in de stijl van... 3d werkstuk in hout

In de stijl van ... 3D werkstuk in hout


Vormgevingsaspect VORM
VLLORKT
klas 2 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

In de stijl van ... 3D werkstuk in hout


Vormgevingsaspect VORM
VLLORKT
klas 2 

Slide 1 - Tekstslide

Bij het woord vorm waar denk je dan aan?

Slide 2 - Woordweb

Benoem zoveel mogelijk vormen?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen - deze lessenserie
  • ...leer je over verschillende moderne kunststromingen en hoe deze zich onderscheiden in hun gebruik van vormen
  • ...ontwikkel je je ontwerpvaardigheden door een 3D werkstuk te maken
  • ... leer je een 3D schets te maken in karton
  • ...leer je omgaan met materialen zoals MDF, rondhout en balkjes en je ontdekt hoe je deze kunt verbinden

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen - deze lessenserie
  •  ...leer je nadenken over VORM als belangrijk aspect van beeldende kunst
  • ...oefen je met het analyseren van kunst en het vertalen van deze analyse naar een eigen ontwerp
  • ...leer je een aantal vormgevingsaspecten van vorm te benoemen/herkennen en toepassen

Slide 5 - Tekstslide

VORM

Slide 6 - Tekstslide

Organische vorm
Een organische vorm is een vorm die je in de natuur tegenkomt. 
Het is een vloeiende, natuurlijke vorm zonder rechte lijnen of hoeken. Denk aan de vorm van een blad, steen, wolk, mens of dier.

Organische vormen zijn vaak rond, golvend of onregelmatig — het tegenovergestelde van geometrische vormen, die juist strak en meetbaar zijn (zoals vierkanten of cirkels).


Een organische vorm is een natuurlijke, niet-strakke vorm die eruitziet alsof hij gegroeid is.

Slide 7 - Tekstslide

Geometrische vorm
Een geometrische vorm is een vorm die je kunt meten en tekenen met liniaal of passer.
Het zijn strakke, wiskundige vormen met rechte lijnen of duidelijke rondingen. Denk aan:
een vierkant
een driehoek
een cirkel
een rechthoek
een kubus
Geometrische vormen komen meestal niet in de natuur voor, maar zijn door mensen gemaakt.

Een geometrische vorm is een strakke, meetbare vorm met rechte lijnen of perfecte rondingen.

Slide 8 - Tekstslide

Gestileerde vorm
Bij een gestileerde vorm zijn alleen de belangrijkste kenmerken van die vorm nog te zien. Een gestileerde vorm ontstaat door vereenvoudiging. Overbodige details zijn weggelaten.
Alle onderdelen worden opdezelfde manier vormgegeven, bijvoorbeeld in vloeiende lijnen of in hoekige vormen.

Slide 9 - Tekstslide

Geabstraheerde vorm
Een geabstraheerde vorm is een vorm waarbij je nog net  kan zien wat het voor moet stellen, maar het is totaal niet zoals het in werkelijk is (gaat verder dan een gestileerde vorm). Het gaat hierbij meer om vormen en kleuren dan om werkelijkheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Open vorm
Een open vorm is een vorm die niet helemaal gesloten is of waar je doorheen kunt kijken. 

Bij een open vorm kun je dus de binnenkant zien of loopt de vorm door naar buiten.
Er zit als het ware ruimte in of omheen.

Voorbeelden:
Een draadfiguur of een raamkozijn
Een beeldhouwwerk met openingen
Een tekening waarbij de lijnen niet helemaal dicht zijn

Een open vorm is een vorm die ruimte doorlaat of niet helemaal dicht is.

Slide 11 - Tekstslide

Gesloten vorm
Een gesloten vorm is een vorm die helemaal dicht is — je kunt er niet doorheen kijken. 

De vorm heeft een duidelijke buitenrand en binnen die rand is alles gevuld. Er zit geen opening in.

Voorbeelden:
Een dichte bol of kubus
Een steen of appel
Een cirkel die helemaal is ingekleurd

Een gesloten vorm is een dichte vorm zonder openingen, waar je niet doorheen kunt kijken

Slide 12 - Tekstslide

Restvorm
Het woord “restvorm” betekent letterlijk de vorm die overblijft nadat iets is weggehaald of uitgesneden.

Afhankelijk van de context kan het verschillende betekenissen hebben:
 In de beeldende kunst / vormgeving:
De restvorm is de ruimte die overblijft rond of tussen de hoofdvorm (de positieve vorm).
 • De hoofdvorm = de vorm die je tekent of maakt.
 • De restvorm = de lege ruimte eromheen of ertussen (de “negatieve ruimte”).
 Voorbeeld: bij een witte cirkel op een zwarte achtergrond is de cirkel de vorm, en het zwart eromheen de restvorm.

