VWO H29 Kostensoorten

 H29Kostensoorten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 H29Kostensoorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een handelsonderneming?

Slide 2 - Woordweb

Handelsonderneming
Een onderneming die goederen inkoopt en zonder bewerking doorverkoopt

--> inkoopprijs / inkoopwaarde

Slide 3 - Tekstslide

Ondernemingen met een omvormingsproces

een onderneming koopt grondstoffen in, bewerkt deze en verkoopt het gemaakte product

--> inkoopprijs / inkoopwaarde

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inkopen
Leerdoel:
Je kunt onderscheid maken tussen deze kosten bij een handelsonderneming en bij een dienstverlenende onderneming met een omvormingsproces

Opgaven 25.1 en 25.2

Slide 7 - Tekstslide

29.1 Kosten duurzame productiemiddelen (DPM's)

Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat afschrijven inhoudt en afschrijvingen berekenen


Slide 8 - Tekstslide

Onder welke categorie vallen duurzame productiemiddelen (DPM's)
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen
D
Eigen vermogen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Stel....Ik koop spontaan een nieuwe auto. Ik rijd trots met mijn nieuwe auto naar huis. Thuis heb ik spijt. Ik ga terug naar de dealer. Krijg ik mijn volledige bedrag terug?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

In welk financieel overzicht zie ik de aanschafwaarde terug?
A
Balans
B
Winst en verliesrekening

Slide 14 - Quizvraag

Kosten van een DPM
  1. afschrijvingskosten
  2. interestkosten
  3. complementaire kosten 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Lineair afschrijven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Jan koopt een machine voor €10.000. De machine gaat 10 jaar mee en levert dan bij verkoop nog €500 op. Jan schrijft af met een vast percentage van de boekwaarde: 10%. De boekwaarde na 2 jaar is:
A
€ 9.000
B
€ 8.100
C
€ 9.500
D
€ 7.695

Slide 21 - Quizvraag

Hoe op de balans....
debet
credit
Auto
10.000
Afschrijvingen
2.000
Boekwaarde
8.000

Slide 22 - Tekstslide

Kosten van een DPM
  1. afschrijvingskosten
  2. interestkosten
  3. complementaire kosten 

Slide 23 - Tekstslide

Interestkosten
Als je investeert moet je geld lenen en daarover betaal je interest. Financier je het met EV dan mis je interestopbrengst en dit zijn ook interestkosten.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

25.4 Overige kosten

Leerdoel:
Je kunt interestkosten, kosten van grond, diensten van derden en kosten van belastingen beschrijven

Opgaven 25.13 t/m 25.14

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Let op: VPB, IB, BTW zijn geen kosten!

Slide 29 - Tekstslide

Opgave 25.12 - klassikaal

Slide 30 - Tekstslide

25.4 Overige kosten

Leerdoel:
Je kunt interestkosten, kosten van grond, diensten van derden en kosten van belastingen beschrijven

Opgaven 25.13 t/m 25.14

Slide 31 - Tekstslide

Maak opgaven 9 t/m 14

Slide 32 - Tekstslide