test foutieve samentrekking

Test
Foutieve samentrekking

  • Beheers je de stof? 
  • Heb je bij een gedeelte moeite? Zo ja, welk gedeelte?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Test
Foutieve samentrekking

  • Beheers je de stof? 
  • Heb je bij een gedeelte moeite? Zo ja, welk gedeelte?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Onder welke drie voorwaarden mag je samentrekken?

Slide 3 - Open question

Foutieve samentrekking of niet?

Jan geeft weinig om Marieke, maar wel heel veel aandacht.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking

Slide 4 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

Jan geeft weinig om Marieke, maar wel heel veel aandacht.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 5 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 6 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 7 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk!
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 8 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk!
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 9 - Quiz

Verbeter de foutieve samentrekking:

Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk!

Slide 10 - Open question

Foutieve samentrekking of niet?

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 11 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 12 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Hij geeft zijn dochter een dropje en zijn zoon een lolly.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 15 - Quiz

Verbeter de foutieve samentrekking:
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.

Slide 16 - Open question

Foutieve samentrekking of niet?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking:

Slide 17 - Quiz

Welk soort foutieve samentrekking?

Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
Verschil in zinsdeel
B
Verschil in woordsoort
C
Verschil in betekenis
D
Verschil in getal

Slide 18 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 19 - Quiz