001 Chemische reacties

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik practica
Chemische reacties of niet?

Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en er ontstaan nieuwe stoffen, de reactieproducten.
  • De beginstoffen hebben andere stofeigenschappen dan de reactieproducten.
  • Schrijf dus ALTIJD op hoe de beginstoffen en de reactieproducten eruit zien.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik practica
Kaarsvet en kippe eiwit worden beide verwarmd en daarna afgekoeld.
  • Het kaarsvet is een witte vaste stof en wordt naar afkoelen een witte vaste stof, dus GEEN chemische reactie.
  • Het kippe eiwit is een gele vloeistof en wordt naar afkoelen een witte vaste stof, dus WEL een chemische reactie.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik practica
Platina en magnesium worden in een hete vlam gehouden.
  • Platina is een grijze vaste stof en na het verhitten en afkoelen een grijze vaste stof, GEEN chemische reactie.
  • Magnesium is een grijze vaste stof en na verhitten en afkoelen een witte vaste stof, er komt zelfs fel licht vanaf, WEL chemische reactie.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik practica
Koperoxide en demiwater of zwavelzuur verwarmd.
  • Koperoxide is een zwarte vaste stof en demiwater en zwavelzuur zijn heldere kleurloze vloeistoffen.
  • Koperoxide met demiwater geeft een zwarte suspensie, dus GEEN chemische reactie.
  • Koperoxide met zwavelzuur geeft een heldere blauwe vloeistof, dus WEL een chemische reactie.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik practica
natriumchloride en kaliumjodide gemend met kopersulfaat oplossing.
  • Natriumchloride en kaliumjodide zijn kleurloze vloeistoffen en kopersulfaat is blauwe vloeistof.
  • Natriumchloride en kopersulfaat geven een licht blauwe oplossing, GEEN chemische reactie.
  • Kaliumjodide en kopersulfaat geven een troebele gele suspensie, WEL een chemische reactie.

Slide 6 - Tekstslide

Ontledingsreacties
Bij een ontledingsreactie heb je energie nodig om de reactie op gang te houden.

Vormen van energie zijn: licht, elektriciteit en warmte, maar ook beweging en geluid zijn vormen van energie.
  • Reacties waarbij we energie moeten toevoegen noemen we een endotherme reactie.

Slide 7 - Tekstslide

Ontledingsreacties
Een kenmerk van een ontledingsreactie is dat je een beginstof hebt en meerdere reactieproducten.

Algemene reactieschema

A                B + C (+D + ...)

Slide 8 - Tekstslide

We doen drie type ontledingsreacties
Demonstratie
  • Elektrolyse: ontleding door elektriciteit
  • Thermolyse: ontleding door warmte

Leerlingproef
  • Fotolyse: ontleding door licht

Slide 9 - Tekstslide

Chemische reacties
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en er ontstaan nieuwe stoffen, de reactieproducten.

Slide 10 - Tekstslide

Chemische reacties
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en er ontstaan nieuwe stoffen, de reactieproducten.
beginstof(fen)                            reactieproduct(en)

Slide 11 - Tekstslide

Energie effecten

Slide 12 - Tekstslide

Energie effecten
Exotherm:
Er komt bij de reactie energie vrij.

Endotherm: 
Er moet aan de reactie energie worden toegevoegd.

Slide 13 - Tekstslide

Ontledingsreacties: endotherme reacties
Bij een ontledingsreactie heb je 1 beginstof.
Er zijn drie soorten ontledingsreacties.
  1. Thermolyse: ontleding door middel van warmte.
  2. Elektrolyse: ontleding door middel van elektriciteit.
  3. Fotolyse: ontleding door middel van licht.

Slide 14 - Tekstslide

Thermolyse: ontleding door middel van warmte.
hout (vast)  


  
zwart (vast) + walm (vast in gas) + helder (vloeibaar) 

Ontledingsreacties: endotherme reacties

Slide 15 - Tekstslide

Elektrolyse: ontleding door middel van elektriciteit.
Ontledingsreacties: endotherme reacties

Slide 16 - Tekstslide

Elektrolyse: ontleding door middel van elektriciteit.
water (vloeibaar)  


  
waterstof (gas) + zuurstof(gas) 

