In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Communicatie
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik in eigen woorden benoemen wat een zender en een ontvanger zijn
Aan het einde van de les kan ik in eigen woorden benoemen wat coderen betekent
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij communicatie in het sociaal werk?
Slide 3 - Open vraag
Het begrip communicatie
com·mu·ni·ca·tie (de; v; meervoud: communicaties)
contact, gemeenschap; verbinding, verkeer
Slide 4 - Tekstslide
Contact
Verbinding
Verkeer
Een van de betekenissen van communicatie is contact. Je kunt bij contact bijvoorbeeld denken aan contact via een telefoon.
Een van de betekenissen van communicatie is verbinding. Je kunt bij verbinding bijvoorbeeld denken aan dat je letterlijk met elkaar in aanraking bent.
Een van de betekenissen van communicatie is verkeer. Je kunt bij verkeer bijvoorbeeld denken aan auto's op een grote weg. Die rijden heen-en-weer. Zo gaat dat ook met communicatie, dat gaat heen-en-weer.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
00:43
Wat zien je aan communicatie in de video?
Slide 7 - Open vraag
01:34
Wat kan je doen als sociaal werker in deze situatie?
Slide 8 - Open vraag
Zender en ontvanger
Slide 9 - Tekstslide
Zender en ontvanger
Zender
Ontvanger
Slide 10 - Tekstslide
Verwerkingsopdracht
Je kent nu twee begrippen: zender en ontvanger.
In tweetallen gaan we nu oefenen met zenden en ontvangen.
A. zendt (vertelt een gebeurtenis van. gisteren)
B. ontvangt (hoort de boodschap van de ander aan)
timer
3:00
Slide 11 - Tekstslide
Verwerkingsopdracht
We willen nu van rol!
B. zendt (vertelt een gebeurtenis van. gisteren)
A. ontvangt (hoort de boodschap van de ander aan)
timer
3:00
Slide 12 - Tekstslide
Wat gebeurt er als iemand je een boodschap zendt?
Dan ken je er betekenis aan toe.
Coderen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vertel in eigen woorden wat 'coderen' betekent
Slide 15 - Open vraag
Evaluatie
Aan het einde van de les kan ik in eigen woorden benoemen wat een zender en een ontvanger zijn
Aan het einde van de les kan ik in eigen woorden benoemen wat coderen betekent