Semaine 39 (week 6)

H5 Semaine 39 (23-27 sept)
Les cours:
  • Mercredi H45: 
    oefenen photo/smoes (met H4)
    + gesprekken uit het boek (in tweetallen bij docent)
    + werken aan weektaak
  • Mercredi H5: oefenen stellingen p.71 + weektaak
  • Jeudi H45: 


1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

H5 Semaine 39 (23-27 sept)
Les cours:
  • Mercredi H45: 
    oefenen photo/smoes (met H4)
    + gesprekken uit het boek (in tweetallen bij docent)
    + werken aan weektaak
  • Mercredi H5: oefenen stellingen p.71 + weektaak
  • Jeudi H45: 


Slide 1 - Slide

H5 TRAVAIL DE LA SEMAINE 

Faire et corriger: ch 1: ex 36-44 + ch 2:  ex 36-45                       

(la semaine dernière: ch 1 ex 29-34 + ch 2 ex 29-35)

Hoe gaat het met het leerwerk voor SE1, 
het vocabulaire van H4 en H5? 
Kopieën ontvangen?
Oefen de dialogen en gesprekken van de weektaak.

Slide 2 - Slide

Mercredi H5 in H45 
  • Décrire des mots (SMOES) + H4 (trois exemples)
  • Décrire une photo (à deux et en classe) + H4
  • Qualités et défauts p.33 ex 33/34 à deux et en classe (MO!)
  • p.69  ex 28 (au bureau de la prof à deux)
  • p.71 ex 31 (au bureau de la prof à deux)
  • p. 71 ex 32 > Affirmations: worden in derde uur besproken

Slide 3 - Slide

Mercredi H5 (troisième heure) 
  • Bespreken: ex. 32A (is voorbereiding op stellingen)
  • Bespreken: ex. 32B (stellingen van het mondeling): MO!
  • Werken aan weektaak met als huiswerk voor morgen:
    ch 1 ex 36-41
    ch 2 ex 43 goed voorbereiden (MO!)

Slide 4 - Slide

H5
  • Photo: actualité
  • Ex. 42 écouter
  • Ex. 43 dialoog oefenen (beide rollen)
  • Tweetallen oefenen bij docent terwijl rest verder werkt (smoeskaartjes? weektaak? spreekopdr)


H4
  • Photo
  • Traduire le texte (dernier alinéa
  • Corriger t/m 39
  • Préparer 40 + 41 (spreekopdrachten) voor dinsdag

Slide 5 - Slide

H5 sollicitatiegesprek
Ik zoek een baan voor deze zomer.
Ik heb gewerkt als ..
Ik zal beschikbaar zijn van juni tot augustus.
Hoeveel ga ik verdienen?
Moet ik ook bedienen?
Voor welke datum moet ik solliciteren?

Slide 6 - Slide

H5 sport en hobby
Ik ben vaak op instagram om foto's te delen.
Ik download veel films.
Mijn ouders vinden dat ik teveel series kijk.
Ik train drie keer per week.
Mijn lievelingshobby is foto's maken.
Karate is een vechtsport.
Ik speel viool. Ik speel in een orkest.

Slide 7 - Slide

H5 Praten over bijbaantjes
Heb je een bijbaantje?
Ik werk in een restaurant omdat.. (geef een reden)
Ik werk niet omdat... (vertel waarom je niet werkt)
Vertel dat je je bijbaantje fijn vindt.
Hoe zijn je collega's?
Wat zijn je werktijden?

Slide 8 - Slide

Stelling
Pour motiver leur enfant à ne pas fumer, les parents devraient payer le permis de conduire de leur enfant!

Slide 9 - Slide

Mercredi H5
Praten over dingen in het verleden (chapitre 2 ex 22-28)
Wanneer passé composé?
Wanneer imparfait? 
(Zie grammaire B)
Doel van alle opdrachten: praten over je vakantie en dan gebruik maken van imparfait en passé composé (ex. 28)
(opdracht 23  even een paar zinnen samen)
Ecouter: ex. 22

Slide 10 - Slide

Jeudi H45
  • H5 : questions sur le travail de la semaine/les exercices parler> Au boulot/finir les devoirs de la semaine!

  • H4 : Au boulot/finir les devoirs de la semaine! 

  • Ensemble: parler : stelling + foto


Slide 11 - Slide

Notez!
Bij balsporten kun je op twee manieren 
zeggen dat je aan sport doet:
- met 'faire' gevolgd door 'de' (vaak du)
- met 'jouer' gevolgd door 'à'  (vaak au)

Slide 12 - Slide

Notez!
Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot
Volleyballen = faire du volley/jouer au volley
Zwemmen = faire de la natation
Dansen = faire de la danse
Waterpoloën = faire du waterpolo

Slide 13 - Slide

Parler
Parler à deux du sport:
  • Tu fais quel sport?
  • Tu t'entraînes combien de fois par semaine?
  • Tu t'entraînes où?
  • Quel est le sport que tu détestes? Explique!

Slide 14 - Slide

Notez!
Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot
Volleyballen = faire du volley/jouer au volley
Zwemmen = faire de la natation
Dansen = faire de la danse
Waterpoloën = faire du waterpolo

Slide 15 - Slide

LA FIN
MERCI POUR VOTRE ATTENTION!
Qu'est-ce que tu as appris?
Pour demain: 
Faire: 7
Appr.: Vocabulaire B fr-néerlandais







Slide 16 - Slide