Optellen en aftrekken

298 + 45=
A
300+47
B
300+43=
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

298 + 45=
A
300+47
B
300+43=

Slide 1 - Quiz

395 + 75=
A
400+70
B
400+80

Slide 2 - Quiz

35
10
13
18
28
9

Slide 3 - Drag question

Optellen
Als je twee getallen bij elkaar optelt, noem je het antwoord de som van de getallen.
- Bij een optelling mag je de volgorde van de getallen wisselen.

- Je kunt op verschillende manieren optellen:
1. Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs of traditioneel.

Slide 4 - Slide

Handig optellen met strategieën zoals 
Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 
Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 
Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)
Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 
Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)
Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

Slide 5 - Slide

2 manieren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

545 + 99=
A
545+100+1
B
545+100-1

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Aftrekken
Als je twee getallen van elkaar aftrekt, noem je het antwoord het verschil van de getallen. Bij aftrekken mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren aftrekken
 1.Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 10 - Slide

2 manieren

Slide 11 - Slide

158 - 97=
A
158-100+3
B
158-100-3

Slide 12 - Quiz

Vermenigvuldigen
- Vermenigvuldigen is herhaald optellen. Als je getallen met elkaar vermenigvuldigt, noem je het antwoord het product van de getallen.
- Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen. 
Je kunt op verschillende manieren vermenigvuldigen
1. Uit het hoofd
2.  Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

2 manieren

Slide 15 - Slide

325 x 78

Slide 16 - Mind map

Vermenigvuldigingen oefenen

Slide 17 - Slide

Staartdeling
Staartdeling oefenen

Slide 18 - Slide

756 :12 =

Slide 19 - Open question

1
2
3
4
Plus en min
Vermenigvuldigen en delen
Machten en wortels
Haakjes

Slide 20 - Drag question

Gemiddelde
Wat is het gemiddelde van deze frequentietabel?

Slide 21 - Slide

Uitwerking:
Som van alle getallen
4 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 8 
        1x4+5x5+8x6+4x7+2x8= 116

Aantal getallen = 20
          5+1+8+4+2 = 20
berekening:
116 : 20 = 5,8
gemiddelde = 5,8

Slide 22 - Slide

Wat heeft voorrang? Zet in de juiste volgorde
Kwadrateren
Haakjes
Vermenigvuldigen en delen 
Optellen en aftrekken

Slide 23 - Drag question