woorden met heid en teit

Dit ga je leren
Je leert hoe je woorden schrijft met heid en teit.

snelheid      majesteit
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Dit ga je leren
Je leert hoe je woorden schrijft met heid en teit.

snelheid      majesteit

Slide 1 - Tekstslide

Snelheid
snel + heid
- heid is een achtervoegsel

Je hoort hijt. Je schrijft heid.

Slide 2 - Tekstslide

Majesteit
majes -teit
elektrici-teit
Wat was ook alweer de regel? Hoe weet je of je schrijft: -tijd of - teit?

Slide 3 - Tekstslide

Je zegt naarigheit
je schrijft

Slide 4 - Open vraag

Je zegt plegtigheit
Je schrijft

Slide 5 - Open vraag

Je zegt: bruutaalietijt
Je schrijft

Slide 6 - Open vraag

Welk woord is fout
A
hevigheid
B
complexiteit
C
effectiviteid
D
alertheid

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is fout
A
erflijkheit
B
objectiviteit
C
nationaliteit
D
flexibiliteit

Slide 8 - Quizvraag

De werkloosh........ is afgenomen
welk woord?

Slide 9 - Open vraag

Aan het werk
1. Schrijf in tweetallen een verzonnen verhaal
(op de Ipad in Word). Het mag overal over gaan.
2. Gebruik zoveel mogelijk woorden met
-heid en -teit. Die kleur je rood.
3. Klaar? Sla het verhaal op (in jouw eigen map)
en oefen even verder in de werelden. Als de tijd om is, lezen we de verhalen aan elkaar voor.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide