Semaine 37 (week 4)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H5 Semaine 37 (9-13 sept)

Les cours:

• Mercredi H45:
  vragen huiswerk, gesprekken vorige week (chapitre 2) en planning komende week
• Mercredi H5: gesprekken nieuwe week (passé)
• Jeudi H45: 

H5 TRAVAIL DE LA SEMAINE (36)

Faire et corriger: ch 1: ex 19-24 + ch 2:  ex 22-28                       

Denken jullie ook aan het leerwerk voor SE1, het vocabulaire van H4 en H5?

En aan het oefenen met de spreekopdrachten?

La semaine dernière

 Spreekopdrachten van vorige week:

-tâche ch 1 (sollicitatiegesprek) p. 20 (mercredi cours H5)

- ex 13 + 14 ch 2 (le sport et le hobby) p. 60 (mercredi cours H5)

- ex 16 (praten over bijbaantjes) p.61

- ex 20/21 (praten over rooster en school) p.63

Mercredi H5 in H45 

• Questions devoirs? 
• Opdracht 17 chapitre 1 bespreken
  
• Corriger les exercices de la semaine dernière
• Oefenen met de gesprekken van vorige week

• Aan nieuwe weektaak werken (19-24 chapitre 1) 
  
• Donner son opinion (stelling vorige les)

H5 sollicitatiegesprek

Ik zoek een baan voor deze zomer.

Ik heb gewerkt als ..

Ik zal beschikbaar zijn van juni tot augustus.

Hoeveel ga ik verdienen?

Moet ik ook bedienen?

Voor welke datum moet ik solliciteren?

H5 sport en hobby

Ik ben vaak op instagram om foto's te delen.

Ik download veel films.

Mijn ouders vinden dat ik teveel series kijk.

Ik train drie keer per week.

Mijn lievelingshobby is foto's maken.

Karate is een vechtsport.

Ik speel viool. Ik speel in een orkest.

H5 Praten over bijbaantjes

Heb je een bijbaantje?

Ik werk in een restaurant omdat.. (geef een reden)

Ik werk niet omdat... (vertel waarom je niet werkt)

Vertel dat je je bijbaantje fijn vindt.

Hoe zijn je collega's?

Wat zijn je werktijden?

Stelling

Pour motiver leur enfant à ne pas fumer, les parents devraient payer le permis de conduire de leur enfant!

Mercredi H5

Praten over dingen in het verleden (chapitre 2 ex 22-28)

Wanneer passé composé?

Wanneer imparfait? 

(Zie grammaire B)

Doel van alle opdrachten: praten over je vakantie en dan gebruik maken van imparfait en passé composé (ex. 28)

(opdracht 23  even een paar zinnen samen)

Ecouter: ex. 22

Jeudi H45

• H5 : questions sur le travail de la semaine/les exercices parler> Au boulot/finir les devoirs de la semaine!
  
  
• H4 : Au boulot/finir les devoirs de la semaine! 
  
  
• Ensemble: parler : stelling + foto

Notez!

Bij balsporten kun je op twee manieren 

zeggen dat je aan sport doet:

- met 'faire' gevolgd door 'de' (vaak du)

- met 'jouer' gevolgd door 'à'  (vaak au)

Notez!

Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot

Volleyballen = faire du volley/jouer au volley

Zwemmen = faire de la natation

Dansen = faire de la danse

Waterpoloën = faire du waterpolo

Parler

Parler à deux du sport:

• Tu fais quel sport?
  
• Tu t'entraînes combien de fois par semaine?
• Tu t'entraînes où?
• Quel est le sport que tu détestes? Explique!

Notez!

Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot

Volleyballen = faire du volley/jouer au volley

Zwemmen = faire de la natation

Dansen = faire de la danse

Waterpoloën = faire du waterpolo

LA FIN

MERCI POUR VOTRE ATTENTION!

Qu'est-ce que tu as appris?

Pour demain: 

Faire: 7

Appr.: Vocabulaire B fr-néerlandais