Slide 13 - Tekstslide

Vormcontrast
Het verschil tussen twee of meer vormen, waardoor ze extra opvallen ten opzichte van elkaar.
Het gaat om tegenstellingen in vorm die spanning, aandacht of variatie in een beeld creëren.
Voorbeelden van vormcontrast:
 1. Rond ↔ hoekig → Een cirkel naast een driehoek.
 2. Groot ↔ klein → Een grote vorm tegenover een kleine.
 3. Open ↔ gesloten  → Een open lijnvorm naast een dichte vorm.
 4. Organisch ↔ geometrisch → Een natuurlijke, vloeiende vorm naast een strakke, wiskundige vorm.
 5. Symmetrisch ↔ asymmetrisch → Een evenwichtige vorm naast een onevenwichtige.

In de beeldende kunst: Kunstenaars gebruiken vormcontrast om een compositie interessanter en levendiger te maken. Het trekt de aandacht en zorgt voor balans tussen rust en spanning.

Slide 14 - Tekstslide

Figuratief
Een figuratieve vorm kun je gelijk herkennen. Let op: in het woord figuratief zit het woord “figuur”. Bij een figuratieve voorstelling zie je meteen wat iets voorstelt. Er zijn vormen gebruikt die herkenbaar zijn uit de zichtbare werkelijkheid.

Als er veel details te zien zijn, noem je dat gedetailleerd. Het ziet er dan heel nauwkeurig uit.

Slide 15 - Tekstslide

Abstract


Het tegenovergestelde van figuratief (herkenbare voorstelling) is abstract. Een abstracte voorstelling vertoont geen enkele overeenkomst met de zichtbare werkelijkheid. Een abstracte voorstelling is dus niet herkenbaar als realistische voorstelling.

Slide 16 - Tekstslide


Een figuratief werk kan je realistisch weergeven. De voorstelling ziet er dan natuurgetrouw uit.
Maar een figuratief werk kan je ook vervormen. Als je de voorstelling terugbrengt tot simpele grondvormen noemen we het een gestileerd werk. de vormen zijn dan vereenvoudigd.We kunnen het werk ook abstraheren. Als we de vorm zo sterk veranderen dat we het niet meer herkennen en het werk non-figuratief is geworden, is het een geabstraheerd werk.

Slide 17 - Tekstslide

Beoordeling
  • Inspiratie: Hoe goed is de kunstenaar of kunststroming terug te zien in je werkstuk.
  • Vormgeving: Heb je bewust nagedacht over vormen en zijn deze goed uitgevoerd.
  • Techniek: Zijn de gebruikte materialen en verbindingen goed verwerkt.
  • Creativiteit en originaliteit: Heb je een eigen draai gegeven aan het werk, ondanks de inspiratiebron.
  • Presentatie en reflectie: Is je werkstuk netjes afgewerkt en heb je een duidelijke reflectie gegeven.
  • Heb je alle stappen uitgevoerd.

Slide 18 - Tekstslide

Dit werk is
A
abstract
B
figuratief

Slide 19 - Quizvraag


Dit schilderij is...
A
Geometrisch
B
Gedetaileerd

Slide 20 - Quizvraag

Dit werk is
A
geabstraheerd
B
gedetailleerd

Slide 21 - Quizvraag

Dit werk is
A
geometrisch
B
organisch

Slide 22 - Quizvraag

Dit is een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 23 - Quizvraag

deze vorm is
A
abstract
B
gestileerd

Slide 24 - Quizvraag

Deze vorm is
A
open vorm
B
gestroomlijnd

Slide 25 - Quizvraag

Dit beeld is
A
massief
B
open vorm

Slide 26 - Quizvraag

Deze vorm is
A
gesloten vorm
B
open vorm

Slide 27 - Quizvraag

Het witte gedeelte in
deze afbeelding noem je
A
restvorm
B
open vorm

Slide 28 - Quizvraag

Je ziet hier een contrast.
Welk
A
open - gesloten
B
groot- klein
C
geometrisch- organisch
D
warm-koud

Slide 29 - Quizvraag

dit werk is
A
gedetailleerd
B
vereenvoudigd

Slide 30 - Quizvraag



 Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 31 - Quizvraag


Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 32 - Quizvraag

Maak tegenstellingen tussen onderstaande begrippen. Sleep steeds een blauwe naar de oranje.
abstract
vorm
vlak

massief

open vorm
organisch
vereenvoudigd
hol
gesloten 
   vorm
figuratief
geometrisch
restvorm
gedetailleerd
volume

Slide 33 - Sleepvraag

OPDRACHT
Maak een 3D werkstuk geïnspireerd door moderne kunst/kunstenaars, waarbij het begrip VORM centraal staat. 

