Mentor les 07-04

Mentorles
Vaste plekken! (zoals bij geschiedenis). 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mentorles
Vaste plekken! (zoals bij geschiedenis). 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
-Social media
-Media wijsheid
-Cyber pesten
- Kraken van een afbeelding

Slide 2 - Tekstslide

Wat is social media eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Social Media
Sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers.

Slide 4 - Tekstslide

Sociale Media
Sociale media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. 
Het is daarom goed om even stil te staan bij de voor- en de nadelen ervan.
We maken zo dadelijk twee keer een woordweb over sociale media: de eerste over de positieve kanten, de tweede over de negatieve kanten. Er kan en zal overlap zijn!



Slide 5 - Tekstslide

Positieve kanten
aan sociale media

Slide 6 - Woordweb

Negatieve kanten
aan sociale media

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden

Facebook   Twitter   Google Plus
Pinterest   LinkedIn   YouTube
Vimeo   Tumblr   Instagram
Flickr   FourSquare   Vine  Twitch
SnapChat   TikTok   Discord

Slide 8 - Tekstslide

Social media maakt minder sociaal.
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

Is social media voor jou door Corona belangrijker geworden dan het daarvoor was?
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Voel jij je wel eens rot door
social media of iets wat er
online gebeurt?
A
Ja
B
Nooit
C
Soms
D
Ik gebruik het amper...

Slide 11 - Quizvraag

Publiceer geen foto's, filmpjes, geluidsfragmenten, tweets waarmee je jezelf en/of anderen 
in de problemen kunt brengen.
Publiceer alleen afbeeldingen 
en geluidsopnamen als de mensen die erop staan dat goed vinden.
Denk na over afbeeldingen: 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welk verband zou dit hebben met (cyber)pesten?

Slide 14 - Open vraag

Wat is cyberpesten?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Waarom gaat online pesten soms "gemakkelijk"?

Slide 17 - Open vraag

6 vormen van cyberpesten
  • Uitsluiten
  • Beledigen
  • Vernielen
  • Nadoen
  • Te kijk zetten
  • Bedreigen

Slide 18 - Tekstslide

Welke vorm van (cyber-)pesten?
Iemands social media account hacken en het wachtwoord te veranderen.
A
Bedreigen
B
Te kijk zetten
C
Vernielen
D
Nadoen

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm van (cyber-)pesten?
Gemene berichten versturen vanaf iemand (nep-)account.
A
Bedreigen
B
Te kijk zetten
C
Uitsluiten
D
Nadoen

Slide 20 - Quizvraag

Welke vorm van (cyber-)pesten?
Een foto photoshoppen en rondsturen.
A
Vernielen
B
Te kijk zetten
C
Bedreigen
D
Nadoen

Slide 21 - Quizvraag

Niet alle online haat is pesten. 
Er is pas sprake van cyberpesten als:
  • Het gebeurt door iemand die je kent. Dus ‘trolling’ (ruzies uitlokken in openbare groepen of onder nieuwsberichten) en ‘grooming’ (vriendschappelijk chatten als voorbode van seksueel misbruik), zijn geen vormen van cyberpesten.
  • Er een machtsonevenwicht is. Soms maken jongeren expres beschamende ‘stories’ van een jarige vriend, die daar ook mee kan lachen. Of sturen ze een scheldtirade naar hun ex-lief, omdat ze gekwetst zijn dat die het heeft uitgemaakt.
  • Het meerdere keren gebeurt. Dat geldt ook voor een foto die door meerdere personen gedeeld wordt.

Bron: Klasse.be

Slide 22 - Tekstslide

Het Eerste Gezicht


Allereerst gaan we de afbeelding van hiernaast analyseren.

Bron: Beeldkraken.nl

Slide 23 - Tekstslide

Wat valt je meteen op?

Slide 24 - Open vraag

Noem drie woorden die bij je opkomen
als je naar de afbeelding kijkt.

Slide 25 - Open vraag

Beschrijf nauwkeurig het gezicht dat je ziet.

Slide 26 - Open vraag

Hoe ziet de omgeving eruit?

Slide 27 - Woordweb

Naar welk punt in de afbeelding wordt
je aandacht meteen getrokken?

Slide 28 - Open vraag

Is de afbeelding achteraf bewerkt?
Waar zie je dat aan?

Slide 29 - Open vraag

Heb je de tekst nodig om de afbeelding te begrijpen? Waarom wel/niet?

Slide 30 - Open vraag

Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide