AE H4 - Koopkracht

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

Nu maken:
Opdrachten 16 tot en met 23 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2.4 Inflatie en deflatie
Leerdoelen:
-Wat is koopkracht
- Inflatie (geldontwaarding) 
- Wat een gewogen gemiddelde is
- Verschillende soorten inflaties => bestedingsinflatie, kosteninflatie, geimporteerde inflatie, monetaire inflatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Koopkracht
Koopkracht: hoeveelheid goederen en die je met je inkomen kunt kopen.

Inkomen stijgt meer dan de prijzen stijgen --> stijgt koopkracht

Prijzen stijgen meer dan je inkomen --> daalt koopkracht

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken inflatie
  • Loonsverhoging
  • Hogere grondstofprijzen zoals olie en graan
  • Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten
  • Minder aanbod van producten
  • Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid

Slide 6 - Tekstslide

Inflatie

De inflatie is bijna 14%

Wat zijn hiervan de voordelen? En de nadelen? 

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen van inflatie
Voordelen van inflatie:
  • de waarde van je schuld wordt minder
  • voor de concurrentiepositie als de inflatie in het buitenland groter is dan in Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Nadelen van inflatie
Nadelen van inflatie:
  • koopkracht daalt
  • Spaargeld wordt minder waard
  • Ondernemersrisico wordt groter

Slide 9 - Tekstslide

4 soorten inflaties:
1. Bestedingsinflatie
2. Kosteninflatie
3. Geimporteerde inflatie
4. Monetaire inflatie. 

Slide 10 - Tekstslide

Bestedingsinflatie
Vraag (consumptie) groter dan het aanbod.
Er zijn niet genoeg producten voor iedereen. 

Slide 11 - Tekstslide

Kosteninflatie
Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.

Door stijgende arbeidskosten, stijgende rentekosten etc. 
Dit geldt ook voor grondstoffen of halffabricaten die gekocht worden in het buitenland en in prijs gestegen zijn.  

Slide 12 - Tekstslide

Inflatie 
3) Geimporteerde inflatie => inflatie uit landen waaruit geimporteerd wordt
4) Monetaire inflatie => teveel geld in omloop. 


Slide 13 - Tekstslide

Deflatie
Deflatie is een algemene daling van de prijzen.

Het gevolg van deflatie is dat je voor hetzelfde bedrag meer kunt kopen. Het geld wordt dus meer waard.

Als je inkomen gelijk blijft, stijgt door deflatie je koopkracht. 

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken Deflatie
Deflatie kan het gevolg zijn van een lage vraag naar goederen en diensten. Dit dwingt bedrijven om hun producten tegen lagere prijzen te verkopen. Ook een daling in het consumentenvertrouwen, waardoor consumenten minder besteden, kan tot gevolg hebben dat bedrijven hun prijzen verlagen om meer te verkopen.

Slecht voor de economie => bestedingen worden uitgesteld door bedrijven en gezinnen. 

Slide 15 - Tekstslide

Vervolg:

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten bespreken hoofdstuk 1.5

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten bespreken hoofdstuk 1.5

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijk voor de toets

Slide 20 - Tekstslide