Wat heb je geleerd deze les, alles duidelijk?

Zo niet gebruik dan de links in de een na laatste lessonup dia om extra te oefenen.

Slide 19 - Tekstslide

De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
Beagle

Slide 20 - Quizvraag

Wat verklaart de evolutietheorie niet?
A
het verdwijnen van soorten
B
het ontstaan van leven
C
het veranderen van soorten
D
het ontstaan van soorten

Slide 21 - Quizvraag

Op welke 3 uitgangspunten is de evolutietheorie gebaseerd?
A
Verandering van genotype, kunstmatige selectie en aanpassing aan de omgeving
B
Verandering van genotype, natuurlijke selectie en ontstaan van nieuwe soorten
C
Verandering van fenotype, kunstmatige selectie en populaties
D
Verandering van fenotype, populaties en ontstaan van nieuwe soorten.

Slide 22 - Quizvraag

Natuurlijke selectie is een mechanisme dat van belang is voor de evolutietheorie. Wat verstaan we onder natuurlijke selectie?
A
Dat verschillende vormen van een soort zich gescheiden ontwikkelen
B
Dat individuen met een betere aanpassing aan het milieu een grotere overlevingskans hebben
C
Dat verwante soorten door aanpassingen aan het milieu verschillen gaan vertonen
D
Dat de sterksten een grotere overlevingskans hebben

Slide 23 - Quizvraag


Dit is het einde van deze les.

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

Tot maandag.
  


Slide 25 - Tekstslide