What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Les 10 (30/10)
Wat gaan we vandaag doen?
Opwarmer
Woorden
Zinsdelen en woordsoorten nakijken
en spelling
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Enseignement Secondaire
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
75 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
Opwarmer
Woorden
Zinsdelen en woordsoorten nakijken
en spelling
Slide 1 - Slide
Opwarmer
https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/karrewiet-nieuwsvideos/technologie/karrewiet-nieuwsvideos-hoe-goed-kunnen-jullie-ai-herkennen-/
Slide 2 - Slide
Wat betekent 'aantonen'?
A
vereren, bewonderen, opkijken naar
B
de macht, de kracht
C
hoge eisen stellen, kritisch zijn
D
uitwijzen, bewijzen
Slide 3 - Quiz
Wat betekent 'op een voetstuk plaatsen'?
A
veeleisend zijn
B
de macht, de kracht
C
aantonen, bewijzen
D
vereren, bewonderen, opkijken naar
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'het vermogen'?
A
vereren, bewonderen, opkijken naar
B
veeleisend zijn
C
de macht, de kracht
D
aantonen, bewijzen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent 'veeleisend zijn'?
A
de macht, de kracht
B
aantonen, bewijzen
C
hoge eisen stellen, kritisch zijn
D
vereren, bewonderen, opkijken naar
Slide 6 - Quiz
Wat betekent 'uitwijzen'?
A
aantonen, bewijzen
B
hoge eisen stellen, kritisch zijn
C
vereren, bewonderen, opkijken naar
D
veeleisend zijn
Slide 7 - Quiz
Wat betekent 'uiterst'?
A
iets bereiken
B
iemand druk opleggen
C
zoals iemand zelf al verteld heeft
D
heel erg
Slide 8 - Quiz
Wat betekent 'het schoppen tot'?
A
erop nahouden
B
bezitten
C
iets bereiken
D
heel erg
Slide 9 - Quiz
Wat betekent 'iemand druk opleggen'?
A
zoals iemand zelf al verteld heeft
B
uiterst
C
iets bereiken
D
iemand zo ver krijgen dat hij iets doet
Slide 10 - Quiz
Wat betekent 'erop nahouden'?
A
bezitten
B
heel erg
C
iets bereiken
D
iemand druk opleggen
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'naar eigen zeggen'?
A
heel erg
B
zoals iemand zelf al verteld heeft
C
iets bereiken
D
iemand zo ver krijgen dat hij iets doet
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'investeren'?
A
tijd, geld of energie aan iets besteden
B
nadoen
C
kracht om vol te houden
D
de concentratie
Slide 13 - Quiz
Wat is de betekenis van 'imiteren'?
A
de concentratie
B
de kracht om vol te houden
C
tijd, geld of energie aan iets besteden
D
nadoen
Slide 14 - Quiz
Wat betekent 'de focus'?
A
de concentratie
B
kracht om vol te houden
C
nadoen
D
tijd, geld of energie aan iets besteden
Slide 15 - Quiz
Wat is 'de discipline'?
A
de concentratie
B
kracht om vol te houden wat er gedaan moet worden, ook als je geen zin hebt
C
tijd, geld of energie aan iets besteden
D
het vakgebied, de richting
Slide 16 - Quiz
Wat betekent 'creatief'?
A
de concentratie
B
nadoen
C
gemakkelijk in staat iets nieuws te bedenken of te maken
D
de kracht om vol te houden
Slide 17 - Quiz
Wat betekent 'aangeboren bekwaamheid'?
A
een soort techniek
B
de kunst van het schilderen
C
aangeboren bekwaamheid of geschiktheid
D
een afstandsmeting
Slide 18 - Quiz
Wat betekent 'combineren'?
A
een soort dansstijl
B
iets loslaten
C
verliezen van structuur
D
bij elkaar voegen tot iets nieuws
Slide 19 - Quiz
Wat betekent 'alom'?
A
een soort voedsel
B
overal
C
ergens specifiek
D
in een boek
Slide 20 - Quiz
Wat betekent 'aanleren'?
A
het vergeten van kennis
B
een natuurverschijnsel
C
leren door het vaak te doen
D
een muziekinstrument
Slide 21 - Quiz
Wat betekent 'aangeboren'?
A
een soort fruit
B
de aanleg
C
aanleren
D
wat je met je geboorte hebt meegekregen
Slide 22 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
https://www.youtube.com/watch?v=3NUcVQSjXjE
Slide 23 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Sparen
stam - spar
ik-vorm-spaar
je/jij spaar + t --> Spaar jij?
hij/zij/het spaar+t --> spaart hij?
Gebiedende wijs--> ik vorm
Slide 24 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/persoonsvorm-tegenwoordige-tijd/
oefenen!
Slide 25 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd/leestekens
Slide 26 - Slide
Leestekens
https://www.youtube.com/watch?v=TX3Gwldz-ZA&t=33s
Slide 27 - Slide
Les 10 (30/10)
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Learning Technique: Complete the Pie
September 2024
-
12 slides
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Learning Technique: Complete the Pie
February 2025
-
12 slides
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
Teaching and Learning Techniques
Learning Technique: Complete the Pie
December 2023
-
12 slides
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
1 day ago
-
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T2L9: Supertalenten
30 days ago
-
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Learning Technique: Playing with Scrabble
September 2024
-
12 slides
Primary Education
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Learning Technique: Playing with Scrabble
February 2025
-
12 slides
Primary Education
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
Teaching and Learning Techniques
T2L3: Talentvolle Tiny (persoonsvorm)
2 days ago
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs