Les 17: Negatieve druk van vrienden

Negatieve druk van vrienden
Les 17
1 / 8
next
Slide 1: Slide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 8 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Leerlingen kunnen uitleggen wat negatieve druk is en hoe je daarmee om kunt gaan, ze kennen positieve gedachten die hen kunnen helpen bij negatieve druk.

Instructions

Tip: bekijk na het geven van de les (op een ander moment) de film Bluebird

Instructions

Worksheets

Items in this lesson

Negatieve druk van vrienden
Les 17

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van deze les...
• leg ik uit wat negatieve druk is en hoe je daarmee kom kunt gaan,
• kan ik 2 positieve gedachten noemen die kunnen helpen bij negatieve druk.

Omgaan met gevoelens:
Ik geef het aan als ik iets niet wil

Slide 2 - Slide

Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze geleerd hebben.
Naspelen
We gaan oefenen
Hoe werkt het?
Instructie
Let op! Nu komt er uitleg
Doe activiteit
We gaan aan het werk
Schrijf opdracht
Opdracht uit de Baaz-map
Afronding
Gezamenlijke afsluiten
Kijken
Goede kijkhouding
Luisteren
Goede luisterhouding
Overleggen
Met elkaar overleggen
Groepsgesprek
Met elkaar in gesprek

Slide 3 - Slide

Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.

Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.
Les 17 - Negatieve druk
Filmfragment
Gesprek eigen ervaringen
Oefenen
Werkblad invullen
Afronding

Slide 4 - Slide

Bespreek met de leerlingen de planning van de les, wijs ze hierbij ook op de picto's bij de verschillende onderdelen.

Mochten leerlingen de picto's niet meer weten, ga terug naar de vorige dia.

Slide 5 - Video

Filmfragment:

  • Deel kijk- en luisterkaarten uit.
  • Vraag de leerlingen na afloop wat ze hebben gezien en gehoord. 
  • Vraag de leerlingen naar eigen ervaringen over groepsdruk
Vragen die gesteld kunnen worden:
  • Wanneer voelde jij druk van vrienden?
  • Doe jij ook wel eens mee?
Voorbeelden:
  • Wild doen tijdens de leswisseling
  • Van het schoolplein af proberen te gaan
  • Spullen uit een lokaal meenemen
Verhaalkaart
Mohammed, Johnnie en Suzan komen elke ochtend met de bus naar school. Ze lopen van de halte door het park en doen daar 10 minuten over. Johnnie zegt: "ik heb een plan, ga om 15.00u met mij mee. Ik weet een scooter te staan bij iemand achter in de tuin en die staat niet op slot. Mijn broer wil er graag een hebben. Als wij hem nou ophalen vraag ik 160 euro aan mijn broer. We verdelen het geld." Mohammed reageert: "Nee joh, dat is jatten. Ik doe niet mee!" Suzan zegt: "Liever niet, maar het geld kan ik best gebruiken."
Om 15.00u staat Johnnie bij de poort van school te wachten. Mohammed twijfelt en loopt naar Johnnie, "ik wil niet in de problemen komen." "Acht wat ben jij voor een watje", is de reactie van Johnnie. Suzan komt erbij staan en zegt dat ze meedoet. Mohammed wil weggaan maar wordt tegengehouden door Suzan. "Je gaat toch wel mee? Je kan ons niet in de steek laten hoor! Weet je wat, dan ga jij op de uitkijk staan en als er iemand komt, fluit je op je vinger."
Suzan trekt aan de mouw van Mohammeds jas. Mohammed wil Suzan en Johnnie niet teleurstellen en gaat mee.

Slide 6 - Slide

Verhaalkaart:
  • Lees het verhaal met de klas.
  • Vraag 3 leerlingen om de rol van Mohammed, Johnnie en Suzan te spelen.
  • Laat de leerlingen het rollenspel voorbereiden en spelen voor de klas. 
Stel de volgende vragen:
  • Waarom wil Mohammed niet meegaan?
  • Door wie voelt Mohammed zich onder druk gezet?
  • Welke keuze maakt Mohammed en waarom?
Leg nadruk op de negatieve druk en stuur naar de positieve gedachte.

5G's bij negatieve druk

Slide 7 - Slide

Werkblad:

Optie 1:
Eigen situatie: 
Leerlingen vullen het werkblad zelfstandig in n.a.v. een eigen situatie.

Optie 2:
Verhaalkaart: 
Bespreek klassikaal de 5G's bij de situatie van de verhaalkaart. 

Laat de leerlingen zelfstandig een positieve gedachte en positief gedrag opschrijven.

Mijn positieve gedachte:

Slide 8 - Open question

Afronding:

Met devices:
Laat de leerlingen hun positieve gedachte noteren.

Zonder devices:
Laat leerlingen op een memoblaadje hun positieve gedachte opschrijven. Het memoblaadje plakken ze op het bord.  

Bespreek kort de antwoorden van de leerlingen. En stuur naar positief gedrag dat bij hun positieve gedachte hoort.