De Verzorgingsstaat

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De Verzorgingsstaat

Leerdoelen

1- Je kan het begrip 'verzorgingsstaat' uitleggen en benoemen wat de twee hoofddoelen zijn daarvan. Daar moet je dan weer voorbeelden van kunnen geven en herkennen.

2- Je kan de basiswaarden van de verzorgingsstaat benoemen en uitleggen.

3- Je kan voorbeelden geven van rechten en plichten in het kader van de verzorgingsstaat.

4- Je kan uitleggen welke actoren een rol spelen in de verzorgingsstaat.

5- Je kan de 4 functies (4 x V) van de Verzorgingsstaat uitleggen.

Verzorgingsstaat

= dat de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.

-Welvaart: mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen.

-Welzijn: de mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Waarden in de Verzorgingsstaat

-Solidariteit: bereidheid in een groep of samenleving om risico's met elkaar te delen. 'Collectief belang' op het oog!

-Gelijkwaardigheid: iedereen moet gelijke kansen krijgen om een menswaardig bestaan te leiden en zich te kunnen ontwikkelen.

Rechten en plichten

In de Verzorgingsstaat hebben burgers zowel rechten en plichten en die hebben vaak met elkaar te maken.

Voorbeelden:

Recht op onderwijs en leerplicht

Recht op uitkering en sollicitatieplicht

Recht op bepaalde voorzieningen en belastingplicht

Actoren in de Verzorgingsstaat

-Overheid en burgers

-Maatschappelijk middenveld: organisaties die tussen de overheid en individuele burgers in staan en die verschillende groepen vertegenwoordigen. (Voedselbank, Leger des Heils, vakbonden)

-Bedrijven (thuiszorg en zorgverzekeringen bijvoorbeeld)

Functies van de Verzorgingsstaat

1- Verzorgen -> kwetsbaren en zieke mensen helpen.

2- Verzekeren -> mensen helpen die in problemen zitten.

3- Verheffen -> kansen bieden voor mensen.

4- Verbinden -> door de verzorgingsstaat meer verbondenheid

Verschil tussen verzorgen en verzekeren: eenzijdig en tweezijdig!

Opdracht in duo's of alleen

Schrijf in tweetallen (of alleen) het volgende op:

-twee punten uit het filmpje die je nog niet wist.

-twee punten uit het filmpje waar je (kritische) vragen over hebt.

-twee argumenten of je het een of oneens bent met de boodschap uit het filmpje.

-welke visie mensen volgens jullie zouden moeten hebben over dit onderwerp en twee voorbeelden daarbij hoe mensen dit kunnen toepassen in de praktijk van hun dagelijkse leven.