Thema 4 - 4.1 en 4.2 Erfelijkheid en evolutie

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2e klas
Donderdag 8 mei 2025
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2e klas
Donderdag 8 mei 2025

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Planning bespreken
  • Leerdoelen
  • Herhalen + Uitleg nieuwe leerstof 
  • Afsluiten 
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

Planning doornemen

Slide 3 - Tekstslide

Thema 4. Erfelijkheid en evolutie
Herhalen + uitleg nieuwe leerstof 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kan je uitleggen wat je genotype & fenotype is.
  • Kan je uitleggen wat dominant & recessief is en wat het doet.
  • Kan je een stamboom invullen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weten jullie nog van erfelijkheid?

Slide 6 - Woordweb

Genotype & Fenotype
Genotype: alle erfelijke informatie in je DNA.

Fenotype: al je waarneembare eigenschappen.

Je fenotype = je genotype + milieufactoren. 

Slide 7 - Tekstslide

Het fenotype is:
A
Alleen erfelijk
B
Erfelijk en invloeden van de omgeving
C
Alleen de invloeden van de omgeving

Slide 8 - Quizvraag

Wat is je genotype?
A
DNA
B
Informatie over erfelijke eigenschappen
C
Chromosomen
D
Lange dunnen draden

Slide 9 - Quizvraag

Je genotype wordt bepaald door erfelijkheid en invloeden uit het milieu
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 11 - Quizvraag

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 12 - Quizvraag

Homozygoot en heterozygoot
Gelijke (homozygoot) en ongelijke (heterozygoot) allelen

Aangegeven met letters:
aa = homozygoot recessief
AA =  homozygoot dominant
Aa= heterozygoot

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Van Genotype naar Fenotype
Homozygote
Homozygote
Heterozygote

Slide 15 - Tekstslide

Regels erfelijkheid
  • Dominant = hoofdletter.   = de baas!
  • Recessief = kleine letter.  = zie je alleen bij 2x recessief
  • Hoofdletter + kleine letter = mix van beide genen, dominante gen komt tot uiting 

  • Homozygoot = 2x dezelfde gen
  • Homozygoot dominant = 2x hoofdletter
  • Homozygoot recessief = 2x kleine letter
  • Heterozygoot = dominant + recessief gen

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer is iemand homozygoot?
A
Wanneer hij 2 verschillende allelen heeft
B
Wanneer hij 2 dezelfde allelen heeft

Slide 17 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 18 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 19 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 20 - Quizvraag

Iemand is heterozygoot. Hoe schrijf je zijn genotype op?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 21 - Quizvraag

Wat is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa

Slide 22 - Quizvraag

Kruisingschema


Een kruisingsschema is een tabel met alle mogelijke combinaties van allelen bij een kruising. 
Met een kruisingsschema kun je voorspellen wat de kans is dat een nakomeling een bepaald fenotype krijgt.

Slide 23 - Tekstslide

Stamboom

Slide 24 - Tekstslide

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen
  • Generaties 
  • Legenda

Slide 25 - Tekstslide

Stambomen

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld van een stamboom

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld examenvraag
dit zijn vragen die je kunt verwachten op het examen:
Wat is het genotpye van Richard?
Wat is het genotype van Zarah
Wat wordt de kruising?
Hoe ziet het kruisingsschema eruit?

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel generaties heeft deze stamboom?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Een stamboom heeft altijd een legenda
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Wie zijn de mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een rondje
B
Alle personen weergegeven met een vierkantje

Slide 31 - Quizvraag


Stambomen
Welk kind is ziek?
A
Kind 6
B
Kind 12
C
Kind 14
D
Kind 17

Slide 32 - Quizvraag

PO voor SO cijfer uitleg:

Slide 33 - Tekstslide