Adverbs & adjectives

3C
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3C

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
Weten/kunnen we:
- Wat het verschil is tussen een adverb en een adjective
- Een zin maken met een adverb (en een adjective)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives (bijv. naamwoorden)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

He is a slow walker.
My mother has a loud voice.

Slide 6 - Tekstslide

Engels zelfstandig naamwoord
(noun)

Slide 7 - Woordweb

Adverbs (bijwoorden)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.

He walked slowly.
My mother talked loudly.

Slide 8 - Tekstslide

Adverbs (bijwoorden)
Sommige bijwoorden krijgen geen -ly
fast --> fast
easy --> easily
good --> well

Slide 9 - Tekstslide

Engels werkwoord
(verb)

Slide 10 - Woordweb

Do you see the difference?

Slide 11 - Tekstslide

Adjectives

loud
slow
dangerous
bad
easy

Adverbs

loudly
slowly
dangerously
badly
easily

Slide 12 - Tekstslide

"The teacher talks slowly."
Waar zegt het woord slowly iets over?

Slide 13 - Open vraag

"That's a dangerous road."
Waar zegt dangerous iets over?

Slide 14 - Open vraag

She drives very dangerously.
Waar zegt dangerously iets over?

Slide 15 - Open vraag

"They sing beautifully."
Waar zegt beautifully iets over?

Slide 16 - Open vraag

"I just bought a beautiful dress."
Waar zegt beautiful iets over?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Link

sing-beautiful

Slide 19 - Tekstslide

cook-bad

Slide 20 - Tekstslide

Make a sentence

Slide 21 - Woordweb

shout-loud

Slide 22 - Tekstslide

Make a sentence

Slide 23 - Woordweb

help-quick

Slide 24 - Tekstslide

Make a sentence

Slide 25 - Woordweb

Ga naar de planner

Slide 26 - Tekstslide

Exercises
1. Maak de eerste 2 opdrachten die in de planner van ItsLearning staan.
2. Je hebt 20 minuten.
3. We kijken samen na.
4. Klaar?-->Woordjes oefenen op Quizlet

timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Aan het eind van de les:
Weten/kunnen we:
- Wat het verschil is tussen een adverd en een adjective
- Een zin maken met een adverb en een adjective

Slide 30 - Tekstslide

Is het leerdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll