De essentie van OSPF

De essentie van OSPF
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De essentie van OSPF

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je: de basisconcepten van OSPF uitleggen, OSPF configureren en implementeren, OSPF troubleshooten en het verschil tussen OSPF en andere routingprotocollen uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over OSPF?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is OSPF?
OSPF staat voor Open Shortest Path First en is een routingprotocol dat wordt gebruikt om de beste paden voor gegevenspakketten te bepalen die door een netwerk moeten worden verzonden.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat OSPF is en waarvoor het wordt gebruikt.
OSPF-gebieden
OSPF-netwerken kunnen worden onderverdeeld in gebieden, die elk een set routers bevatten die dezelfde link state database delen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat OSPF-gebieden zijn en waarom ze belangrijk zijn.
OSPF-routerrollen
Er zijn drie routerrollen in OSPF: de backbone router, de area border router en de local router.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de drie routerrollen in OSPF.
OSPF-metrieken
OSPF gebruikt een metrische waarde, genaamd 'cost', om het beste pad voor gegevenspakketten te bepalen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat OSPF-metrieken zijn en waarom ze belangrijk zijn.
OSPF-configuratie
Om OSPF te configureren, moet je een proces-id instellen, OSPF-interfaces configureren en OSPF-gebieden instellen.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze OSPF kunnen configureren op een router.
OSPF-troubleshooting
Als OSPF-problemen optreden, kunt u verschillende tools gebruiken om het probleem op te lossen, zoals de show ip ospf- en debug ip ospf-opdrachten.

Slide 9 - Tekstslide

Demonstreer hoe u OSPF-problemen kunt oplossen met behulp van verschillende tools.
OSPF versus andere routingprotocollen
OSPF verschilt van andere routingprotocollen, zoals RIP en EIGRP, omdat het een link state protocol is in plaats van een distance vector protocol.

Slide 10 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen OSPF en andere routingprotocollen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.