In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Er is sprake van RUIS in het gesprek. Wat is de oorzaak van de ruis?
A
Sjoerd decodeert de boodschap verkeerd.
B
Sjoerd kan Suzanne niet zo goed zien.
C
Er zijn harde geluiden in de activiteitenruimte waardoor de boodschap niet goed overkomt.
Slide 8 - Quizvraag
AIDA staat voor:
A
awsome; interest, desire;action
B
attention; interest; desire en awesome
C
attenntion; interest; desire en action
D
always, is, defenitly, always
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke vorm van marketing is het informeren van de vaste klanten een belangrijke doelstelling?
A
Affiliate marketing
B
E-mailmarketing
C
Solomo marketing
D
Zoekmachinemarketing
Slide 10 - Quizvraag
Een salesmanager stuurt zijn commerciële medewerkers aan op intensief contact met klanten. De verkopers denken met klanten mee en hebben veel technische kennis. Welke verkoopmethode is dit
A
Behoeftegerichte
B
Procesgerichte
C
Relatie advies
D
Probleemoplossend
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van de sales-funnel?
A
Prospects | Leads | Hot prospects| Order
B
Leads | Suspects | Cold prospect | Hot prospect | Order
C
Order| Hot prospect | Cold Prospect | Leads| Suspects
D
Suspects | Leads | Cold prospect | Hot prospect | Order
Slide 12 - Quizvraag
CRM staat bij Sales voor;
A
Customer; real; management
B
cultuur; recreatie; maatschappelijkwerk
C
cost; return; money
D
customer; relationship; management
Slide 13 - Quizvraag
Wat is CRM?
A
Een gesprekspanel waar gebruikers hun mening geven over merken en
producteigenschappen.
B
Een klantenregister dat voornamelijk wordt gebruikt voor
marktonderzoek.
C
Een verkoopinformatiesysteem met een database waar commerciële
informatie wordt opgeslagen.
Slide 14 - Quizvraag
variabele kosten
constante kosten
inkoopwaarde van de omzet
huurkosten
afschrijvingskosten
loonkosten
financieringskosten
hypotheekrente
Slide 15 - Sleepvraag
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Vasteklantenkorting
C
Betalingskortin
D
Seizoenskorting
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel vragen had je goed? +Wat ga je doen om de volgende keer beter te scoren?
Slide 17 - Open vraag
Welke tips geef je voor deze les + welke tops geef je voor deze les