Een jongvolwassene worden 2.16 - Paul Abma

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 5

EEN  JONGVOLWASSENE WORDEN   LES 2.16

EEN  JONGVOLWASSENE WORDEN   LES 2.16

Debat & Dialoog

1. Stoer doen heeft geen zin, het gaat om goed nadenken en eerlijk 

       zijn naar anderen en jezelf

2. We luisteren echt (goed) naar elkaar

3. Als je jouw mening zegt, leg je met voorbeelden uit waarom je 

        dat vindt

4. Je durft ook toe te geven als je dat van binnen zo voelt

5. We gaan niemand aanvallen, maar zeggen onze mening over 

        wat de ander ergens van vindt

6. De debatleider neemt de beslissing wie het D&D gewonnen 

        heeft of dat het gelijkspel is (groep paars of groep groen 

Of je écht voor of tegen bent maakt niet uit.

Je leert juist veel van het zoeken naar dingen (argumenten) waar je het niet mee eens bent.

Net als in Finland moeten leerlingen na elke les van 45 minuten een pauze van 15 minuten hebben.

JA

NEE

Net als in Finland moeten leerlingen na elke les van 45 minuten een pauze van 15 minuten hebben.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

Aan het eind van elke les moeten de leerlingen zelf bepalen wat ze als huiswerk gaan maken.

JA

NEE

Aan het eind van elke les moeten de leerlingen zelf bepalen wat ze als huiswerk gaan maken.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

Al het huiswerk moet tijdens schooltijden gemaakt kunnen worden.

JA

NEE

Al het huiswerk moet tijdens schooltijden gemaakt kunnen worden.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

Leerlingen moeten elkaar overhoren tijdens de lessen.

JA

NEE

Leerlingen moeten elkaar overhoren tijdens de lessen.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

Leerlingen moeten tijdens de lessen meer met elkaar discussiëren over de lesstof.

JA

NEE

Leerlingen moeten tijdens de lessen meer met elkaar discussiëren over de lesstof.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

Leraren die veel praten zijn minder goede leraren.

JA

NEE

Leraren die veel praten zijn minder goede leraren.

JA

SOMS WEL

SOMS NIET

NEE

EEN  JONGVOLWASSENE WORDEN   LES 2.16

Debat & Dialoog

En de winnaar(s) is (zijn) ...

EEN  JONGVOLWASSENE WORDEN   LES 2.16