Organische Chemie 1

 Organische chemie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Organische chemie

Slide 1 - Tekstslide

De moleculen vormen een regelmatige reeks. Dat noem je een homologe reeks.
Ze voldoen allemaal aan de formule CnH2n2 en heten de alkanen
wat zijn de namen van de alkanen die je hebt gebouwd?

Slide 2 - Tekstslide

 Aardolie
90% van alle bekende stoffen bevatten koolstofatomen.
De chemie die zich hiermee bezig houdt noemen we koolstofchemie of Organische chemie.

Een belangrijke grondstof voor veel koolstofverbindingen is aardolie. Aardolie is een organische stof. Aardolie is een mengsel. 

Hoewel er goede alternatieven zijn voor energieopwekking met olie, is het een belangrijke grondstof voor de industrie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ruwe olie
Ruwe olie is een organische stof. Het heeft dus ooit geleefd (of leeft). Het was dus ooit een of meerdere organismen. 
1. Wat zijn de 7 kenmerken van een organisme?
2. Welke organismen zijn de bron van aardolie?
Olie raffinage
Olie raffinage houdt in dat ruwe olie zodanig gaat verwerken zodat er bruikbare stoffen worden gewonnen.
3. Het raffineren van ruwe olie gebeurd door indampen//destilleren (maak een keuze). 
4. Olie raffinage berust op het verschil in smeltpunt//kookpunt (maak een keuze). 
Fracties
Fracties zijn de bruikbare producten die gewonnen worden uit de olie raffinage. 
5. Een fractie is een destillaat//residu (maak een keuze). 
6. Een voorbeeld van een fractie is een stookolie//asfalt (maak een keuze).
Kraken
Kraken is het chemisch of thermisch breken van de lange koolstofketens van het residu. 
7. Daardoor wordt de koolstofketen langer//korter (maak een keuze). 
8. Kraken wordt gedaan bij asfalt//aardolie (maak een keuze). 

Koolwaterstoffen
Organische stoffen bevatten altijd koolstof. 
9. De scheikundige afkorting van koolstof is ............
10. Anorganische stoffen bevatten wel//geen koolstof (maak een keuze). 
Mengsel
Ruwe olie is een mengsel van zuivere stoffen. 
11. Zuivere stoffen hebben een kookpunt//kooktraject (maak een keuze).
12. Hoe minder koolstof hoe lager//hoger het kookpunt.
13. Hoe langer een koolstofketen hoe lager//hoger de fractie zich in het raffinage kolom bevindt. 

Slide 5 - Tekstslide

Aardolie is een
A
Zuivere stof
B
Anorganische stof
C
Zout
D
Mengsel

Slide 6 - Quizvraag

Destilleren berust op het verschil in ...
A
smeltpunt
B
dichtheid
C
kookpunt
D
grootte

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een fractie?
A
Destillaat
B
Residu
C
Water
D
Filtraat

Slide 8 - Quizvraag

Wat is asfalt?
A
Destillaat
B
Residu
C
Water
D
Filtraat

Slide 9 - Quizvraag

 Organische chemie 

Slide 10 - Tekstslide

Koolwaterstoffen
  • Vakgebied: organische chemie/koolsstofchemie
  • "kool" & "waterstof" --> moleculaire stof, C en H
  • Talloze relevante toepassingsgebieden

Slide 11 - Tekstslide

m
e
p
b
p
h
h
o
n
d
Molecuulformule:
CnH2n+2
Naam
KWS

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

methaan
propaan
butaan
C5H12
CnH2n+2
CH4
C2H6
ethaan
C3H8
C4H10
butaan
pentaan
Koolwaterstoffen
alkanen

Slide 14 - Sleepvraag

Hexaan heeft de molecuulformule
A
C6H12
B
C6H14
C
C6H18
D
C6H10

Slide 15 - Quizvraag

Nonaan heeft als molecuulformule
A
C8H16
B
C8H18
C
C9H18
D
C9H20

Slide 16 - Quizvraag

Gegeven de molecuulformule C7H16. Dit is de alkaan ....
A
Hexaan
B
Decaan
C
Heptaan
D
Nonaan

Slide 17 - Quizvraag

Decaan heeft hoeveel H-atomen?

Slide 18 - Open vraag

Octaan heeft hoeveel C-atomen?

Slide 19 - Open vraag

isomeren
Koolwaterstoffen met
Dezelfde molecuulformule (mepbphhond)
maar een 
andere structuurformule.

Slide 20 - Tekstslide

C4H10

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Isomeren hebben dezelfde
A
molecuulformule
B
structuurformule

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

2-methylbutaan is een isomeer van
A
methaan
B
butaan
C
propaan
D
pentaan

Slide 25 - Quizvraag

Een isomeer van hexaan is
A
2,2-dimethylbutaan
B
2,2-dimethylpentaan
C
2,3-dimethylbutaan
D
zowel 2,2- en 2,3-dimethylbutaan

Slide 26 - Quizvraag

De volgende KWS is
een isomeer van
A
octaan
B
nonaan
C
decaan
D
heptaan

Slide 27 - Quizvraag