Eindtoets Kerntaak 1 Blok 8
1 / 27
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
1. Wat is de juiste aanhef voor een brief aan een externe relatie?
A
Geachte de heer van den Akker,
B
Geachte heer M. van den Akker,
C
Geachte heer van den Akker,
D
Geachte heer Van den Akker,
Slide 3 - Quizvraag
2. Hoe noem je het soort taalgebruik waarmee je collega’s aan kunt spreken?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
C
Persoonlijk taalgebruik
Slide 4 - Quizvraag
3. Wat is volgens de procedure bij de Efteling een vereiste bij een intranetbericht?
A
Het intranetbericht bestaat uit minstens drie alinea’s.
B
Het intranetbericht heeft een duidelijke titel.
C
Het intranetbericht heeft een toepasselijke afbeelding.
Slide 5 - Quizvraag
4. Wat moet je bij het registreren van post opschrijven bij kenmerk als dit niet op de post staat?
A
De eerste drie letters van de afzender
B
De naam van de afzender
C
De postcode van de afzender
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
5. Wat is geen onderdeel van het sjabloon telefoonnotitie?
A
Aangenomen door
B
Afhandelen voor ‘datum’
C
Datum
D
Vervolgactie
Slide 8 - Quizvraag
6. Wat is in het Nederlandse telefoonalfabet de juiste naam bij de letter B?
A
Barend
B
Benjamin
C
Berend
D
Bernard
Slide 9 - Quizvraag
7. Wat mag je nooit zeggen tijdens een telefoongesprek?
A
Ik heb u niet goed verstaan, wat is uw naam?
B
Hoe was uw naam ook al weer?
C
Kunt u uw naam herhalen?
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
8. Een bericht dat alleen de collega’s van de Efteling hoeven te lezen plaats je op:
A
Facebook
B
Instagram
C
Intranet
D
Website
Slide 12 - Quizvraag
9. Welke gegevens staan er in ons relatiebeheer systeem?
A
Gegevens over verlofdagen
B
Gegevens van externe contacten
C
Personeelsgegevens
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
10. Wat is het belangrijkste doel van een goed relatiesysteem voor een bedrijf?
A
Een bedrijf kan contact met relaties onderhouden.
B
Een bedrijf kan gegevens van relaties gebruiken voor onderzoek.
C
Een bedrijf kan verjaardagscadeautjes sturen naar relaties.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
11. Je voelt je niet lekker. Op welk moment meld je je ziek?
A
Op de avond ervoor, als je denkt dat je ziek gaat worden.
B
Op de dag zelf kijk je eerst of je je beter gaat voelen, als dat niet zo is, meld je je ziek.
C
Op de ochtend van je werkdag, een uur voordat je zou beginnen.
D
Op de ochtend van je werkdag, rond een uur of 10.
Slide 17 - Quizvraag
12. Een ziekmelding verwerk je in:
A
Excel
B
Outlook
C
PAS
D
Relatiebeheer
Slide 18 - Quizvraag
13. Welke informatie vind je in de cao?
A
Arbeidsvoorwaarden
B
Bedrijfsinformatie
C
Personeelsgegevens
D
Veiligheidseisen
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
14. In welk archief kun je de eerste schetsen van Anton Pieck (het Sprookjesbos) vinden?
A
In het dynamisch archief
B
In het historisch archief
C
In het statisch archief
Slide 21 - Quizvraag
15. In welk archief ga je zoeken als je een factuur van 5 jaar geleden nodig hebt?
A
In het dynamisch archief
B
In het historisch archief
C
In het statisch archief
Slide 22 - Quizvraag
16. Op welke letter sorteer je de volgende naam: Suraya van Benten?
A
Op de letter B
B
Op de letter S
C
Op de letter V
Slide 23 - Quizvraag
17. Op welke letter sorteer je de volgende naam: Dansschool Salsa Wiersma Rotterdam?
A
Op de letter D
B
Op de letter R
C
Op de letter S
D
Op de letter W
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
18. Wat is een organogram?
A
Een lijst van alle werknemers in een bedrijf
B
Een opsomming van functies en functieomschrijvingen
C
Een schematisch overzicht van de bedrijfsstructuur
