Methodiek

Methodiek 2
Observeren
1V, 1W
Milou Smit
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Methodiek 2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Methodiek 2
Observeren
1V, 1W
Milou Smit

Slide 1 - Slide

Observeren: wat weet
je nog?

Slide 2 - Mind map

Hoe kijk je aan tegen de toets over 2 weken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Even opfrissen na de vakantie...
Herhaling van de lesstof voor de toets

Slide 4 - Slide

Wat doe je bij observeren WEL maar bij waarnemen NIET?

Slide 5 - Open question

Een observatie moet altijd .... zijn.
Objectief
Subjectief

Slide 6 - Drag question

1
2
3
4
5
6
7
Gegevens ordenen
Aanleiding
Vraagstelling formuleren
Antwoord geven op de vraagstelling
Observatie uitvoeren
Achtergrondgegevens
Observatiemethoden en hulpmiddelen

Slide 7 - Drag question

Je zintuigen helpen je bij het observeren, maar laten je soms ook in de steek.

Noem 3 waarnemingsfouten:

Slide 8 - Open question

Als je wilt weten op welke manier een leerling een rekensom oplost, dan ga je bij de leerling zitten en kom je er al vragend achter welke manier van oplossen de leerling kiest.

Hoe noem je deze manier van observeren?

Slide 9 - Open question

Bij een kwalitatieve observatie kijk je HOE VAAK bepaald gedrag voorkomt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Voordat je naar een kind gaat kijken, is het belangrijk dat je jezelf een vraag stelt (stap 3 vraagstelling formuleren).

Noem 3 onderdelen die in de vraagstelling staan:

Slide 11 - Open question

Vraagstelling formuleren
Je loopt stage bij peuterspeelzaal de Banjers. Het is jou opgevallen dat Mila tijdens een kringmoment in de ochtend vaak met andere dingen bezig is, ze lijkt vaak erg afgeleid. Wanneer ze de opdracht krijgt om bijvoorbeeld haar jas te pakken om naar buiten te gaan, weet ze vaak niet wat ze moet doen. 

Stap 1 Schrijf de 3 aspecten voor jezelf op:
- Wie
- Welk aspect van het gedrag
- In welke situatie?

Slide 12 - Slide

Vraagstelling formuleren
Stap 1
Wie: M.
Welk aspect van het gedrag: aandacht
In welke situatie: tijdens het kringmoment in de ochtend.

Stap 2
Schrijf nu een vraagstelling op met daarin de 3 aspecten die hierboven staan. Wat zou je te weten willen komen met de observatie?


Slide 13 - Slide

Vraagstelling formuleren
Stap 2: 
‘Waar is de aandacht van M. op gericht tijdens het kringmoment in de ochtend?’

Wie, welk aspect van het gedrag, in welke situatie

Slide 14 - Slide

Hoe ver ben ik?
Ik snap het
Ik snap het een beetje
Ik snap het niet

Slide 15 - Poll

M. zit aan tafel en kijkt om zich heen, zijn wenkbrauwen gaan omhoog.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quiz

M. zoekt een rustige plek waar hij kan zitten spelen met zijn blokjes.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quiz

D. komt huilend naar mij toe omdat er iets verkeerd is gegaan.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quiz

M. pakt de pop en aait over het hoofd.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quiz

Vragen?

Slide 20 - Slide

Hoe kijk je aan tegen de toets over 2 weken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll