Oefenen met rekenen aan vermogen

Oefenen met rekenen aan vermogen
Denk om de juiste notatie:
  • Formule
  • Berekening
  • Antwoord 
  • Eenheid
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met rekenen aan vermogen
Denk om de juiste notatie:
  • Formule
  • Berekening
  • Antwoord 
  • Eenheid

Slide 1 - Tekstslide

Lars stelt de spanningsbron daarna in op 6,0 V. Door de schakeling loopt dan een stroom van 20 mA.
Bereken het vermogen dat de spanningsbron levert.


Slide 2 - Open vraag

De spanning op een batterij is 6 V. Het vermogen van een gloeilamp is 18W. Bereken de stroomsterkte .


stroomsterkte = vermogen : spanning

Slide 3 - Open vraag


Bereken de spanning van deze boormachine.

Slide 4 - Open vraag

Bereken de stroomsterkte

Slide 5 - Open vraag

De spanning over het bovenste lampje is U=9V. Bereken de spanning over batterij.

Slide 6 - Open vraag

Hiernaast zie je het typeplaatje van een apparaat. Bereken het vermogen.

Slide 7 - Open vraag