12.2 Het zit in de familie

12.2 Het zit in de familie
  • Herhaling 12.1
  • Uitleg 12.2
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

12.2 Het zit in de familie
  • Herhaling 12.1
  • Uitleg 12.2

Slide 1 - Tekstslide

Fenotype

Homozygoot

Een "onderdrukt" allel
De allelen voor een bepaalde eigenschap
Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
De waarneembare eigenschap van een organisme
Twee gelijke allelen voor een eigenschap
Recessief allel
Gen
Heterozygoot
AA
aa
Aa

Slide 2 - Sleepvraag


Welke eigenschap is dominant?
A
Ziek
B
Gezond

Slide 3 - Quizvraag


Uit welke kruising kan je opmaken welke eigenschap dominant is?
A
B
B
C
C
D
D
E

Slide 4 - Quizvraag


Wat is het genotype van persoon 8?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 5 - Quizvraag

Nieuwe begrippen
Monogeen
  • Erfelijke aandoening bepaald door 1 gen
  • Bijv. albinisme

Drager
  • Iemand met een gezond en een ziekmakend allel
  • Elk mens heeft 6 tot 10 ziekmakende allelen

Slide 6 - Tekstslide

Recessieve overerving
  • Beide ouders zijn drager (heterozygoot)
  • Kind krijgt 2 recessieve allelen voor de erfelijke aandoening; gevolg: aangedaan ("ziek")
  • Homozygoot recessief persoon is dus "ziek" 

Slide 7 - Tekstslide

Dominante overerving
  • 1 van de ouders moet ziek zijn (heterozygoot of homozygoot dominant)
  • Kinderen met het dominante allel zijn ziek 
  • Aandoening vaak bij meerdere generaties in een familie
  • 50% kans om de ziekte als ouder door te geven

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtsgebonden recessieve overerving
  • Meestal op het X-chromosoom
  • Notitie: 

  • Kleurenblindheid

Slide 9 - Tekstslide

Kleurenblindheid
  • Gebonden aan het X-chromosoom
  • Mannen hebben maar 1 X-chromosoom dus meer kans op kleurenblindheid
  • 1 op de 12 mannen kleurenblind
  • Kans op een kleurenblind meisje <0.5%

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geslachtsgebonden dominante overerving
  • Komt bijna niet voor. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
12.2 opdracht 3 t/m 21 maken en nakijken

Slide 13 - Tekstslide