Classificatie van stoffen

1 / 53
next
Slide 1: Slide
ChemieSecundair onderwijs

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is een kenmerk van een organische stof?
A
Een organische stof bevat altijd stikstof.
B
Een organische stof bevat altijd waterstof.
C
Een organische stof bevat minstens één koolstofatoom.
D
Een organische stof bevat altijd chloor.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

organische stoffen
anorganische stoffen
CH4
CO2
C6H12O6
NaCl

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is een zuurrest?
A
Een zuurrest is een zuurstofmolecule.
B
Een zuurrest is een positief geladen ion.
C
Een zuurrest is een metaalion.
D
Een zuurrest is het deeltje dat overblijft nadat H⁺ werd afgegeven.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het belangrijkste verschil tussen een binair en een ternair zuur?
A
Een binair zuur bevat alleen waterstof en een niet-metaal, een ternair zuur bevat ook zuurstof.
B
Een ternair zuur heeft altijd een vaste aggregatietoestand, een binair zuur niet.
C
Een binair zuur bevat een metaal, een ternair zuur niet.
D
Een binair zuur komt alleen voor in de natuur, een ternair zuur wordt synthetisch gemaakt.

Slide 17 - Quiz

H3PO4
binair zuur
ternair zuur
HCl
H2SO4
H2S

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Welk van de volgende verbindingen is een voorbeeld van een niet-metaaloxide?
A
Na₂0
B
CaO
C
CO₂
D
NaCl

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vul aan: Een hydroxide-ion bestaat uit een ... atoom en een ... atoom.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is de correcte formule van een metaaloxide?
A
SO₂
B
MgO
C
NaOH
D
HCl

Slide 29 - Quiz

Waarom is MgO een neutrale verbinding?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Wat is geen zout?
A
CaCO₃
B
NH₄NO₃
C
AlCl₃
D
H₂SO₄

Slide 34 - Quiz

Wat is de correcte formule van het zout gevormd door Ca²⁺ en Cl⁻?
A
CaCl₂
B
Ca₂Cl₂
C
Ca₂Cl
D
CaCl

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Waarom behoren alkanen tot de verzadigde verbindingen?
A
Ze bevatten dubbele bindingen.
B
Ze bevatten alleen C- en H-atomen.
C
Ze hebben een vaste aggregatietoestand.
D
Ze hebben alleen enkelvoudige bindingen.

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Wat is de juiste naam van het alkaan met brutoformule C₇H₁₆?
A
decaan
B
propaan
C
heptaan
D
butaan

Slide 43 - Quiz

Wat is de naam van het alkaan met brutoformule C₉H₂₀?
A
nonaan
B
propaan
C
methaan
D
decaan

Slide 44 - Quiz

Welk alkaan heeft 2 koolstofatomen en voldoet aan de formule C₂H₆?

Slide 45 - Open question

Welke brutoformule hoort bij butaan?
A
C₃H₈
B
C₄H₁₀
C
C₅H₁₂
D
C₆H₁₄

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Combineer elk alkaan met de juiste structuurformule.
hexaan
methaan
propaan

Slide 49 - Drag question

Slide 50 - Slide

Wat is de algemene brutoformule van een alkaan?
A
CₙHₙ
B
CₙH₂ₙ
C
CₙH₂ₙ₊₂
D
CₙH₂ₙ₋₂

Slide 51 - Quiz

Gebruik de formule CₙH₂ₙ₊₂. Geef de molecuulformule en naam van het alkaan met n = 5.

Slide 52 - Open question

Slide 53 - Slide