4.2 Wat valt er te kiezen?

Log in bij Lessonup -> Eigen naam (smiley/teken mag)





1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Log in bij Lessonup -> Eigen naam (smiley/teken mag)





Slide 1 - Slide

Thema 4 Politiek

Slide 2 - Slide

• Je kunt uitleggen wat een politieke stroming is.
• Je kunt de kenmerken benoemen van de drie bekendste politieke stromingen.
• Je kunt het verschil beschrijven tussen linkse, rechtse en
middenpartijen.

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

• Politieke stromingen
• Links, midden, rechts
• Populisme

In deze paragraaf:

Slide 4 - Slide

Politieke stromingen


De meeste partijen horen bij een politieke stroming.
Binnen zo’n stroming zijn mensen het eens over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen
samenleven.

De drie bekendste stromingen zijn:
Liberalisme
• Sociaal-democratie
• Christen-democratie


Slide 5 - Slide

 Liberalisme -> een stroming waarin vrijheid de belangrijkste waarde is.

Economische vrijheid -> met zo min mogelijk regels je eigen geld kunnen verdienen.

Persoonlijke vrijheid -> de vrijheid om te leven zoals jij wilt.


Slide 6 - Slide

Sociaal-democratie -> een stroming waarin solidariteit en gelijkwaardigheid de belangrijkste waarden zijn.


Solidariteit -> Dat je klaarstaat voor
mensen met wie het niet zo goed gaat.

Bij gelijkwaardigheid -> Gaat het er bijvoorbeeld om dat alle kinderen dezelfde kansen moeten krijgen op school.


Slide 7 - Slide

Christen-democratie -> een stroming met het christelijke geloof en de Bijbel als uitgangspunten.

Vooral de waarde -> naastenliefde is voor
christen-democraten belangrijk. Burgers
moeten voor elkaar zorgen en elkaar helpen.

Slide 8 - Slide

Links - Midden - Rechts
Een andere manier van partijen indelen is links, midden en rechts.

Linkse partijen zijn voor een actieve overheid.
Rechtse partijen zijn voor een passieve overheid.
Middenpartijen zijn partijen die vinden dat de overheid alleen
moet helpen als het mensen zelf niet lukt.



Slide 9 - Slide

Linkse partijen

Wat linkse partijen belangrijk vinden:
  • Een actieve overheid (veel doen).
  • Opkomen voor kwetsbare mensen.
  • Eerlijke verdeling van inkomen.
  • Gelijke kansen voor iedereen.
  • Aandacht voor milieu.


Slide 10 - Slide

Rechtse partijen

Wat rechtse partijen belangrijk vinden:
  • Meer vrijheid voor burgers.
  • Een passieve overheid (minder doen).
  • Lage belastingen.
  • Eigen verantwoordelijkheid.
  • Veiligheid bevorderen (zwaardere straffen).

Slide 11 - Slide

Middenpartijen
Sommige partijen zijn niet duidelijk in te delen bij links of rechts. Ze hebben zowel linkse als rechtse standpunten.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Populisme
Sommige partijen horen niet bij een stroming. Deze worden ingedeeld bij het populisme.

Populistische politici zeggen dat ze de
‘stem van het volk’ laten horen.

De opvattingen van populisten zijn niet per se
links of rechts. Wel gaat het vaak om sterk
nationalistische standpunten.



Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken                         Extra uitleg? Vragen?
  • Lezen:  § 4.2 Wat valt er te kiezen?
  • Maken: Opdracht 1 tot en met 12
  • Hoe: eerste 10 min rustig, zelfstandig
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Welke partij is Rechts?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Welke partij is Links?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Welke partij is Liberaal?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Welke partij hoor bij Sociaal-democratie?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Welke partij hoort bij christen-democratie?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Welke partij hoort bij het Populisme?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

Midden partij?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Eigen problemen oplossen: geen hoge uitkeringen dus
A
Links
B
Rechts

Slide 24 - Quiz

Als je meer geld hebt moet je meer belasting betalen
A
Links
B
Rechts

Slide 25 - Quiz

Bij welke stroming past deze uitspraak?
“Welvaart moet beter verdeeld worden.”

A
Het liberalisme.
B
De sociaal-democratie.

Slide 26 - Quiz