16-06

Welcome
  •  Get something on the table to take notes.
  • Put your phone away
  • Get ready to start
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome
  •  Get something on the table to take notes.
  • Put your phone away
  • Get ready to start

Slide 1 - Slide

Today
  • Planning what you need to do still
  • Repeat grammar
  • Work on credits
  • Learn for test
  • 7de uur: mondelingen

Slide 2 - Slide

What needs to be done?
  •  Mondelingen
  • Inhaaltoetsen: Brieftoets? Poetry Dossier?
  • Credits: In totaal 20 punten. Deadline 22 juni
  • Toetsweek: Of Course
  • Zorg dat je je inhaaltoetsen en credits voor de toetsweek klaar hebt.

Slide 3 - Slide

Wat moet je weten voor de toets?
Unit 3: All vocabulary + expressions
Grammar:
- Present perfect continuous/the continous form
- Direct/indirect speech
- Passive
- Future

Slide 4 - Slide

The continuous form
- Present continuous: I am walking
- Past continous: I was walking
- Present perfect continous: I have been walking
- Past perfect continous: I had been walking

Slide 5 - Slide

Present Continuous
  • Gebruik: Als iets nu aan de gang is (en van korte duur)
  • Regel: To be + ww + -ing
  • Voorbeeld: I am walking

Past Continuous
  • Gebruik: Als iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was.
  • Gebruik: Iets was aan de gang en werd onderbroken.
  • Regel: was/were + ww + -ing
  • Voorbeeld: I was walking
  • Voorbeeld: Mark had an accident when he was walking home

Slide 6 - Slide

Present perfect continous
  • Gebruik: Als iets in het veleden begonnen is en nog steeds voortduurt of net afgelopen is en de nadruk ligt op tijdsduur (irritatie)
  • Regel: have + been + ww + -ing
  • Voorbeeld: We have been playing for hours and still the game isn't over

Past perfect continous
  • Gebruik: Als de nadruk ligt op tijdsduur en het over een periode in het veleden gaat. De spreker vond iets lang duren. 
  • Regel: Had + been + ww + -ing
  • Voorbeeld: We had been waiting for an hour when he finally arrived.

Slide 7 - Slide

Wat moet je onthouden?
  •  Ligt de nadruk op tijdsduur? Duurt iets lang volgens de spreker? Dan moet je vaak een present/past perfect continuous gebruiken.
  • In andere gevallen present/past continous.
  • Let dus ook op de tijdsbepalingen in de zin!
  • Let goed op of je alle onderdelen van de regels hebt verwerkt! Heb je to be? have/had? Been? Ww + ing?

Slide 8 - Slide

Direct/Indirect speech
She said: "I'm home!" vs. She said (that) she was home.
She said: "Is was in NY last year." vs. She said (that) she had been in NY last year.
He says: "I have been fired." vs. He said (that) he had been fired.

Slide 9 - Slide

Van direct naar indirect
  •  Van dubbele punt en aanhalingstekens naar "she said that"
  • Let op de werkwoordstijden. Die veranderen!

Slide 10 - Slide

Tenses change
Direct speech vs indirect speech
  • Present simple -> past simple
  • She said: "I'm home!" -> She said that she was home.
  • Past simple -> Past perfect
  • She said: "I was in NY last year." vs. She said (that) she had been in NY last year.
  • Present perfect -> Past perfect
  • He says: "I have been fired." vs. He said (that) he had been fired.

Slide 11 - Slide

Hoe pak je dit aan?
  •  Als je van direct naar indirect gaat: identificeer in welke tijd die staat. In welke tijd moet ie dan staan in de indirecte zin?
  • Verandert het onderwerp?
  • Heb je ergens that toegevoegd?

Slide 12 - Slide

Passive
  •  The car hit the tree vs. The tree was hit (by the car)
  • Je draait het lijdend voorwerp en het onderwerp om.
  • Het gaat er niet om wie iets doet, maar om wat er gebeurt.
  • Wil je wel weten wie het doet in de passive dan gebruik je: by...

Slide 13 - Slide

Lijdende constructies
  •  Lijdende constructies met "er" zoals in het Nederlands zijn er niet in het Engels
  • Dit wordt vervangen met een ander onderwerp
  • Er is te weinig aandacht besteed aan de grammatica ->      Not enough attention has been paid to the grammar.
  • Geen "There" aan het begin van de zin

Slide 14 - Slide

Lijdende constructies
  •  Er zijn wel lijdende constructies met "er" in het Engels. Daarvoor gebruik je "it"
  • It has been said that he is very ill

Slide 15 - Slide

Pronouns
Als in het Nederlands de meewerkend voorwerpsvorm wordt gebruikt (ons, mij, hem), wordt in het Engels het persoonlijk voornaamwoord gebruikt.
Dus: Ons werd meegedeeld -> We were informed

Slide 16 - Slide

Future

Slide 17 - Slide

Vragen?
Mogelijkheid voor extra uitleg/oefenen in een klein groepje.

Slide 18 - Slide

Zelf aan de slag
  •  Verschillende opties:
  • 1. Leren voor de toets
  • 2. Credits
  • 3. Andere opdrachten afmaken voor Engels
  • Geen andere vakken!
  • Fluisterend werken.
  • Klaar? Doe iets voor jezelf

Slide 19 - Slide

Tot morgen!

Slide 20 - Slide