markt en overheid hoofdstuk 4

Markt en overheid
Hoofdstuk 4

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Markt en overheid
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Vragen??
hoofdstuk 1 t/m 3

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Wat is de invloed van de overheid op de markt?

Slide 3 - Tekstslide

Invloed van de overheid op de markt

Kernwoorden:
- ingrijpen in de markt
- minimumprijs
- maximumprijs
- belastingheffing

Slide 4 - Tekstslide

Ingrijpen in de markt
  • Regulering van (vooral) de monopoliemarkt. Dit is vooral nodig bij natuurlijke monopolies. 
  • Mededingingswet. Kartelvorming en prijsafspraken zijn per wet verboden. 
  • Minimumprijzen ter bescherming van producenten. 
  • Maximumprijzen ter bescherming van consumenten. 

Slide 5 - Tekstslide

Maximumprijs
Bij een maximumprijs ligt de prijs onder de evenwichtsprijs en ontstaat er een vraagoverschot.
De concurrentie op de markt zorgt niet voor de juiste prijs. 
Voorbeeld : sociale huurwoningen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Belastingheffing en subsidies
De overheid grijpt ook in door belasting te heffen. 
Door een belastingheffing op een product (bijvoorbeeld bij externe effecten), schuift de aanbodlijn omhoog. 
Bij elke aangeboden hoeveelheid, wil de aanbieder de oorspronkelijke prijs + de heffing.

Slide 8 - Tekstslide

Een minimumprijs ligt 
boven de evenwichtsprijs.

Bij een minimumprijs is het 
aanbod groter dan de vraag, 
zodat er een aanbodoverschot 
ontstaat.  

Als voorbeeld: landbouwproducten. Dit wordt vaak opgekocht door de overheid.

Slide 9 - Tekstslide

De evenwichtsprijs
was € 2,50.

De evenwichtsprijs 
wordt nu € 3,- 
en is dus gestegen 
met € 0,50.  

De consument 
betaalt dus 
€ 0,50 / € 1 x 100% 
= 50% van de heffing.

Slide 10 - Tekstslide

Stel dat de belasting €1,- per product is. 
GTK = MK wordt dan nu € 2,-.


De consument betaalt ook 
een gedeelte van de 
belasting. 
De prijs stijgt van € 5,50 
naar € 6,-, dus met € 0,50. 

De consument betaalt dus 50% van de belasting.  

Slide 11 - Tekstslide

Oude CS: ABC
Oude PS: CBED

Nieuwe CS: AGF
Nieuwe PS: GFIH

Verloren S: FBDK+ 
                    IEHK
Overheidsinkomsten: 
                    IEHK

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Minimumloon
                                                                        In Nederland is een                                                                                             minimumloon van toepassing                                                                 om uitbuiting te voorkomen.

De hoogte van het minimumloon is afhankelijk van je leeftijd. 

Gevolg? Werkloosheid!

Slide 14 - Tekstslide

Vaste en flexibele baan
Vaste baan: 
- GEEN einddatum; eindigt wanneer werknemer ontslag neemt of werkgever de werknemer ontslaat
- Opzegtermijn (1 of meerdere maanden)

Flexibele baan:
- In arbeidsovereenkomst is een einddatum afgesproken = tijdelijke baan
- als uitzendkracht via het uitzendbureau = uitzendbaan
- met een oproepcontract (alleen als de werkgever je nodig heeft) 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kan je invloed hebben op de CAO?
Vakbond
  • Een vakbond komt op voor jouw belangen op het gebied van werk en inkomen

  • Je betaalt hiervoor een maandelijkse/jaarlijkse premie

  • De organisatiegraad geeft aan hoeveel % er lid is van een vakbond

Slide 16 - Tekstslide

Vakbonden
Lid worden van een vakbond.
Waarom wel en waarom niet?
Speltheorie 

Slide 17 - Tekstslide

Gezamenlijk maken
4.34

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aankondiging
Dinsdag 19 december:
Escape game
Regels:
1. je moet op tijd zijn
2. je telefoon moet worden ingeleverd
3. je moet de lesbrieven Jong en Oud + Markt en overheid mee

Slide 20 - Tekstslide

Maken in de les
4.5, 4.10, 4.17

Slide 21 - Tekstslide