2.10 het werkwoord, moeten - niet hoeven: Ik moet werken. Ik hoef niet te werken.
2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Huiswerk voor 4-11
Thema 3 - taak 2 - 1 tot en met 6
Grammatica thema 3:
2.10 het werkwoord, moeten - niet hoeven: Ik moet werken. Ik hoef niet te werken.
2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Journaal in makkelijke taal
Grammatica: -->2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter. --> 2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
Thema 3 - taak 2 - woorden
Thema 3 - taak 2
Slide 2 - Tekstslide
Het journaal in makkelijke taal
Nieuwe leider Groenlinks- PvdA
water Utrecht moet gekookt
voetbalfans vernielen café
Slide 3 - Tekstslide
2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
Wat weet je over het imperfectum?
Zet in de chat!
Slide 4 - Tekstslide
R e g e l m a t i g
Slide 5 - Tekstslide
Imperfectum: onregelmatige werkwoorden
Weet je het woord in het imperfectum? Maak ook een zin!
Slide 6 - Tekstslide
Het imperfectum
Schrijf een verhaal bij de plaatjes! Gebruik het imperfectum!
Makkelijk? Gebruik voegwoorden (En, want, omdat) Gebruik signaalwoorden! (eerst, daarna, ook)
Slide 7 - Tekstslide
Thema 3 - taak 2 - woorden
Bekijk de woorden van taak 2. Welke woorden zijn moeilijk of onduidelijk?
Lesduur is: 120 min