Materiaal: MDF, balkjes, rondhout, houtlijm en verf

Slide 34 - Tekstslide

Stap 1 moodboard
Kies een kunstenaar/kunststroming uit de 7 voorbeelden op de volgende dia's  die jou het meest aanspreekt. 

Maak een moodboard (A4) met afbeeldingen van het werk van deze kunstenaar/kunststroming.
Schrijf kort (in je eigen woorden) wat voor soort vormen je tegenkomt in dit werk (organische, geometrische, hoekige, etc.)

Een moodboard is een soort collage waarmee je een sfeer, idee of gevoel laat zien. Je gebruikt vooral beelden, kleuren en woorden om te laten zien wat jou inspireert of wat je wilt uitstralen.

Slide 35 - Tekstslide

Maak een foto van het moodboard en voeg die hier toe.

Slide 36 - Open vraag

KUNSTENAARS/STROMINGEN
  • PABLO PICASSO (Kubisme)
  • KHEITH HARING (Popart/streetart)
  • GERRIT RIETVELD (De Stijl)
  • BARBARA HEPWORTH (Abstracte sculptuur)
  • WASSILY KANDINSKY (Abstracte kunst)
  • UMBERTO BOCCIONI (Futurisme)
  • JOAN MIRO (Surrealisme)

Slide 37 - Tekstslide

Pablo Picasso
Pablo Picasso (1881 - 1973) was een beroemde Spaanse kunstenaar die een nieuwe kunststijl heeft bedacht: het kubisme. In het kubisme worden vormen van mensen en voorwerpen in geometrische figuren, zoals blokken, bollen en cilinders, afgebeeld. Picasso probeerde hiermee de wereld vanuit verschillende hoeken tegelijk te laten zien, alsof je een gezicht zowel van voren als van opzij kunt bekijken.

Slide 38 - Tekstslide

Keith Haring
Keith Haring (1958 – 1990) was een Amerikaanse kunstenaar die bekendstaat om zijn vrolijke, speelse en vaak kleurrijke tekeningen. Hij gebruikte vooral dikke, zwarte lijnen en eenvoudige figuren zoals dansende mensen, dieren en stralen van energie. Zijn stijl lijkt een beetje op striptekeningen.
Haring wilde dat kunst niet alleen in musea hing, maar ook zichtbaar was op straat. Daarom begon hij met krijt te tekenen op lege reclameborden in de metro van New York. Zo kon iedereen zijn kunst zien. Zijn werk gaat vaak over belangrijke thema’s zoals liefde, vrijheid en gelijkheid.
Zijn schilderijen en tekeningen lijken eenvoudig, maar zitten vol energie en een positieve boodschap. Keith Haring wilde kunst maken die voor iedereen begrijpelijk was.

Slide 39 - Tekstslide

Gerrit Rietveld
Gerrit Rietveld (1888 - 1964) was een Nederlandse ontwerper en architect die bekend is geworden door zijn werk binnen de kunstbeweging De Stijl. Deze beweging draaide om eenvoud, strakke lijnen en het gebruik van primaire kleuren (rood, blauw, geel), aangevuld met zwart, wit en grijs.

Rietveld is vooral beroemd om zijn Rood-blauwe stoel, een ontwerp dat heel simpel lijkt, maar toch heel vernieuwend was. In zijn ontwerpen probeerde hij meubels en gebouwen zo functioneel en strak mogelijk te maken, zonder onnodige versieringen. Ook ontwierp hij het Rietveld-Schröderhuis, een belangrijk voorbeeld van de ideeën van De Stijl in de architectuur.

Slide 40 - Tekstslide

Barbara Hepworth
Barbara Hepworth (1903 - 1975) was een Engelse beeldhouwster die vooral bekend is om haar abstracte sculpturen. Ze maakte kunstwerken van materialen zoals hout, steen en brons. In haar werk zie je vaak ronde vormen met gaten erin, waardoor je kunt kijken. Ze wilde met haar beelden de natuur en menselijke vormen op een eenvoudige manier laten zien.

Hepworth maakte ook veel grote beelden die buiten staan, vaak in parken of bij gebouwen. Ze was een van de eerste vrouwen die beroemd werd in de beeldhouwkunst en haar werk heeft veel invloed gehad op moderne kunst!

