1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Bruto – Netto (1 min)
Stel: je werkt 10 uur voor €10 per uur bruto. Op je bankrekening wordt €85 loon gestort .
👉 Hoe kan dat?
Inkomensverschillen (2 min)
Wie verdient volgens jou meer: een profvoetballer of een verpleegkundige?
👉 Waarom is dat zo?
Prijsstijging (2 min)
Een brood kostte vorig jaar €2,00 en nu €2,40.
👉 Wat betekent dit voor mensen met hetzelfde inkomen? (gevolg: besteedbaar inkomen daalt)
1. Bruto – Netto (1 min)
Stel: je werkt 10 uur voor €10 per uur bruto. Op je bankrekening wordt €85 loon gestort .
👉 Hoe kan dat?
2. Inkomensverschillen (1 min)
Wie verdient volgens jou meer: een profvoetballer of een verpleegkundige?
👉 Waarom is dat zo?
3. Prijsstijging (1 min)
Een brood kostte vorig jaar €2,00 en nu €2,40.
👉 Wat betekent dit voor mensen met laag en een hoog inkomen?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bruto – Netto (1 min)
Stel: je werkt 10 uur voor €10 per uur bruto. Op je bankrekening wordt €85 loon gestort .
👉 Hoe kan dat?
Inkomensverschillen (2 min)
Wie verdient volgens jou meer: een profvoetballer of een verpleegkundige?
👉 Waarom is dat zo?
Prijsstijging (2 min)
Een brood kostte vorig jaar €2,00 en nu €2,40.
👉 Wat betekent dit voor mensen met hetzelfde inkomen? (gevolg: besteedbaar inkomen daalt)
1. Bruto – Netto (1 min)
Stel: je werkt 10 uur voor €10 per uur bruto. Op je bankrekening wordt €85 loon gestort .
👉 Hoe kan dat?
2. Inkomensverschillen (1 min)
Wie verdient volgens jou meer: een profvoetballer of een verpleegkundige?
👉 Waarom is dat zo?
3. Prijsstijging (1 min)
Een brood kostte vorig jaar €2,00 en nu €2,40.
👉 Wat betekent dit voor mensen met laag en een hoog inkomen?

Slide 1 - Slide

1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Slide 2 - Slide

Doelen
1. Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon 
2. Ik weet wat inkomensverschillen zijn en kan aangeven hoe deze ontstaan 
3. Ik kan de gevolgen van prijsstijgingen benoemen voor het besteedbaar inkoen.
4. Ik kan de Lorenzcurve aflezen

Slide 3 - Slide

Kun je je geld vrij uitgeven ?
Niet-vrij besteedbaar inkomen = hypotheek, huur, verzekeringen
Het is geld wat je aan bepaalde dingen moet uitgeven. (vaste lasten)

Vrij besteedbaar inkomen = Na al je verplichte uitgaven houd je het vrij besteedbare inkomen over.

Slide 4 - Slide

Welvaart > besteedbaar inkomen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Begrip:
minimum inkomen

Slide 12 - Slide

Minimum inkomen

Slide 13 - Slide

Inkomensverschillen
Inkomensverschillen
Inkomensverschillen kunnen onstaan door een verschil in o.a.:
Leeftijd
Ervaring
Verantwoordelijkheden 
Zwaarte van het beroep
Opleiding 
On- of regelmatige uren
Modaal inkomen
Het meest voorkomende inkomen (NIET het gemiddelde).

Ongeveer de helft van modaal = minimum inkomen (= minimaal moet verdienen)
Minimum inkomen
 minimum inkomen (= minimaal moet verdienen)

Slide 14 - Slide

Nationaal inkomen


Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.

Welke inkomens hadden we nog maar geleerd?
  1. Loon
  2. Winst
  3. Rente
  4. Huur
  5. Pacht
 



Nationaal inkomen

Slide 15 - Slide

Inkomensverdeling over een land eerlijk?

De verdeling van het totale

inkomen over de inwoners.

Slide 16 - Slide

Hoe is het inkomen in een land verdeeld?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Hier zou 75% van de bevolking 65% van het inkomen verdienen

Hier verdiend 75 % van de bevolking 25% van het inkomen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Lorenzcurve
Wat kun je ermee?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.

Slide 26 - Slide

Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten = alle nadelen die de samenleving heeft van een hogere productie bij bedrijven

Slide 27 - Slide

Voorbeelden van maatschappelijke kosten

Slide 28 - Slide