Hoofdstuk 14. Het onderzoek ter terechtzitting

Hoofdstuk 14. Het onderzoek ter terechtzitting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 14. Het onderzoek ter terechtzitting

Slide 1 - Tekstslide

Een procedure in het Strafrecht
Alle strafzaken gaan in eerste aanleg naar een van de elf rechtbanken in ons land. 
In het strafrecht kan een zaak behandeld worden door de volgende colleges bij de rechtbank : 

  • Door de kantonrechter
  • Door de politierechter
  • Door de meervoudige strafkamer

Slide 2 - Tekstslide

Absolute competentie
Kantonrechter
Behandelt zaken over overtredingen. Dit zijn de minder zware verboden gedragingen (strafbare feiten)

Lees art. 453 Sr

Is dit materieel of formeel recht ?

Slide 3 - Tekstslide

Absolute competentie
Politierechter
  • Spreekt recht bij misdrijven
  • Bevoegd bij zaken waarbij een gevangenisstraf staat van ten hoogste 1 jaar. 

Lees art. 368 Sv

Is dit materieel of formeel recht ?

Slide 4 - Tekstslide

Absolute competentie
Meervoudige strafkamer
  • Spreekt recht bij alle overige strafzaken
  • Bestaat uit tenminste 3 rechters 


Slide 5 - Tekstslide

Relatieve competentie
Bij welke van de elf rechtbanken moet de zaak worden aangebracht.
Uitgangspunten : 
  1. De woonplaats van de verdachte
  2. De plaats waar het verdachte strafbare feit is gepleegd

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Dagvaarding
Is er voldoende bewijs tegen de verdachte verzamelt dan zal de OvJ de zaak aan de rechter voorleggen. De OvJ zandt de verdachte dan een dagvaarding.
Deze heeft 3 functies : 
  1. Het is een oproep
  2. Bevat een nauwkeurige omschrijving van de feiten waarvan de verdachte wordt beschuldigt (tenlastelegging)
  3. De dagvaarding wijst de verdachte nog op enige rechten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De zitting
Requisitoir 
De OvJ legt uit waarom hij de ten laste gelegde feiten bewezen acht en waarom hij vindt dat de verdachte strafbaar is. 
De eis
De straf die volgens de OvJ moet worden opgelegd

Slide 10 - Tekstslide

Strafzaak minderjarige verdachte
  • Verloopt grotendeels hetzelfde als bij volwassenen
  • Recht wordt in beginsel gesproken door een alleensprekende kinderrechter ( ingewikkelde zaak dan meervoudige kamer) 
  • Minderjarige is verplicht ter zitting te verschijnen i.t.t. meerderjarigen
  • De ouders van de verdachte worden eveneens voor de zitting opgeroepen en zijn ook verplicht om te verschijnen (art. 496 Sv).
  • achter gesloten deuren (tenzij rechter meent dat het belang van de openbaarheid zwaarder moet wegen dan de privacy van de jeugdige verdachte en zijn ouders)

Slide 11 - Tekstslide

Beraadslaging (1)
Eerst de formele kant van de zaak 

  1. Is de dagvaarding geldig? (duidelijk en op tijd) 
  2. Is de rechter bevoegd van de zaak kennis te nemen? (competentieregels)
  3. Is het OM ontvankelijk? 
  4. Is er een reden om de vervolging te schorsen? 

Slide 12 - Tekstslide

Beraadslaging (2)
Daarna de inhoud van de zaak (art 350 sv)  
  1. Is er voldoende   bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd?
  2. Welk strafbaar feit levert dit bewezen feit volgens de wet op? (is er geen rechtvaardigingsgrond voor deze daad)
  3. Is de verdachte strafbaar? (schulduitsluitingsgrond)
  4. Wordt er een straf of maatregel opgelegd? (Een rechter is niet verplicht om een straf op te leggen)

Slide 13 - Tekstslide

Uitspraak van de rechter
Drie verschillende uitspraken: 
  1. Vrijspraak (niet voldoende wettig en overtuigend bewijs)
  2. Veroordeling (wel voldoende wettig en overtuigend bewijs, daad en  dader strafbaar)
  3. Ontslag van rechtsvervolging (bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, vanwege strafuitsluitingsgrond niet strafbaar)


Slide 14 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
De verdachte en de officier van justitie hoeven zich niet neer te leggen bij de uitspraak van de rechter. Kunnen vragen om de zaak opnieuw te laten bekijken :
  1. Hoger beroep (termijn van 14 dagen, arrest, het hof komt zelf met een nieuwe uitspraak, verlofstelsel) 
  2. Cassatie bij de Hoge raad (art. 427 e.v. Sv, alleen juridische en technische kanten van de zaak, arrest, schorsende werking)

Slide 15 - Tekstslide

De Hoge raad heeft de bevoegdheid (obv art 80a Wet RO)om een zaak die in cassatie aan het college wordt voorgelegd niet inhoudelijk te behandelen omdat:
  • De partij die de zaak voorlegt kennelijk te weinig belang heeft bij cassatie
  • De zaak klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden

Zaken die worden afgewezen worden niet-ontvankelijk verklaard. 

Slide 16 - Tekstslide

Cassatie in het belang der wet (art. 456 Sv) 
De procureur-generaal legt een zaak uit zichzelf voor aan de Hoger Raad alleen om een oordeel te krijgen over een belangrijke juridische kwestie. De uitspraak heeft dan geen gevolgen voor de verdachte.

Herziening( art. 457 Sv)
Als er echt nieuwe feiten aan de orde komen of nieuwe mogelijkheden om forensisch onderzoek te doen. De zaak wordt dan opnieuw behandeld.
Sinds 2013 is herziening te nadele mogelijk.

Slide 17 - Tekstslide

Gewone rechtsmiddelen
Hoger beroep en cassatie

Buitengewone rechtsmiddelen
Herziening en cassatie in het belang der wet

Slide 18 - Tekstslide

Registratie in justitiële documentatie 
  • Wordt ook wel strafblad genoemd. 
  • Iedereen die als verdachte van een misdrijf wordt aangemerkt. 
  • Ook verdachten van een overtreding als er sprake is van een vrijheidsstraf, een voorwaardelijke straf of een opgelegde boete van minimaal € 100,00. 
  • Lichte verkeersovertredingen die met een administratieve boete worden afgedaan niet (bestuurlijke boete)


Slide 19 - Tekstslide

  • Bewaartermijn voor overtredingen is vijf jaar
  • Voor misdrijven is dit 30 jaar, vaak nog vermeerderd met de duur van de gevangenisstraf of de duur van een opname in een instelling.
  • Veroordelingen ivm zedenmisdrijven blijven levenslang bewaard

Controle van eigen gegevens opvragen bij de Griffie van de rechtbank

VOG


Slide 20 - Tekstslide