6.4 Nog meer produceren?

6.4 Nog meer produceren?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.4 Nog meer produceren?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Agenda
  2. Thema en sleutelbegrippen
  3. Wat weten we er al van?
  4. Wat je vandaag gaat leren
  5. Uitleg theorie en berekeningen
  6. Quiz
  7. Zelf oefenen
  8. Afsluiten van de les, voorbereiding voor de volgende les en thema volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Thema en sleutelbegrippen
  • Vorige lessen: Winst of verlies? Resultaat berekenen
  • Deze les: Productie en produceren en hoeveel dan?

  •  Sleutelbegrippen:
    - Productiecapaciteit
    - Onderbezetting en overbezetting
    - Arbeidsproductiviteit
    - Maatschappelijke opbrengsten van produceren
    - Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)

Slide 3 - Tekstslide

Wat je vandaag gaat leren
  1. Je kunt na deze les in eigen woorden vertellen wat de begrippen productiecapaciteit, onder- en overbezetting, arbeidsproductiviteit, maatschappelijke opbrengsten en maatschappelijk verantwoord ondernemen betekenen;

  2. Je kunt de maximale productiecapaciteit en de arbeidsproductiviteit per periode of per werknemer berekenen;

  3. Je kunt benoemen hoe een bedrijf de arbeidsproductiviteit kan verbeteren en  beïnvloeden.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten we er al van?
  • Productiecapaciteit

  • Arbeidsproductiviteit

  • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Slide 5 - Tekstslide

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

Productiecapaciteit wordt bepaald door:
- het aantal werknemers in het bedrijf
- het aantal uren dat werknemers werken
- de machines die het bedrijf gebruikt

Productiecapaciteit >  productie => Onderbezetting

Productiecapaciteit < productie => Overbezetting

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: berekening maximale productiecapaciteit
In een autobedrijf werken 1500 mensen in de productie.
Gemiddeld werken ze 36 uur per week.
Één werknemer kan m.b.v. machines en robots 1,5 auto per week maken.

a) Bereken de maximale productiecapaciteit van het bedrijf per jaar
b) In een bepaald jaar rollen er 50.000 auto's van de band. Hoeveel procent van de productiecapaciteit wordt er gebruikt?

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld
De belangrijke gegevens:
- Aantal werknemers: 1.500
- Gemiddeld aantal uren per week: 36 uur
- Gemiddelde productie van één werknemer per week: 1,5 auto

Uitwerking:
a) Max. productiecapaciteit per jaar: 1500 x 1,5 x 52 (weken) = 117.000 auto's

Nieuw gegeven: De productie per jaar is 50.000 auto's
b) Procentrekenen, een deel van een totaal: 50.000 = ..% van 117.000
50.000/117.000 x 100% = 42,7% (Bezettingspercentage)
Onderbezetting of overbezetting?

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde periode.

Formule: 
Arbeidsproductiviteit per periode = totale productie per periode / aantal werknemers

Voorbeeld:
Een kledingfabriek produceert 120.000 t-shirts per week. Er zijn 16 werknemers die elk 5 dagen per week werken.
- Productie per dag: 120.000 / 5 = 24.000 t-shirts per dag
- Arbeidsproductiviteit per werknemer per dag: 24.000 / 16 = 1.500 t-shirts




Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit verhogen
  • Technologische ontwikkeling: automatisering of mechanisatie

  • Arbeidsverdeling of specialisatie: iedereen doet waar hij/zij goed in is

  • Scholing: opleiding en training om je werk beter en sneller te kunnen doen

  • Prestatieloon: hoe meer je produceert, hoe meer je krijgt betaalt

  • Arbeidsomstandigheden: werkklimaat en werksfeer 

Slide 10 - Tekstslide

Maatschappelijke opbrengsten productie
Door hogere productie  -> Grotere afzet mogelijk voor bedrijven ->
Hogere werkgelegenheid -> Mensen verdienen meer -> Consumptie stijgt
 -> 
Welvaart stijgt 

Meer productie betekent echter ook meer milieuschade (maatschappelijke kosten)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
  • Bedrijven houden bij hun productie steeds meer rekening met de gevolgen voor de mens en het milieu.

  • Het gaat om het vinden van een gezonde balans tussen mens-milieu-winst, oftewel
    People - Planet - Profit 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Quiz

Slide 15 - Tekstslide

Maak de zin af:
Productiecapaciteit is ..........

Slide 16 - Open vraag

Noem 1 manier om de
productiecapaciteit te
verbeteren

Slide 17 - Woordweb

Van een bedrijf is het volgende gegeven:
Maximale productiecapaciteit: 500.000 stuks
Productie 2019: 475.000 stuks
Productie 2020: 510.000 stuks
In het jaar 2020 was er sprake van ..........
A
Bezettingsevenwicht
B
Onderbezetting
C
Overbezetting
D
Maximale bezetting

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zin af:
Arbeidsproductiviteit is ..........

Slide 19 - Open vraag

Sleep de oranje tekstblokken in de goede volgorde naar een nummer
Welvaart stijgt
Consumptie stijgt
Mensen verdienen meer
Door hogere productie
Grotere afzet bedrijven
Hogere werkgelegenheid
1
2
3
4
5
6

Slide 20 - Sleepvraag

Welke plaatjes zijn voorbeelden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen?

(Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Zelf oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Opgave 1

Een fietsfabriek produceert 132.600 fietsen per jaar. De fabriek heeft 128 werknemers en is 6 dagen per week open.

a) Bereken hoeveel fietsen de fabriek per dag produceert.

Een werkdag in de fabriek duurt 8,5 uur.

b) Bereken de arbeidsproductiviteit per uur.

Opgave 2

Een bakkerij bakt 3.120 taarten per week.
Er zijn 8 medewerkers die 5 dagen per week werken.

a) Bereken de arbeidsproductiviteit per dag.

Er wordt een extra bakker aangenomen. Hierdoor stijgt de productie naar 3.500 taarten per week.

b) Bereken de nieuwe arbeidsproductiviteit per dag.

Slide 23 - Tekstslide

Opgave 1

Een fietsfabriek produceert 132.600 fietsen per jaar. De fabriek heeft 128 werknemers en is 6 dagen per week open.

a) Bereken hoeveel fietsen de fabriek per dag produceert.

Een werkdag in de fabriek duurt 8,5 uur.

b) Bereken de arbeidsproductiviteit per uur.

Uitwerking

a)
Aantal productiedagen per jaar: 6 x 52 = 312

Aantal fietsen per dag: 132.600/312 = 425


b)
Aantal fietsen per uur: 425/8,5 = 50

Arbeidsproductiviteit per uur: 50/128 = 0,4


Slide 24 - Tekstslide

Opgave 2

Een bakkerij bakt 3.120 taarten per week.
Er zijn 8 medewerkers die 5 dagen per week werken.

a) Bereken de arbeidsproductiviteit per dag.

Er wordt een extra bakker aangenomen. Hierdoor stijgt de productie naar 3.500 taarten per week.
b) Bereken de nieuwe arbeidsproductiviteit per dag en leg uit welk effect het aannemen van de extra medewerker heeft gehad.
Uitwerking


a)
Productie per dag: 3.120/5 = 624 taarten
Productie per medewerker: 624/8 = 78 taarten

b)
Productie per dag: 3.500/5 = 700 taarten
Productie per medewerker: 700/9 = 77,8 taarten

De arbeidsproductiviteit is door het aannemen van één extra bakker iets gedaald.

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiten
  • Welke sleutelbegrippen hebben we besproken?
  • Wat vonden jullie van de les? (Inhoud, vormgeving, LessonUp)

  •  Voorbereiden voor de volgende keer: H4.6 opg. 36 t/m 49
  • Volgende les: di 25 mei 12.45-13.30 uur

  • Vragen of meer hulp nodig? Maak een afspraak

Slide 26 - Tekstslide