H1.3 - Vermogen & Energie

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

H1.3 - vermogen & energie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • 1.3.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het vermogen van een apparaat.
  • 1.3.2 Je kunt berekeningen uitvoeren met spanning, stroomsterkte en vermogen.

Slide 3 - Tekstslide

Energie verbruik

Slide 4 - Tekstslide

Stickertje op apparaat

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling QUIZ!!

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zijn alle apparaten in huis parallel aangesloten?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een parallel schakeling en een serie schakeling? (minimaal 2 verschillen)

Slide 9 - Open vraag

Maak een schakeling...
waarin je drie lampjes met één schakelaar uit kan zetten

Slide 10 - Open vraag

Teken een parallel schakeling met 4 lampjes. Teken ook een schakelaar die alle lampjes uit kan zetten en een schakelaar die 2 lampjes uit kan zetten.

Slide 11 - Open vraag

Lampje
LED
stroomsterktemeter
Spanningmeter
Schakelaar
Batterij

Slide 12 - Sleepvraag

Hoeveel had je er goed
05

Slide 13 - Poll

Aantekening 1.3 vermogen
-Het vermogen is de energie die een apparaat per seconde gebruikt.

-Het symbool voor vermogen is P en de eenheid is watt (W)

Vb:  P = 8,5 W

Slide 14 - Tekstslide

Formule elektrisch vermogen
P = U x I


P = elektrisch vermogen in watt (W) 
 U = spanning in volt (V)
 I = stroomsterkte in ampère (A)

Het elektrisch vermogen is dus afhankelijk van de spanning en de stroomsterkte !

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen
Een Samsung 4K tv heeft werkt op een stroomsterkte van 1,3 A. Verder gebruikt hij 230 V aan spanning. Bereken het vermogen. 

Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen
Een fohn heeft spanning van 12 V. Op de warmste stand loopt er een stroom van 0,8 A door fohn. 

Bereken het vermogen van de fohn.

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 2
Rekenen met het vermogen:


Slide 18 - Tekstslide

Vraag 2
Een vaatwasser is aangesloten op het stopcontact (230 V) en heeft een maximaal elektrisch vermogen van 1500 W. Bereken de stroomsterkte van de vaatwasser. Rond af op 1 decimaal.

Slide 19 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak opdrachten:  H1,3 - 1 t/m 7. Anders huiswerk volgende keer! 

Hoe? Eerste 10 minuten werk je zelfstandig zonder te praten. Vervolgens mag je fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Lees de paragraaf 1,3 helemaal door en maak de rest van de opdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Op een fietslampje staat 0,3 A en 15 V
Bereken het vermogen van dat lampje.

Slide 21 - Open vraag