Ontledingsreacties: endotherme reacties

Slide 17 - Tekstslide

Elektrolyse: ontleding door middel van elektriciteit.
water (vloeibaar)  


  
waterstof (gas) + zuurstof(gas) 

blafje
Ontledingsreacties: endotherme reacties

Slide 18 - Tekstslide

Elektrolyse: ontleding door middel van elektriciteit.
water (vloeibaar)  


  
waterstof (gas) + zuurstof(gas) 

blafje
Ontledingsreacties: endotherme reacties
feller branden

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de juiste omschrijving naar de juiste ontleding.
Thermolyse
Fotolyse
Elektrolyse
Ontleding met behulp van licht
Ontleding met behulp van warmte
Ontleding met behulp van elektriciteit

Slide 20 - Sleepvraag

Met behulp van elektrische energie wordt onder andere aluminium gemaakt uit aluminiumerts.
Dit is een ...
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
D
Geen ontleding

Slide 21 - Quizvraag

Bij een endotherme reactie...
A
komt er energie vrij
B
is er alleen heel even energie nodig
C
is er continu energie nodig

Slide 22 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is endotherm?
A
Het stollen van ijs
B
Verbranding van aardappelen in je lichaam
C
Condenseren van waterdamp
D
Het smelten van ijs

Slide 23 - Quizvraag

Als je koperoxide laat reageren met zwavelzuur ontstaat er kopersulfaat.
Geef het reactieschema van deze reactie.

Slide 24 - Open vraag

2.4 Micro en macro
In een bekerglas zit waterstofperoxide, hieraan voeg je koper toe waardoor er chalcanthiet ontstaat. Als je aan chalcanthiet natronloog toevoegt ontstaat er bremerblauw. Na het verwarmen van bremerblauw ontstaat er tenoriet
Aan het tenoriet wordt zoutzuur toegevoegd waardoor er eriochaliet ontstaat. In de oplossing van eriochaliet worden een paar snippers aluminium toegevoegd, waardoor er weer koper ontstaat.

Slide 25 - Tekstslide

Geef het kringloopschema van koper. Teken het schema in paint, in WORD of op een whitebordje.
Maak een screenshot en lever de foto in.

Slide 26 - Open vraag

2.4 Micro en macro
Wanneer er gesproken wordt over de zaken die we met zintuigen kunnen waarnemen, dingen die we kunnen meten en wegen noemen we dit de macro schaal. 

Slide 27 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Wanneer er gesproken wordt over de zaken die we met zintuigen kunnen waarnemen, dingen die we kunnen meten en wegen noemen we dit de macro schaal.
  • Je ziet dat kaarsvet smelt bij verwarmen. 
  • Je ziet dat suiker oplost in water.
  • Je ziet dat gassen ontstaan bij de elektrolyse van water.

Slide 28 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Maar in de scheikunde is ook de micro schaal heel erg belangrijk. Dat is de schaal van de moleculen en de atomen, de aller kleinste deeltjes.

Slide 29 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Op micro schaal zeggen we dat de kaarsvet moleculen in de vaste fase niet kunnen verplaatsen, maar bij een hogere temperatuur sneller gaan bewegen en zich wel kunnen verplaatsen. 
  • We zien dat op macroschaal als ‘smelten’. 

Slide 30 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Als suiker oplost in water komen de suikermoleculen los van elkaar en mengen zich met de watermoleculen. 
  • Dat is een verklaring op micro schaal, je praat dan over de deeltjes, moleculen. 

Slide 31 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
De elektrolyse van water: op micro schaal vallen de H2O moleculen uit
elkaar in nieuwe moleculen, H2 en O2 moleculen.

Slide 32 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
De elektrolyse van water: op micro schaal vallen de H2O moleculen uit
elkaar in nieuwe moleculen, H2 en O2 moleculen.

Slide 33 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Verbranding op macroniveau: zintuigen

Slide 34 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
Verbranding op macroniveau: zintuigen
Verbranding op microniveau: moleculen/atomen

Slide 35 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
In de vaste fase (solid) zitten de moleculen dicht op elkaar en kunnen ze zich niet verplaatsen. Dit komt door aantrekkingskrachten tussen de moleculen, de zogeheten vanderwaalsbinding.

Slide 36 - Tekstslide

2.4 Micro en macro
In de vaste fase (solid) zitten de moleculen dicht op elkaar en kunnen ze zich niet verplaatsen. Dit komt door aantrekkingskrachten tussen de moleculen, de zogeheten vanderwaalsbinding.
Diffusie:
Moleculen die zich vanzelf verplaatsen.
  • bijv. deodorant

Slide 37 - Tekstslide