Thermodynamica

1 / 37
next
Slide 1: Slide
FysicaSecundair onderwijs

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat denk je dat er gebeurt als we deze twee glazen mengen?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Waarvan is temperatuur een maat?
A
Grootte van de deeltjes
B
Snelheid van de deeltjes
C
Aantal deeltjes
D
De hoeveelheid straling die een voorwerp uitzendt

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is de temperatuur na warmte-uitwisseling?
thermometer A = -5°C, thermometer B = 5°C

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

J
°C
K
absolute temperatuur
temperatuur
warmtehoeveelheid

Slide 12 - Drag question

Een lichaam heeft een temperatuur van 300 K. Wat is dat in °C?

Slide 13 - Open question

Een lichaam heeft een temperatuur van 50°C.
Wat is dat in K?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Waaruit bestaat de inwendige energie van een lichaam?
A
alleen kinetische energie
B
massa en snelheid
C
alleen temperatuur
D
kinetische en potentiële energie

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er met de inwendige energie als een lichaam warmte opneemt?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Waar treedt geleiding vooral op?
A
vaste stoffen
B
vloeistoffen
C
gassen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Waar treedt convectie vooral op?
A
vaste stoffen
B
metalen
C
vloeistoffen en gassen
D
Alle antwoorden zijn fout

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat gebeurt er bij straling?
A
Warmte via direct contact
B
Warmte via verplaatsing
C
Warmte via elektromagnetische golven
D
Warmte via botsende moleculen

Slide 24 - Quiz

Je voelt de warmte van de zon op je huid
Handvat van een metalen pot wordt warm
Warme lucht stijgt in een kamer
Heet water stijgt op in een kookpot
geleiding of conductie
stroming of convectie
straling of radiatie

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Van welke factoren hangt de eindtemperatuur af bij het bereiken van thermisch evenwicht?

Slide 28 - Open question

Wat gebeurt er wanneer twee systemen met een verschillende temperatuur in contact komen?
A
Er ontstaat chemische reactie.
B
Er ontstaat vacuüm.
C
Hun massa verandert.
D
Ze wisselen warmte uit tot ze dezelfde temperatuur hebben.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Invulvraag
Merkbare warmte zorgt voor een verandering in de … van een stof.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Tijdens het koken merk je dat water bij 100 °C begint te koken, maar de temperatuur niet verder stijgt. Wat gebeurt er met de toegevoegde warmte?
A
Ze verandert de aggregatietoestand zonder temperatuurverandering.
B
Ze verdwijnt.
C
Ze wordt omgezet in kinetische energie.
D
Ze verhoogt de temperatuur.

Slide 33 - Quiz

Sleep elk voorbeeld naar de juiste categorie.
latente warmte
merkbare warmte
Water wordt verwarmd van 20 °C naar 100 °C.
IJs smelt bij 0 °C.
Stoom condenseert bij 100 °C.
Aluminium warmt op van 25 °C naar 90 °C.

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Slide

Wat is een kenmerk van een thermisch geïsoleerd systeem?
A
Het behoudt zijn massa maar verliest warmte.
B
Er is geen warmtetransport van of naar de omgeving.
C
Het staat warmte-uitwisseling met de omgeving toe.
D
Het neemt altijd warmte op.

Slide 36 - Quiz

Sleep het juiste voorbeeld naar de categorie ‘thermisch geïsoleerd’ of ‘niet geïsoleerd'.
thermisch geïsoleerd
niet geïsoleerd
Een open pot water op het vuur.
Een thermosfles met warme soep.
Een goed gesloten airfryer.
Een metalen lepel in een hete kop thee.

Slide 37 - Drag question