Slide 41 - Tekstslide

Wassily Kandinsky
Wassily Kandinsky (1866 - 1944) was een Russische kunstenaar die bekendstaat als een van de eerste abstracte kunstenaars. Dat betekent dat hij schilderijen maakte zonder herkenbare vormen zoals mensen of landschappen. In plaats daarvan gebruikte hij vooral kleuren, lijnen en vormen om gevoelens en ideeën uit te drukken.

Kandinsky geloofde dat kunst, net als muziek, emoties kon oproepen zonder dat het iets specifieks hoefde voor te stellen. Zijn schilderijen lijken soms een beetje op muziek, met ritmes van lijnen en vlekken van kleur. Hij wilde dat mensen naar zijn werk keken en er zelf iets bij voelden, zonder dat ze meteen iets moesten herkennen.

Slide 42 - Tekstslide

Umberto Boccioni
Umberto Boccioni was een Italiaanse kunstenaar en een belangrijk figuur in het futurisme, een kunststroming die de snelheid, beweging en technologie van de moderne wereld wilde laten zien. Hij maakte zowel schilderijen als beeldhouwwerken en probeerde in zijn werk beweging en energie vast te leggen.

Zijn beroemdste werk is het beeldhouwwerk "Unieke vormen van continuïteit in de ruimte", waarin een mensfiguur lijkt te lopen en de vormen lijken te bewegen door de ruimte. Boccioni was gefascineerd door machines en de toekomst, en wilde met zijn kunst laten zien hoe snel en dynamisch het moderne leven was geworden.

Slide 43 - Tekstslide

Joan Miro
Joan Miró (1893 – 1983) was een Spaanse kunstenaar die bekendstaat om zijn kleurrijke en speelse schilderijen. Zijn werk lijkt soms een beetje op kindertekeningen, met eenvoudige vormen, felle kleuren en fantasierijke figuren. Toch zit er altijd een diepere betekenis achter.
Miró wilde graag loskomen van de gewone werkelijkheid en iets nieuws scheppen dat uit zijn verbeelding kwam. Hij gebruikte vaak symbolen zoals sterren, maan, ogen of dieren, maar gaf die een heel eigen, dromerige stijl. Zijn schilderijen lijken soms sprookjesachtig en vrolijk, maar roepen ook vragen op.
Net als Kandinsky vond Miró dat kunst niet precies hoefde te laten zien hoe de wereld eruitziet. Hij wilde vooral dat mensen hun fantasie gebruikten en vrij gingen kijken en voelen bij zijn kunst.

Slide 44 - Tekstslide

Stap 2 schetsen
  • Maak een schets van jouw eigen ontwerp, geïnspireerd door de kunstenaar of stroming die je hebt gekozen in je schetsboek. 

  • Maak daarna proefjes (schetsen) in karton/papier van het geheel. Dus eerst een papieren versie bouwen.



Denk hierbij vooral na over de verschillende vormen en hoe je deze gaat gebruiken in je werkstuk. 
Je werkstuk mag maximaal 25 cm hoog zijn en moet stabiel kunnen staan, het mag niet omvallen. 

Slide 45 - Tekstslide

Maak een foto van je schets en van je papieren schets en voeg die hier toe!

Slide 46 - Open vraag

Stap 3:      -Werk het uit in Hout-


Gebruik MDF, balkjes en rondhout om jouw 3D werkstuk te bouwen. Je kunt de vormen uit MDF zagen en ze op verschillende manieren met elkaar verbinden, bijvoorbeeld met balkjes of rondhout als steun of als onderdeel van je ontwerp. 
Stap 4:    - Verven-  In elkaar zetten

  • Wanneer de onderdelen van je werkstuk klaar zijn kun je ze gaan schilderen. 

  • Daarna zet je het geheel in elkaar.

Maak gebruik van houtlijm om de onderdelen stevig aan elkaar vast te zetten

Slide 47 - Tekstslide

Reflectie
Schrijf een korte reflectie (100 - 150 woorden) waarin je uitlegt:
  • Welke kunstenaar of stroming je hebt gekozen.
  • Hoe de vormen in je werkstuk geïnspireerd zijn door deze kunstenaar of stroming.
  • Waarom je bepaalde vormen en combinaties hebt gekozen.
  • Hoe je te werk bent gegaan en welke problemen je tegen bent gekomen.
  • Maak een foto van je werkstuk en voeg die toe aan de reflectie.

Slide 48 - Tekstslide

Maak een foto van je werkstuk en voeg die hier toe!

Slide 49 - Open vraag