Wat verandert er door de toename van het aandeel kansrijken in de inrichting van de stad?
Slide 6 - Mind map
De sociale cohesie verandert door gentrification. Leg dit uit met behulp van een voorbeeld.
Slide 7 - Open question
Drie type stedelijk beleid
stadsvernieuwing ('60-'80): vooral gericht op vernieuwing van woningen door renovatie en het opknappen van de woonomgeving (bewonerssamenstelling blijft onveranderd)
Stedelijke vernieuwing (opvolger stadsvernieuwingsbeleid): verbetering van achterstandswijken door aandacht te besteden aan drie aspecten: kwaliteit van woningen, kwaliteit van de leefomgeving en de problematiek van bewoners.
herstructurering (vanaf jaren '90): verouderde en verloederde wijken worden planmatig aangepakt. Met name door herinrichting, saneren en functieverandering gericht op aantrekken sociaal economisch hogere klasse.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de type stedelijk beleid?
-stadvernieuwing richt zich alleen op verbetering woningen, stedelijke vernieuwing ook op problematiek bewoners en kwaliteit leefomgeving.
-Bij herstructurering is er sprake van sloop en nieuwbouw waardoor de samenstelling van bevolking verandert. (gentrification)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Stelling: Gentrificatie is goed voor Amsterdam Zuid-Oost. Eens of oneens? Noem je argument.
Slide 11 - Open question
Gentrification
sociaal economisch lagere klasse maakt plaats voor sociaal economisch hogere klasse.
Waarom is dit gunstig voor:
voorzieningenniveau
drempelwaarde
Waarom is dit nadelig voor:
sociaal economisch lagere klasse
sociale cohesie
Slide 12 - Slide
Waarom is gentrification gunstig voor: voorzieningenniveau en de drempelwaarde?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Hoe noemt men wijken die in 2007 aangewezen zijn door de toenmalige minister als probleemwijken.
A
Krachtwijken
B
Prachtwijken
C
Vogelaarwijken
D
Achterstandswijken
Slide 17 - Quiz
Hoeveel wijken zijn destijds aangewezen als probleemwijk?
A
40
B
50
C
60
D
70
Slide 18 - Quiz
Is het beleid dat sinds 2000 in de wijk Klarendal wordt gevoerd een voorbeeld van een vogelaarwijk?
A
Ja, want het was een achterstandswijk
B
Nee, het Vogelaarbeleid bestaat pas sinds 2007
C
Ja, want de problemen zijn nu opgelost
D
Nee, er speelde hele andere problemen
Slide 19 - Quiz
Wat is de oorzaak van de problemen zoals in Klarendal en Hillesluis?
A
Urbanisatie van sociaal economisch lagere klasse
B
Suburbanisatie sociaal economisch hogere klasse
C
Immigratie van allochtonen
D
Vertrek ondernemers
Slide 20 - Quiz
Na verpaupering heeft men de wijk opgeknapt, dit noem je.....
A
restaureren
B
herstructureren
C
stadsvernieuwing
D
renoveren
Slide 21 - Quiz
Winkels vertrokken uit Klarendal. Waardoor gebeurde dit?
A
Winkels haalde de reikwijdte niet meer.
B
Winkels haalde de drempelwaarde niet meer.
C
Winkels haalde het draagvlak niet meer.
D
Het verzorgingsgebied van winkels werd kleiner.
Slide 22 - Quiz
Welke sector werd de motor achter de wederopstandig van Klarendal?
A
Primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sectorc
D
creatieve sector
Slide 23 - Quiz
Welke begrippen zijn nu van toepassing op Klarendal?
De oorspronkelijke bewoners vinden niet alle ontwikkelingen tof. De komst van mensen van buitenaf bevordert niet altijd de...................................