Logistiek | LessonUp | Hst. 2 Logistiek in de handel

Week 2 les 2
Hst. 2 Logistiek in de handel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Week 2 les 2
Hst. 2 Logistiek in de handel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke Ronaldo ben jij nu?

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Les 1
Les 2
W1: Hst. 1 Van zand tot klant
Escaperoom
Boom
W2: Hst. 1 Van zand tot klant en Hst. 2 Logistiek in de handel
Boom X tm XX
Werkvorm xxx
W3: Hst. 2 Logistiek in de handel
Boom X tm XX
Werkvorm xxx
W4: Hst. 3 Goederenontvangst
Boom 1 tm 10
Werkvorm xxx
W5: Eventweek
W6: Hst. 3 Goederenontvangst
Boom 11 tm 20
Werkvorm xxx
W7:
W8:
W9:
Overzicht van periode 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
1.    Leerdoel (5 min)

2.    Wat is logistiek? (5 min)

3.    Theorie (10 min)

4.    Boom 1 tm 10 (30 min)

5.    Lesafsluiting (5 min)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen hst. 3
  • Je weet welke weg goederen door de bedrijfskolom afleggen.
  • Je hebt kennis van de interne en externe goederenstroom.
  • Je weet welke rol een distributiecentrum heeft in de bedrijfskolom.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is logistiek?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goederenstroom

Door de bedrijfskolom heen worden goederen verplaatst. De goederenstroom is de weg die grondstoffen en goederen afleggen van oerproducent naar consument. De organisatie van de goederenstroom noem je logistiek 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geldstroom loopt van beneden naar boven. Als je goederen inkoopt, moet je de vorige schakel in de handelsketen betalen. De volgende schakel in de keten betaalt op zijn beurt aan jou.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De informatiestroom beweegt zich in beide richtingen. Bij elke stap geven de schakels elkaar informatie. Als partij A goederen levert, geeft zij dit door aan de volgende schakel (partij B).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Werk in duo's
  • Je krijgt de geprinte opdracht van de docent
  • Werk voor ieder product de goederenstroom uit zoals uitgelegd is in het voorbeeld
  • Tijd: max 20 minuten. Klaar? Inleveren bij de docent
Recap les 1: volg het product

Slide 13 - Tekstslide

Docentinstructie: neem na deze oefening de handgeschreven opdracht in, bespreek een paar antwoorden

Lesafsluiter: Welke van de drie stromen (goederen, informatie of geld) denk jij dat het snelst problemen veroorzaakt als die niet goed verloopt – en waarom?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde les 2 W2, begin les 1 W3

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 3 les 1
Hst. 2 Logistiek in de handel

Slide 16 - Tekstslide

slide met planning en lesdoelen op slide 3 en 5
Vandaag
1.    Recap vorige les (5 min)

2.    Theorie (10 min)

4.    Boom 2 tm 4 (20 min)

5.    Lesafsluiting (10 min)


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Goederenstroom

  • Informatiestroom

  • Geldstroom

Korte werkvorm: 3 situaties
Recap vorige les: stromen

Slide 18 - Tekstslide

Docentinstructie: neem na deze oefening de handgeschreven opdracht in, bespreek een paar antwoorden
Werkvorm: herken de stroom (5 minuten)                        
Situatie:
"Een klant betaalt met iDEAL voor een nieuwe smartphone"

- Welke stroom is het?
- Waarom denk je dat?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: herken de stroom (5 minuten)                        
Situatie:
"De winkel stuurt een verzendbevestiging naar de klant"

- Welke stroom is het?
- Waarom denk je dat?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: herken de stroom (5 minuten)                        
Situatie:
"Een pallet met dozen Red Bull wordt afgeleverd bij de groothandel"

- Welke stroom is het?
- Waarom denk je dat?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goederenontvangst           Goederenopslag
  • Tijdstip weten is belangrijk 
  • Voldoende personeel en plaats in magazijn
  • Opslagmiddelen
  • (interne) Transportmiddelen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorraad beheer                Afname door verkoop
  • Registreren, bijhouden en bewaken van voorraad
  • Voorraadmodellen
  • Administratie belangrijk

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Distributiecentrum
  • Centraal magazijn dat wordt gebruikt om goederen tijdelijk op te slaan
  • Distributie is een ander woord voor verdelen
  • Vaak op industrieterrein of rand van de stad. Waarom denk je?
  • Alle handelingen van, naar en in het distributiecentrum horen bij de externe goederenstroom, want het gebeurt buiten je eigen bedrijf.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Opdracht 1 tm 4 hst. 2 Logistiek in de handel

  • 20 minuten
Boom opdrachten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesafsluiter
Waar of niet waar? (5 minuten)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Een distributiecentrum levert direct aan klanten thuis.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
In een distributiecentrum worden producten tijdelijk opgeslagen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Een distributiecentrum verwerkt retourzendingen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
In een distributiecentrum wordt vooral geproduceerd.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Vanuit een distributiecentrum worden winkels en klanten bevoorraad.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde les 1 W3, begin les 2 W3

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morgen maken: recap les 2, werkvorm en boom 5 tm 9

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
1.    Recap vorige les (5 min)

2.    Boom hst 2 5 tm 9 (15 min)

3.    Werkvorm Schakelkracht (20 min)

4.    Lesafsluiting (5 min)


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Nodig: pen en papier
  • 1 minuut: beantwoord de volgende vragen
- Wat is een distributiecentrum (DC)?
- Wie gebruikt een distributiecentrum?
- Waarom is een DC belangrijk in de logistiek?
  • Klaar? Check het antwoord van je buurman
  • Afsluiten: 2 of 3 reacties klassikaal behandelen
Recap les 1: DC - wie, wat, waarom?

Slide 37 - Tekstslide

Docentinstructie: neem na deze oefening de handgeschreven opdracht in, bespreek een paar antwoorden
Distributiecentrum
  • Centraal magazijn dat wordt gebruikt om goederen tijdelijk op te slaan
  • Distributie is een ander woord voor verdelen
  • Vaak op industrieterrein of rand van de stad. Waarom denk je?
  • Alle handelingen van, naar en in het distributiecentrum horen bij de externe goederenstroom, want het gebeurt buiten je eigen bedrijf.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Opdracht 5 tm 9  hst. 2 Logistiek in de handel

  • 15 minuten
Boom opdrachten

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Docent deelt geprinte opdracht uit
  • Groepjes van max 4 studenten
  • Doel: Je leert hoe samenwerking werkt in de bedrijfskolom. Wie doet wat, wanneer, en met wie? En wat gebeurt er als één schakel faalt?
  • Tijd: 20 minuten. Vul het schema in. Klaar? Lever in bij de docent
Werkvorm: schakelkracht

Slide 40 - Tekstslide

Docentinstructie: neem na deze oefening de handgeschreven opdracht in, bespreek een paar antwoorden

Lesafsluiter: Wat zou er gebeuren als er één dag lang géén distributiecentra zouden functioneren in Nederland – wie zou dat het eerst merken, en waarom?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies