paragraaf 4.1 Nederland geheel geordend deel 2

Leerdoelen paragraaf 4.1 deel 2
-je kunt uitleggen op welke manier de overheid stedelijke problemen probeert op te lossen.

je kent de betekenis van de volgende begrippen:

stedelijke vernieuwing-sociale cohesie-herstructurering-gentrification-yup-dinki
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen paragraaf 4.1 deel 2
-je kunt uitleggen op welke manier de overheid stedelijke problemen probeert op te lossen.

je kent de betekenis van de volgende begrippen:

stedelijke vernieuwing-sociale cohesie-herstructurering-gentrification-yup-dinki

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De stad
Opbouw: 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat verandert er door de toename van het aandeel kansrijken in de inrichting van de stad?

Slide 6 - Mind map

De sociale cohesie verandert door gentrification. Leg dit uit met behulp van een voorbeeld.

Slide 7 - Open question

Drie type stedelijk beleid
  • stadsvernieuwing ('60-'80):  vooral gericht op vernieuwing van woningen door renovatie en het opknappen van de woonomgeving (bewonerssamenstelling blijft onveranderd)

  • Stedelijke vernieuwing (opvolger stadsvernieuwingsbeleid): verbetering van achterstandswijken door aandacht te besteden aan drie aspecten: kwaliteit van woningen, kwaliteit van de leefomgeving en de problematiek van bewoners.

  • herstructurering (vanaf jaren '90): verouderde en verloederde wijken worden planmatig aangepakt. Met name door herinrichting, saneren en functieverandering gericht op aantrekken sociaal economisch hogere klasse.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de type stedelijk beleid?
-stadvernieuwing richt zich alleen op verbetering woningen, stedelijke vernieuwing ook op problematiek bewoners en kwaliteit leefomgeving.

-Bij herstructurering is er sprake van sloop en nieuwbouw waardoor de samenstelling van bevolking verandert. (gentrification)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stelling: Gentrificatie is goed voor Amsterdam Zuid-Oost. Eens of oneens? Noem je argument.

Slide 11 - Open question

Gentrification
sociaal economisch lagere klasse maakt plaats voor sociaal economisch hogere klasse.

Waarom is dit gunstig voor:
voorzieningenniveau
drempelwaarde

Waarom is dit nadelig voor:
sociaal economisch lagere klasse
sociale cohesie

Slide 12 - Slide

Waarom is gentrification gunstig voor:
voorzieningenniveau en de drempelwaarde?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Hoe noemt men wijken die in 2007 aangewezen zijn door de toenmalige minister als probleemwijken.
A
Krachtwijken
B
Prachtwijken
C
Vogelaarwijken
D
Achterstandswijken

Slide 17 - Quiz

Hoeveel wijken zijn destijds aangewezen als probleemwijk?
A
40
B
50
C
60
D
70

Slide 18 - Quiz

Is het beleid dat sinds 2000 in de wijk Klarendal wordt gevoerd een voorbeeld van een vogelaarwijk?
A
Ja, want het was een achterstandswijk
B
Nee, het Vogelaarbeleid bestaat pas sinds 2007
C
Ja, want de problemen zijn nu opgelost
D
Nee, er speelde hele andere problemen

Slide 19 - Quiz

Wat is de oorzaak van de problemen zoals in Klarendal en Hillesluis?
A
Urbanisatie van sociaal economisch lagere klasse
B
Suburbanisatie sociaal economisch hogere klasse
C
Immigratie van allochtonen
D
Vertrek ondernemers

Slide 20 - Quiz

Na verpaupering heeft men de wijk opgeknapt, dit noem je.....
A
restaureren
B
herstructureren
C
stadsvernieuwing
D
renoveren

Slide 21 - Quiz

Winkels vertrokken uit Klarendal. Waardoor gebeurde dit?
A
Winkels haalde de reikwijdte niet meer.
B
Winkels haalde de drempelwaarde niet meer.
C
Winkels haalde het draagvlak niet meer.
D
Het verzorgingsgebied van winkels werd kleiner.

Slide 22 - Quiz

Welke sector werd de motor achter de wederopstandig van Klarendal?
A
Primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sectorc
D
creatieve sector

Slide 23 - Quiz

Welke begrippen zijn nu van toepassing op Klarendal?
A
sociaal economisch hogere klasse, gentrification, yup, dinki
B
Sociaal economisch lagere klasse, gentrification
C
Verpaupering, segregatie en criminaliteit
D
sociaal economisch hogere klasse, suburbanisatie, veiligheid

Slide 24 - Quiz

De oorspronkelijke bewoners vinden niet alle ontwikkelingen tof. De komst van mensen van buitenaf bevordert niet altijd de...................................
A
re-urbanisatie
B
werkgelegenheid
C
sociale cohesie
D
compacte stad

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide