Entree mon 1.3 Basis hygiene

Basis hygiëne
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Horeca, Bakkerij en RecreatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Basis hygiëne

Slide 1 - Tekstslide

In deze les behandelen we:
  • Persoonlijke hygiëne
  • Bedrijfs hygiëne

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze Les:
Na deze les kun je uitleggen :
  • Wat basis hygiëne inhoud.
  • Het verschil vertellen tussen persoonlijke en bedrijfs hygiëne.
  • Wat bedrijfs hygiëne inhoud.
  • Uitleggen wat belangrijk is bij handen wassen

Slide 3 - Tekstslide

Wat verstaan we onder hygiëne

Slide 4 - Woordweb

Persoonlijke hygiëne
Thuis:
  • Douchen
  • Tanden poetsen
  • Schone kleding
  • Schone handen en nagels

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijke hygiëne
Op het werk:
  • Kort haar of in een staart ( soms ook een koksmuts of petje)
  • Schone bedrijfs kleding
  • Schone handen en nagels ( Kort geknipt, geen nagellak )
  • Geen sieraden of horloges.
  • Regelmatig handen wassen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht: zoek op internet
1 Methode voor handen wassen
Schrijf de stappen die je moet doen op
2 Momenten voor handen wassen
Selecteer de momenten die betrekking hebben op de keuken en schrijf deze op

Deze onderwerpen kun je onder andere vinden op de site van het voedingscentrum


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Bedrijfs hygiëne
Onder bedrijfshygiëne verstaan we:
  • De ruimte> vloer, wanden, deuren, ramen, plafond,en apparatuur is schoon
  • Werkbanken zijn schoon.
  • Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard.
  • Op de vloer zijn geen ingrëdienten of materialen geplaatst
  • Ingrëdienten worden op een veilige manier verwerkt.

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfs hygiëne
Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard:
  • In magazijn > Droog en afgesloten
  • In koeling > 6 graden of kouder  ( algemeen voor  bederfelijke ingrediënten)
  • In koeling > 4 graden of kouder  ( kip en vis)
  • In vriezer > kouder dan min 18 graden

Slide 10 - Tekstslide

opdracht
Ga in groepjes van drie zitten en:
  • Kijk naar de volgende film 
  • Schrijf zoveel mogelijk gevaren op die je hoort en ziet.
  • Schrijf zoveel mogelijk termen over bedrijfshygiëne op die je hoort en ziet

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

welk antwoord is fout:
Onder persoonlijke hygiëne verstaan we?
A
Haar in een staart.
B
Schone bedrijfskleding
C
Gelakte nagels
D
Douchen.

Slide 13 - Quizvraag

Wat mag je niet op de vloer plaatsen?
A
Kratten
B
Een werkbank
C
Etenswaren
D
Machines

Slide 14 - Quizvraag

Hoe koel moet een koelkast zijn
A
Onder de 10 graden
B
Minstens min 18 graden
C
7graden of lager
D
0 graden

Slide 15 - Quizvraag

Als we ingrediënten goed hygiënisch verwerken in de keuken dan maken we een:
A
Lekker product
B
Goedkoop product
C
Smakelijk product
D
Voedsel veilig product

Slide 16 - Quizvraag

Welk sieraad mag wel in de keuken ?
A
Een trouwring
B
Grote oorbellen
C
Een armband
D
Een horloge

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer was je je handen twee keer?
A
Als je geniest hebt
B
Als je naar het toilet ben geweest
C
na het verwijderen van afval
D
Na de pauze

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerkopdracht
zoek uit waarom er verschillende kleuren 
snijplanken te koop zijn in verband met hygiene

Slide 19 - Tekstslide