24/25 herhalen begin h6

6.1 Warmte en temperatuur
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1 Warmte en temperatuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen
  • Verbrandingswarmte
  • Opdrachten 6.2 maken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Chemische of elektrische warmtebron

Maak opdracht 1 op het werkblad

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten energie:
  • Elektrische energie
  • Chemische energie
  • Warmte
  • Bewegingsenergie
  • Stralingsenergie
Energie-stroomdiagram

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Berekenen van elektrische energie



Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
Q = E = P x t
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen oefenen met het berekenen van de hoeveelheid warmte die een warmtebron in een bepaalde tijd levert. Geef enkele voorbeelden en laat de leerlingen de formule Q = P x t gebruiken.
Voorbeeld 1
Een magnetron staat op de stand van 900 W. Hij staat 30 seconden aan. Bereken hoeveel warmte de magnetron heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 2
Een waterkoker van 1500 W staat 3 minuten aan. Bereken hoeveel warmte de waterkoker heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 3
Een heater van 2,8 kW verwarmt een terras 3 uur lang. Bereken hoeveel warmte de heater heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen
Maak opdracht 7 van Nova 6.1

timer
3:00
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)

Slide 9 - Slide

Ga aan het werk met de opdrachten. Deze heb je in de les af, zo niet in je eigen tijd inhalen. Test jezelf wordt huiswerk.

Eerste 5 min zelfstandig werken, dus niet overleggen, daarna zachtjes fluisteren.
6.2 Brandstoffen en verbranden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten energie:
  • Elektrische energie
  • Chemische energie
  • Warmte
  • Bewegingsenergie
  • Stralingsenergie
Energie-stroomdiagram

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte geeft aan hoeveel warmte er vrijkomt wanneer je een bepaalde hoeveelheid van een stof verbrand. De verbrandingswarmte kan worden weergegeven in MJ/m3, MJ/kg of MJ/L.


milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met de verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3. Er is voor vijf minuten douchen 3 MJ aan warmte nodig. Bereken hoeveel m3 aardgas hiervoor nodig is.




Je hebt dus voor één douchebeurt (afgerond) 0,09 m3 aardgas nodig.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
Verbrandingswarmte van waxine is 40 kJ/g.
Bepaal hoeveel warmte jouw kaarsje na 5 minuten heeft afgegeven.
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 1
Tijdens een ballonvlucht wordt in totaal 26 m3 propaangas verbrand. Hoeveel warmte komt hierbij vrij?
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 2
Hoeveel m3 aardgas moet je verbranden om aan 280 MJ warmte te komen?
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 3
Een houtbriket weegt 1,25 kg. Er is 280 MJ warmte nodig. Hoeveel houtbriketten moeten worden verbrand?
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen
Maak opdracht 9 van Nova 6.2

timer
3:00
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 18 - Slide

Ga aan het werk met de opdrachten. Deze heb je in de les af, zo niet in je eigen tijd inhalen. Test jezelf wordt huiswerk.

Eerste 5 min zelfstandig werken, dus niet overleggen, daarna zachtjes fluisteren.
Graden celsius naar Kelvin



0 graden Celsius is 273 Kelvin
0 Kelvin is -273 graden Celsius

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
°C
K
0
52
41
-5
501
541

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 6.2
  1. Je kan verschillende warmtebronnen herkennen die chemische energie verbruiken
  2. Je kan berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof
  3. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd
Ik snap er niks van
Ik snap het een beetje
Ik snap het best goed
Ik snap het helemaal
Ik zou dit aan iemand kunnen uitleggen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Maak de opdrachten en test jezelf van 6.2 af. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions