OAHJK 1

• Onderwijs aan het jonge kind
• HBO
• Studiejaar 1

Onderwijs aan het jonge kind - College 1 - PABO 1, 2016-2017

Maarten Molenkamp

[e-mail]

Wat verwachten jullie van deze module?

Wat gaan we vandaag doen?

Back to the 80’s!

Doelen van de les

Informatie over de module 

Voorkennis activeren

De wereld van het jonge kind

Opdracht 1: Interview

Evalueren

Back to the 80's

Welcome to the 80's

Doelen van deze les

1.  Aan het eind van dit college kennen de studenten verschillende kenmerken van kleuters en weten zij op welke verschillende manieren kleuters leren.
2. Aan het eind van dit college weten de studenten wat er bedoeld wordt met ‘scripts’ en kunnen zij dit begrip toelichten aan de hand van (praktijk)voorbeelden.

Informatie over de module I

• Periode 2
  
• 1 EC
  
• Afwisseling tussen theorie en praktijk
  
• Stage lopen in de kleuterbouw is niet noodzakelijk!
  
• Deel verwerking opdrachten in colleges (zie studiewijzer)
• 7 colleges (aanwezigheid erg belangrijk! Evt. aansluiten bij andere klas)
  
• Schriftelijke opdracht (zie ELO) --> veel wordt behandeld tijdens colleges!!
  
• Boek: Baeyens, J. (2011). Het begint met kijken en luisteren. Een praktische theorie voor onderwijs aan jonge kinderen. Amsterdam: Uitgeverij SWP-->ISBN 978908850 1388, 
  

Informatie over de module II

Informatie over de schriftelijke opdracht

Schriftelijke opdracht deadline: toetsweek 2

• Voorblad
  
• Inhoudsopgave
  
• Inleiding
  
• Opdracht 1: Interview met leerkracht onderbouw
  
• Opdracht 2: Observatie van spel
  
• Opdracht 3: Ontwikkelingsmaterialen
  
• Opdracht 4: Inventarisatie hoeken en materialen
  
• Opdracht 5 (keuze): Keuzeopdracht lesgeven aan de kleuters of een thema uitwerken
  
• Reflectie
  
• Literatuurlijst (APA)
  

Wat voor kenmerken van het jonge kind zie en hoor je in de video?

Kenmerken van kleuters

• Emotionele beleving: Kleuters beleven hun werkelijkheid als totaliteit waarbij hoofd en hart niet gescheiden zijn 
  
• Intuïtief 
  
• Cognitief egocentrisme: Kunnen zich niet verplaatsen in het perspectief van de ander 
  
• Hang naar gewoontes en routines: Geeft zekerheid. Er worden al zoveel nieuwe ervaringen elke dag opgedaan! 
  
• Concentratievermogen: Kleuters kunnen zich wel concentreren, maar niet lang stilzitten! Behoefte aan handelen en bewegen 
  
• Magisch denken: Juf, er was een heks in de klas! Geen scherp onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid 

Maar onthoud goed...elk kind is uniek!! 
 

Moeite met samen spelen

1. Intuïtief
2. magisch denken
3. egocentrisme
4. concentratievermogen

Een vast dagritme

1. egocentrisme
2. routines
3. magisch denken
4. emotionele beleving

Hoe leer jij het beste?

Werkvorm     : Denken, delen en uitwisselen

Denken          : Ga voor jezelf na waarvan en hoe jij het beste leert

Delen              : Praat hierover met de medestudent die naast je zit

Uitwisselen  : Welke conclusie(s) kunnen we nu trekken?

Hoe leren kleuters?

• Leren door spel
  
• Leren door onderzoeken, als ontdekkingsreiziger
  
• Leren adhoc (niet volgens een programma dat de volwassene voor hen opstelt), volgens een eigen ‘ingebouwd programma’
  
• Leren door eigen spontane activiteit
  
• Leren dat wat voor hen relevant is
  
• Leert in en met zijn/ haar sociale omgeving
  
• Leren door het uitspelen van hun scripts
  

Scripts

• Hudson (1993) beschrijft scripts als mentale structuren die informatie geven over een reeks van voorspelbare handelingen, locaties, rolpatronen en attributen die samen een gebeurtenis vormen of een plek geven.
  
• Kennis van terugkerende gebeurtenissen worden weergegeven in verhaallijnen (scripts). Bijv: script over het overblijven op school
  
• Door meer ervaringen wordt het aantal scripts groter.
  
• Scripts helpen kinderen bij het aanpassen en het zich eigen maken van nieuwe gebeurtenissen
  
• Binnen deze scripts zijn kinderen cognitief tot veel meer in staat: jonge kinderen kunnen binnen hun eigen scriptkennis het perspectief van een ander zien! -> Theory of mind 
  

Schriftelijke opdracht 1

Interview met leerkracht onderbouw 

Samen met je medestudenten bedenk je verschillende vragen om antwoord te krijgen hoe belangrijk spel is voor kleuters. Dit interview neem je af bij een onderbouwleerkracht (Niet onder schooltijd wanneer de leerkracht lesgeeft/ begeleidt). In het verslag schrijf je een samenvatting van de belangrijkste punten uit het interview met de leerkracht. Het uitgebreide interview voeg je als bijlage toe.

Minimaal 5 vragen

Wie-Wat-Waar-Waarom-Hoe

Welke vragen kun jij bedenken?

Jonge kinderen kunnen binnen hun eigen scriptkennis het perspectief van een ander zien!

1. Scripts
2. Theory of knowledge
3. Theory of Mind
4. Scripting

Helpen kinderen bij het aanpassen en het zich eigen maken van nieuwe gebeurtenissen

1. Scripts
2. Theory of knowledge
3. Theory of Mind
4. Scripting

' Het begint met kijken en luisteren. Een praktische theorie voor onderwijs aan jonge kinderen'

1. Baeyens
2. Vygotsky
3. Jansen-Vos
4. Pompert

Jonge kinderen leren door:

1. vastgesteld programma
2. onderzoeken
3. spel
4. ad hoc

Kunnen zich niet verplaatsen in het perspectief van de ander

1. Cognitief perspectief
2. Emotioneel egocentrisme
3. Intuitief egocentrisme
4. Cognitief egocentrisme

Wat heb je vandaag geleerd wat je voorafgaand
aan het college nog niet wist?

Afsluiting

Verwerking opdracht 1: Interview

Doorlezen H2: Het begint met kijken en luisteren.